Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
Stijlen
Traditionele architectuur
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33462
Beschrijving
Diephuis van twee
bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., uit de 17e
eeuw, met 18e en 19e eeuwse aanpassingen. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en verankerde gevel met platbanddecor,
getoogde bovenvensters en rondbogig topvenster; benedenverdieping voorheen met
enkelhuisopstand, sinds 1866 aangepast met pui.
Nr. 28. Breedhuis met drie verkleinende bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bepleisterde en verankerde gevel met mogelijke begin 19e eeuwse aanpassing van een oudere kern. Uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links minstens sinds 1866 één geheel vormend met nr. 24. Pui sinds 1946; voorheen met deur in geprofileerde rondboogomlijsting, ingeschreven in rechthoekige, met boute waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., en bewerkte zwikken onder druiplijst.
Nr. 28. Breedhuis met drie verkleinende bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bepleisterde en verankerde gevel met mogelijke begin 19e eeuwse aanpassing van een oudere kern. Uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links minstens sinds 1866 één geheel vormend met nr. 24. Pui sinds 1946; voorheen met deur in geprofileerde rondboogomlijsting, ingeschreven in rechthoekige, met boute waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., en bewerkte zwikken onder druiplijst.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 10270 (1866), 70829 (1946).
Websites
24: BALat KIK-IRPA