Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Willem DE BRUYNarchitect1698

Pierre WINCQZSteenkapper1698-1728

Pierre Victor JAMAERarchitect1881-1890

H. THORELLEbeeldhouwer1892

Louis SAMAINbeeldhouwer1899

Aimable DUTRIEUXbeeldhouwer1892

E. ELIASbeeldhouwer1892

Paul DUBOISbeeldhouwer1892

Jean Joseph HERAINbeeldhouwer1892

Égide ROMBAUXbeeldhouwer1892

P.J. CORDEAUbeeldhouwer1892

J. BERTHEUXbeeldhouwer1892

N. COLINbeeldhouwer1892

H. THORELLEbeeldhouwer

J. MARCAUXbeeldhouwer1892

P.J. SIRJACQUESbeeldhouwer1892

A. DUPONTbeeldhouwer1892

Ph. VANDERJEUGHTbeeldhouwer1892

J. VANDENBERGbeeldhouwer1892

D. BIGARRÉarchitect1987

LISSESteenkapper1698-1750

E. MARCHANbeeldhouwer1851

L. ROBIJNbeeldhouwer1892

N. MERVISbeeldhouwer1892

Juridisch statuut

Beschermd sinds 19 april 1977, 07 november 2002

Stijlen

Classicerende barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31130
lees meer

Beschrijving

Hertogen van Brabant. Globale benaming voor de burgerwoningen respectievelijk de Goede Naam (nr. 13), de Cluyse (nr. 14), de Fortuine (nr. 15), de Windmolen (nr. 16), de Tinne Pot (nr. 17), de Heuvel (nr. 18) en de Borse (nr. 19).

In de 12e eeuw bevond zich op deze plaats het zogenaamde Meynaertsteen, naderhand verkaveld en bebouwd met huizen, in 1441 onteigend voor de verruiming en meer regelmatige aanleg van het plein. De stad kocht vier huizen op en in overeenkomst met de gilden van de timmerlieden en de Vier Gekroonden, eigenaars van de Tinne Pot en de Heuvel, werden zes woningen gebouwd met aaneensluitend gevelscherm. Op een gravure van 1594 met vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., gedrukte spitsboogvensters in laatstgenoemde, kruisvensters op beneden- en bovenverdiepingen, rechthoekige deuren met steektrap en, balustradeHekwerk van spijlen of balusters., en aaneenschakeling van getrapte geveltoppen onder haaks geplaatste zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Na het bombardement van 1695 verkocht de Stad haar eigendommen: nr. 14 aan J. Vandermeulen, nr. 15 aan
P. de Broyer, nr. 16 aan Sirejacobs van de molenaarsgilde, nr. 19 aan A. de Vleeshouwer. De verkoopakte en de leningsovereenkomst met de timmerlieden en metsers legden de verplichting op de huizen als één geheel weder op te bouwen, volgens het goedgekeurde plan van stadsarchitect en bouwmeester Willem De Bruyn (1649-1719). Tijdens de 16e – 18e eeuw werden deze huizen geregeld in gebruik genomen door diverse gilden en naties: onder meer door de wijn- en groentehandelaars (de Cluyse); de boogschutters, kousenmakers, fruithandelaars en naderhand de leerlooiers (de Fortuine); de Sint-Jorisgilde, de Sint-Kristoffelnatie en de handschoenmakers (de Windmolen); de gilde der Vier Gekroonden (beeldhouwers, steenkappers, metsers en schaliedekkers) en de linnenwevers, de Sint-Nikolaas- en de Sint-Jansnatie (de Heuvel). De huizen op nr. 16, 17 en 18 na de ontbinding van de gilden in 1795 door de Fransen openbaar verkocht.

Grote Markt 13 tot 19, Hertogen van Brabant, <a href='/nl/glossary/50' class='info'>cartouche<span>Omlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.</span></a> (foto 2022).

Op 19e eeuwse zichten : bordestrappen met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen (1824, 1848 en 1849). In 1881-1890 globale restauratie onder leiding van stadsarchitect Pierre Victor Jamaer, in 1892 beëindigd met verguldings- en polychromeerwerken. Vernieuwing van het beeldhouwwerk onder meer in Euville- en Savonnièresteen: cartouches uitgevoerd onder meer door P.J. Cordeau, J. Bertheux en N. Colin; kapitelen gebeeldhouwd door H. Thorelle, J. Marcoux, P.J. Sirjacques, A. Dupont en Ph. Vanderjeught; herstelling van het frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. door J. Vandenberg. Restauratie met hardsteen voor de wijziging van bordestrappen, de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., de attiekbalustrade; vernieuwing van het houtwerk en herstellingswerken aan de bedaking. Koperen vazen uitgevoerd door G. Meert. Nieuwe grondige restauratie van gevelwand en bedaking in 1987 aangevat i.o.v. Stad Brussel, n.o.v. architect D. Bigarré.

