Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1645-1646
Antoon PASTORANA – architect, timmerman / schrijnwerker – 1697-1697
Laurent MERCKAERT – beeldhouwer – 1697
Peter VAN DIEVOET – beeldhouwer – 1697
INCONNU - ONBEKEND – 1720
Charles VAN OEMBERG – beeldhouwer – 1854-1858
Edouard François MARCHANT – beeldhouwer – 1854-1858
Edmond GEIRNAERT – beeldhouwer – 1882
J. SEGERS – architect – 1912
E. BOUDEWIJNS – architect – 1938
Stijlen
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Archeologisch
- Artistiek
- Esthetisch
- Volkskundig
- Historisch
- Landschappelijk
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Diephuis van vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder combinatie van zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met aandak en plat dak. In- en uitzwenkende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. van zandsteen, met verwerking van arduin en vernieuwd materiaal. De klassieke barokordonnantie en de relatief sobere toepassing van de ornamentenNiet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren. in de eerste drie bouwlaag contrasteren enigszins met de meer architectonisch uitgewerkte bovenste verdieping en geveltop. Risalietvorming in twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vanaf de verdiepingen. Met panelen versierde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op benedenverdieping, eindigend op rolwerkconsoles. Ritmerende Ionische en Korinthische driekwartzuilen respectievelijk op twee volgende bouwlagen; postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met uitbeelding van werktuigen herinnerend aan het schrijnwerkers- en kuipersambacht ; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met schijnbalustrades.
Penanten op vierde bouwlaag opgevat als kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). die tevens de kroonlijst schragen; cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en panelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. verfraaid met engelenhoofden en schelpmotieven. Vrij overladen tweeledige geveltop: waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., uitgewerkte pilasters, aflijnende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. op vleugelstukken, siervazen en gebogen pseudo-fronton met bekronende aardbol. Verder rondboogvensters met balustrade onder met guirlandes omgeven vierkante bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., in geknikte omlijsting; ovale oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. aan weerszij. OculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. onder gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. met jaartal “1697” erboven. Afwijkende ordonnantie op benedenverdieping: op tekening van F.J. De Rons (1737) staat deur in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 8584, 8585 (1854-1858, 1882), 51069 (1938); NPP, D 1 en D 2.
Archief KCML, dossier 4309.
Publicaties en studies
CORDEIRO,
P., HEYMANS, V., LAMBERT, C, et al., étude
historique et architecturale des maisons de la Grand-Place, Cel Historisch
Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1999.
De PANGE, I., La Grand-Place de Bruxelles,
aparté, Brussel, 2011.
HENNAUT,
E., De Grote Markt. Werelderfgoed,
Brussel, 2018 (Brussel,
stad van kunst en geschiedenis: 56).
HEYMANS, V., (o.l.v.), Les Maisons de la Grand-Place de Bruxelles, CFC-éditions, Brussel,
2011.
Publicaties en studies
L’Emulation, 1914, p. 45-46, pl. 35.
CORDEIRO, P., MARTOU, M.-N., MOUTURY, S., La gestion de la Grand-Place de Bruxelles et ses abords in Thema & Collecta, 1, 2011, pp. 51-59.
De Restauratie van een uitzonderlijk decor. De gevels van de Grote Markt in Erfgoed Brussel, 2018 (Extra nummer).
Websites
BALat KIK-IRPA