Typologie(ën)

opbrengsthuis
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument

Ontwerper(s)

Cornelis VAN NERVENarchitect1698

INCONNU - ONBEKEND1720

Adolphe SAMYNarchitect1903-1904

Egide Emile AERTSENbeeldhouwer1852

Jan DE KINDERbeeldhouwer1735

Pierre (Pieter) BRAECKEbeeldhouwer1900

Charles SAMUELbeeldhouwer1899

Juridisch statuut

Beschermd sinds 19 april 1977, 07 november 2002

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

id

Urban : 40020
lees meer

Beschrijving

Oorspronkelijk een herberg omgeven door een tuin, vermeld in de 14e eeuw. In 1523 i.o.v. Appolonia van Ouderghem, weduwe van Hendrik de Fruytere, herbouwd met houten puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. op de rooilijn van de Sterre en de Gulden Boom. Na het bombardement wederopbouw in 1698 op vooruitgeschoven rooilijn, mogelijk n.o.v. Cornelis Van Nerven (1660-1715), i.o.v. P. Fariseau, medestichter van de Muziekacademie. In 1720 eigendom van de slagersgilde die het huis in dat jaar lieten verbouwen, met de inkomsten van de wolverkoop (zie chronogram). Op foto’s van ca. 1890 met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. voor- en zijgevel; balkonleuning met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met jaartallen, putti, attiekbeelden en balustradebekroning van het dak komen er niet op voor. Ingevolge de wederopbouw van het huis de Sterre werden in 1896-1897 de rechter zijgevel gereconstrueerd en een aantal herstellingen uitgevoerd aan het interieur. In 1903-1904 restauratie aan koepelvormige bedaking en voorgevel n.o.v. architect A. Samyn: Euvillesteen onder meer voor balkonbalustrade en centraal motief in derde bouwlaag, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met bekronende beelden; Gobertange voor parementGevel- of muurbekleding. en lijstwerk; hardsteen voor vensterkruisen en dorpelsOnderdorpel van een deur..

Grote Markt 9, De Zwane (foto 2022).

Statig diephuis in Lodewijk XlV-stijl, vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder combinatie van koepelvormige bedaking en haaks aansluitend steil zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gerestaureerde zandstenen gevel met markerend centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., via het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. doorlopend  in het frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Belijnde beneden- en tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Rechthoekige deur in geriemde omlijsting onder druiplijst en fraaie uitbeelding van huisnaam door E. Aertsen, ca. 1852. AfgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. keldergaten en links keldertrap. Accent op derde bouwlaag: kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met schelpmotief en guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. ; centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. tussen Ionische driekwartzuilen, onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. onderbroken voor vergulde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met initialen P.F. (P. Fariseau?) tussen twee putti, opnieuw gebeeldhouwd in 1735 door Jan De Kinder (1675-1739), naderhand verwijderd en hermaakt in 1900 door Pieter Braecke. Balkonleuning met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. en maskerkoppen - resultaat van restauratie van 1903-1904 - geschraagd door acanthusbladconsoles. Met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en neuten omlijste bovenste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; “ANNO / 1698” in barokcartouches op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Aflijnend hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met rozettenfries en gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder kroon- met eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen.. Allegorische frontonbeelden de Slagerij, de Overvloed en de Landbouw uitgevoerd door Charles Samuel (1899), ter vervanging van de oorspronkelijke door J. De Kinder. Op sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van centraal beeld chronogram “HaeC DoMUs La- nea eXaLtatUr” (1720 ; cf. supra). Bedaking met getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. afgelijnd door geajoureerdeOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Uiterst links en rechts op benedenverdieping tweetalige gevelplaten met vermelding van de hier op 5 en 6 april 1885 gestichte Belgische Werkliedenpartij. Gedeeltelijk zichtbare rechter zijgevel ; haakse aanleunende lagere achterbouw onder plat dak.

Interieur
. Lodewijk XV-trap met fraai bewerkte smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… leuning. Tweebeukige kelder over zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) overkluisd door middel van korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. vormige kruisgewelven, gescheiden door gordelbogen en centraal opgevangen door vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van zandsteen, met lijstkapiteel.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 56463 (1897, 1903); AA, 1904, rep. 5215; NPP, D 17.

Publicaties en studies
CORDEIRO, P., HEYMANS, V., LAMBERT, C, et al., étude historique et architecturale des maisons de la Grand-Place, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1999.
De PANGE, I., La Grand-Place de Bruxelles, aparté, Brussel, 2011.
HENNAUT, E., De Grote Markt. Werelderfgoed, Brussel, 2018 (Brussel, stad van kunst en geschiedenis: 56).
HEYMANS, V., (o.l.v.), Les Maisons de la Grand-Place de Bruxelles, CFC-éditions, Brussel, 2011.

Tijdschriften
L’Emulation, 1899, 24, kol. 185-186.
CORDEIRO, P., MARTOU, M.-N., MOUTURY, S., La gestion de la Grand-Place de Bruxelles et ses abords in Thema & Collecta, 1, 2011, pp. 51-59.
De Restauratie van een uitzonderlijk decor. De gevels van de Grote Markt in Erfgoed Brussel, 2018 (Extra nummer).

Websites
BALat KIK-IRPA