Typologie(ën)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1645
Cornelis VAN NERVEN – architect – 1695-1699
INCONNU - ONBEKEND – 1769-1770
Pierre Victor JAMAER – architect – 1883-1884
Marc DE VOS – beeldhouwer – 1699
Jan VAN DELEN – beeldhouwer – 1699
Edmond LEFEVER – beeldhouwer – 1884
Polydore COMEIN – beeldhouwer – 1884
Julien DILLENS – beeldhouwer – 1884
Edmond GEIRNAERT – beeldhouwer – 1883
A. VERHULST – beeldhouwer
Stijlen
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Archeologisch Meestal gaat het om overblijfselen, fragmentarische elementen of betekenisvolle sporen van oudere gebouwen die in een onroerend goed bewaard zijn gebleven en zodoende getuigenissen zijn bouwkundige activiteiten door de mens. De belangstelling gaat dan meestal uit naar de overblijfselen zelf. De selectie van het onroerend goed (gebouw of fragment) is gemotiveerd als een omhulsel met deze fragmenten, die waardevolle informatie verschaffen over de bouwevolutie en -geschiedenis. (Fragmentarische elementen die in het gebouw bewaard zijn gebleven (bv. constructieve elementen in de kelders van het gebouw in de Boterstraat nr. 40); kelders die waarschijnlijk oudere elementen bevatten (bv. kelders van de abdij van Coudenbergh of de kapel van Nassau).
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Volkskundig Moeilijk te onderscheiden waarde ten opzichte van de sociale waarde en over het algemeen onvoldoende om selectie (mbt onroerend erfgoed) op zichzelf te rechtvaardigen. Het is wenselijk deze erfgoedwaarde te koppelen aan een immateriële gezien het vaak een plaats van herinnering van een gemeenschap, of van een sociale groep betreft. Het kan ook de materiële uiting zijn van een plek met volkssymboliek, of een plek waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Diephuis van vier bouwlagen, de tweede als tussenverdieping en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder aaneensluitende zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Fraaie laat-barokke halsgevel van zandsteen, verwerkt met arduin en vernieuwd materiaal. Deels geblokte arduinen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op benedenverdieping met zandstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; centrale acanthusbladconsole, atlanten door E. Lefèvre en Dorische hoekkapitelen als schraging van de balkonplaat.
Borstweringen met taferelen herinnerend aan het kramersambacht. Opschrift “in den VOS” op deurdorpel en uitbeelding van huisnaam erboven. Twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen in risaliet. Hoofdverdieping geritmeerd door Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van zandsteen, met symbolische beelden Afrika, Europa (jaartal 1884 op sokkel), Azië en Amerika door Julien Dillens en centraal beeld van de Gerechtigheid door P. Comein. Markerende uitgebogen, brede balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. EntablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met geprofileerde kroonlijst boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met Lodewijk XIV-motieven en stralende zon boven banderol met opschrift “PONDERE ET MENSURA” [met gewicht en maat]. FestoenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. en kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). door E. Geirnaert tegen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van bovenste verdieping. Centrale gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. met jaartal 1699 in versierd hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Geveltop afgelijnd door gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. op schouderstukken met vuurvazen; ornamentenNiet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren. uitgevoerd door A. Verhulst. Vlak omlijst centraal rondboogvenster onder cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met “DIVO NlCOLAO”; flankerende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met slinger en kleinere dito vensters onder booglijst; mascaronversiering op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bekronend koperen beeld van patroonheilige Sint-Niklaas, naar model van Jean-André Laumans.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 8587 (1883-1884), 25118 (1919); NPP, D 4.
Publicaties en studies
CORDEIRO,
P., HEYMANS, V., LAMBERT, C, et al., étude
historique et architecturale des maisons de la Grand-Place, Cel Historisch
Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1999.
De PANGE, I., La Grand-Place de Bruxelles,
aparté, Brussel, 2011.
HENNAUT,
E., De Grote Markt. Werelderfgoed,
Brussel, 2018 (Brussel,
stad van kunst en geschiedenis: 56).
HEYMANS, V., (o.l.v.), Les Maisons de la Grand-Place de Bruxelles, CFC-éditions, Brussel,
2011.
Tijdschriften
L’Emulation, 1884, 9, kol. 29-31, 126; 1885, 10, kol. 71-72, pl. 10-11.
CORDEIRO, P., MARTOU, M.-N., MOUTURY, S., La gestion de la Grand-Place de Bruxelles et ses abords in Thema & Collecta, 1, 2011, pp. 51-59.
De Restauratie van een uitzonderlijk decor. De gevels van de Grote Markt in Erfgoed Brussel, 2018 (Extra nummer).
Websites
BALat KIK-IRPA