Typologie(ën)

pastorie

Ontwerper(s)

C. fils ALMAIN (-DE HASE)architect1872

INCONNU - ONBEKEND1600-1699

Jean DE LIGNEarchitect1930-1932

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Traditionalisme
Neoclassicisme
Neobarok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33224
lees meer

Beschrijving

Adolphe Maxlaan 55-57 Sacristie van de kerk Onze-Lieve- Vrouw van de Finistère. Ondiep pand met monumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. gevelfront in neobarokstijl, naar ontwerp van architect C. Almain-de Hase van 1872, aanleunend bij de koorabsis van de kerk. Achtste prijs in de gevelwedstrijd voor de centrale lanen van 1872-1876. Gelijktijdig ontworpen met aansluitende tuinmuur en westgevel van de pastorij (zie Nieuwbrug nr. 45) ; bouwaanvraag voor laatst genoemde van 1872, voor sacristie en belendende huurhuizen in nr. 49-53 van 1873. In gevel gesigneerd en gedateerd 1874.

Rijk geornamenteerde natuurstenen lijstgevel met beeldhouwwerk door D. Renodeyn, evenwel grondig verbouwd. Oorspronkelijk nadrukkelijke geleding door krachtig gekorniste cordons, doorlopend  over de blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijgevel; drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.
met œil-de-bœufs. Ornamenten, ontleend aan het repertorium van de Vlaamse barok. In het middenrisaliet, superpositie van zuilenorden - deels geringdVoorzien van een fijne, horizontale band., gecanneleerdParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. en getorstGedraaid, gewrongen. -; doorlopend  in brede geveltop met Mariabeeld in nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld., volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken., vazen en kruis. Op eerste twee bouwlagen getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op derde bouwlaag rondboogvensters ; geblokte omlijsting met neuten en gestrekte of gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. of gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken.. Rondboogdeur en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in rechtertravee : dito omlijsting met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., engelenhoofden, volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en topstukken, voorzien van jaartal MDCCLXXIV.
Bovenbouw in modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. stijl aangepast naar ontwerp van architect J. De Ligne van 1930, uitgevoerd in 1931-1932 : verticale aaneenschakeling van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met doorlopende  beglazing en omlijsting, vervanging van de bedaking door een vlakke attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Begane grond met uitzondering van portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). tot op halve hoogte uitgehold voor winkelpuien naar ontwerp van J. De Ligne van 1932; heden vernieuwd. Geveltop gesloopt in 1944.

Nieuwbrug 45 Pastorie Breed herenhuis met dubbelhuisopstand (hoek Adolphe Maxlaan), met zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee en drie bouwlagen respectievelijk onder zadel- en schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. (leien).


In oorsprong in traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). stijl daterend uit de 17e eeuw, aangepast in de tweede helft van de 18e eeuw, cf. deuromlijsting en interieur, en in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl uit het begin van de 19e eeuw, cf. venstervorm en gevelbeëindiging. Omgevormd tot hoekhuis door aanleg van Adolphe Maxlaan (1867-1871), waarvoor sloop van de belendende panden en aanzienlijke ophoging van het straatniveau, cf. aangeaarde sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en lager gelijkvloers niveau. Grondige verbouwing naar ontwerp van architect C. Almain-de Hase van 1872, beëindigd in 1873 : verhoging van de drie rechtertraveeën met een derde bouwlaag, toevoeging van een nieuwe westgevel en tuinmuur aan de Adolphe Maxlaan aansluitend bij de gelijktijdig ontworpen nieuwe sacristie (zie Adolphe Maxlaan nr. 55).
Noordgevel. Lijstgevel met brede midden- en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. zijtraveeën vermoedelijk opgetrokken uit bak- en zandsteen, doch bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd; verankering door middel van lelie-ankers met gekrulde spie op de eerste bouwlaag, rechte op de tweede. Hoge rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel, beluikt op de begane grond, vlak omlijst op de bovenverdieping van de drie rechtertraveeën. Centrale spiegelboogpoort met beschilderde
hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl, uit de derde kwart van de 18e eeuw : geprofileerd kwarthol beloop met spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting., rocailles1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies. op sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en in zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., gekomiste gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden; houten vleugeldeur met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. roosters (tweede helft 19e eeuw). Telkens klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in de linkertravee.

Westgevel. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel met Second-Empiredecor, van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met door schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. belijnd basement en middenrisaliet onder driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Rechthoekige vlak omlijste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel. Beletage gemarkeerd door geprofileerde cordons, gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  in friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met vrouwenhoofd als sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Tuinmuur met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en neuten tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., bekronende balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met krans en vaas.

Interieur : trap en lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … uit de tweede helft van de 18e eeuw. Beglaasde ijzeren rondbooggalerij met
colonnettes van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uit de tweede helft van de 19e eeuw, leidend naar de sacristie.



Bronnen

Archieven
SAB/E, 672.

SAB/P.P., 110 (1872).
SAB/OW 18072 (1873), 47061 (1930-1932), 51607 en 55825 (1944); E., 672 (1872).

Tijdschriften
L'Emulation, 1874-1875, kol. 15, pl. 34.