Samenstelling van zeven huizen tot één monumentaal, pleinwandvormend geheel onder combinatie van twee mansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en zes haakse zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. (op nr. 16 en 19 gewolfd). Voltooid in 1698 (cf. cartouche) n.o.v. Willem De Bruyn.
Nr. 13, overeenstemmend met uiterst rechtse traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), vermoedelijk oorspronkelijk als overbouwde gang leidend naar binnenplaats of achterhuis (?).
Indrukwekkende gevelwand van vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en negentien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met gerestaureerd zandstenen parementGevel- of muurbekleding.. Classicerende barokordonnantie: twee registersVensterstrook in een topgevel. met Toscaanse en Korinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in kolossaal orde. Zes centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) opgenomen in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. onder gebogen fronton met attiekbekroning.

Grote Markt 13 tot 19, Hertogen van Brabant (foto 2022).

Verhoogde benedenverdieping op afgeschuinde sokkel met rechthoekige keldergaten. Dubbele bordestrappen: hardstenen balustradesHekwerk van spijlen of balusters. met bolornamenten en houten kelderdeuren. KapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. van verdiepte pilasters opgenomen in de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en fungerend als consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. voor de borstbeelden erboven. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. deuren in geriemde omlijsting: rechthoekige, met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en neuten, onder gebroken gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met gebeeldhouwde fruit- en bloemenkorven (nr. 14, 15, 18, 19) of eenvoudig rondboogvormig onder booglijst (nr. 16, 17). Deur nr. 17 met steenhouwersmerk, van Familie
Lisse (ca. 1650-1750; Arquennes). Deur nr. 13 met steenhouwersmerk, van P. Wincqz (1635- 1728; Feluy): schouderboogvormige omlijsting met imposten, onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met verguld beeld “de Goede Naam” door L. Samain (1899) en opschrift “CRESCIT / FUNDO” op dorpel. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op verdiepingen deels verdiept, deels gecanneleerd. Borstbeelden van Hertogen van Brabant: oorspronkelijke van J. Huens in 1793 verwijderd door de Sansculotten; in 1851 hermaakt door E. Marchand, tijdens de restauratie (1881-1890) vernieuwd onder meer door A. Dutrieux, E. Elias, Paul Dubois, L. Robijn, Jean Herain, N. Mervis, Egide Rombaux. Voorts rijk versierde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. : balustradesHekwerk van spijlen of balusters., uitbeelding van huisnamen, cartouches waarin “ANNO / 1698” (op nr. 19), “ANNO 1697” (op nr. 17) en “RESTAURAtum 1890” (op nr. 15) en afbeeldingen van werktuigen verwijzend naar de diverse ambachten en gilden. Gevel afgelijnd door entablement met geprofileerde kroonlijst, onversierde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden.. Balustrade met bolornamenten onderbroken door barokke halsvormige dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met omlijste oculus onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Centraal pseudo-boogfronton oorspronkelijk geopend door vier ovale oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., onder halsvormige bekroning met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. vlg. tekening van F.J. De Rons (1749). Ca. 1770 gewijzigd door architect Jean-Baptiste Dewez; reliëf in boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met allegorische voorstelling van de Overvloed of het herstel van handel en industrie, volgens G.J. Bral door P.J.A. Olivier; attiekbekroning met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en siervazen.
Kelders van nr. 14 en 15 overkluisd door gedrukte bakstenen tongewelven met afgeschuinde zandstenen gordelbogen.
Nr. 14 : eikenhouten zoldering met moeren kinderbalken op eerste verdieping en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Op benedenverdieping van nr. 19 behouden, heden bruin geschilderd plafond in Directoirestijl.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 8592-8593 (1824-1892).

Publicaties en studies
BRAL G.J., Historisch onderzoek Hertogen van Brabant. Brussel, Grote Markt, onuitgegeven verslag, Brussel, 2/11/1986.
CORDEIRO, P., HEYMANS, V., LAMBERT, C, et al., étude historique et architecturale des maisons de la Grand-Place, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1999.
De PANGE, I., La Grand-Place de Bruxelles, aparté, Brussel, 2011.
HENNAUT, E., De Grote Markt. Werelderfgoed, Brussel, 2018 (Brussel, stad van kunst en geschiedenis: 56).
HEYMANS, V., (o.l.v.), Les Maisons de la Grand-Place de Bruxelles, CFC-éditions, Brussel, 2011.

Tijdschriften
CORDEIRO, P., MARTOU, M.-N., MOUTURY, S., La gestion de la Grand-Place de Bruxelles et ses abords in Thema & Collecta, 1, 2011, pp. 51-59.
De Restauratie van een uitzonderlijk decor. De gevels van de Grote Markt in Erfgoed Brussel, 2018 (Extra nummer).
L’Emulation, 1886, 11, pl. 40.

Websites
13 tot 19: BALat KIK-IRPA
13: BALat KIK-IRPA
14: BALat KIK-IRPA
15: BALat KIK-IRPA
16: BALat KIK_IRPA
17: BALat KIK-IRPA
18: BALat KIK-IRPA
19: BALat KIK-IRPA