Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1699
Pierre WINCQZ – Steenkapper – 1699-1728
J. SEGERS – architect – 1906-1907
Félix COOSEMANS – beeldhouwer – 1907
A. GILLIS – beeldhouwer – 1896-1899
Stijlen
Barok
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Archeologisch
- Artistiek
- Esthetisch
- Volkskundig
- Historisch
- Landschappelijk
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31129
Beschrijving
Diephuis
met verhoogde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken., drie bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en vier
traveeën onder geknikt zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Mooie laat-barokke gevel van zandsteen, gedateerd “1699”. Restauratie in 1906-1907 onder leiding van architect J. Segers, met verwerking van Gobertange, Euvillesteen en hardsteen en vernieuwing van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.; in 1987 reinigings- en instandhoudingswerken door de Stad Brussel.
Gevel getypeerd door platbanddecoratie, met horizontale geleding door middel van druiplijsten en kordons. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. in uiterste traveeën verlevendigd met cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., uitgevoerd door beeldhouwer Félix Coosemans (1907). Voluutconsoles opgenomen in het geprofileerde kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en bekroond met borstbeelden, uitgevoerd door A. Gillis in 1896-1899, hersteld door G. Vanden Berg in 1907, opnieuw hersteld (1987): v.l.n.r. het Vuur, de Hop, Gambrinus Koning van Beieren, het Koren en het Water.
Door druiplijsten en platbanden gelede geveltop: spiegelboogvormige centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen ovale oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. in eerste geleding; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. waarop jaartal 1699 onderbroken voor de balustradesHekwerk van spijlen of balusters.; rond oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in tweede geleding. Afwerking met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., bolornamenten en bekronend boogfronton. Afgeschuinde sokkel op benedenverdieping. Barokke rondboogdeur met steenhouwersmerk, te identificeren met P. Wincqz (1635-1728; Feluy): geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. omlijsting met voluutsluitsteen, booglijst en gestrekte druiplijst; getoogd bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. tussen cantonnerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met rechte aanzetten.
Mooie laat-barokke gevel van zandsteen, gedateerd “1699”. Restauratie in 1906-1907 onder leiding van architect J. Segers, met verwerking van Gobertange, Euvillesteen en hardsteen en vernieuwing van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.; in 1987 reinigings- en instandhoudingswerken door de Stad Brussel.
Gevel getypeerd door platbanddecoratie, met horizontale geleding door middel van druiplijsten en kordons. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. in uiterste traveeën verlevendigd met cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., uitgevoerd door beeldhouwer Félix Coosemans (1907). Voluutconsoles opgenomen in het geprofileerde kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en bekroond met borstbeelden, uitgevoerd door A. Gillis in 1896-1899, hersteld door G. Vanden Berg in 1907, opnieuw hersteld (1987): v.l.n.r. het Vuur, de Hop, Gambrinus Koning van Beieren, het Koren en het Water.
Door druiplijsten en platbanden gelede geveltop: spiegelboogvormige centrale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen ovale oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. in eerste geleding; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. waarop jaartal 1699 onderbroken voor de balustradesHekwerk van spijlen of balusters.; rond oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in tweede geleding. Afwerking met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., bolornamenten en bekronend boogfronton. Afgeschuinde sokkel op benedenverdieping. Barokke rondboogdeur met steenhouwersmerk, te identificeren met P. Wincqz (1635-1728; Feluy): geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. omlijsting met voluutsluitsteen, booglijst en gestrekte druiplijst; getoogd bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. tussen cantonnerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. met rechte aanzetten.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 57615 (1906-1907); AA, 1906, rep. 6320; NPP, B 10.
Websites
BALat KIK-IRPA