Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoromaans
Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33231
lees meer

Beschrijving

Hoekgebouw (Nieuwbrug nr. 41) in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoromaanseArchitectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . en neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. inslag, naar ontwerp van architect Ch. Licot (?) van 1874.

Drie bouwlagen + entresol en respectievelijk twee en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder in 1882 toegevoegd mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (kunstleien). Verzorgde lijstgevel van bak- en hardsteen, met gemarkeerde registersVensterstrook in een topgevel., hoekpilasters en oplopende vensterpartijen. Begane grond oorspronkelijk overspannen door steekbogenBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., met winkelpui ; huidige toestand uit 1977. Voorgevel : getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. entresolvensters met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., doorgetrokken imposten en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen met rozettenRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood.. Op bovenverdieping tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met knopkapiteel, getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. en getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. hoogvelden, belijnd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven metopenAl of niet versierd vlak tussen de trigliefen van een fries. en trigliefenfries, cordon en tandlijst.

Zelfde opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met éénlichten in eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel, eenvoudiger met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. op entresol en verdiepte bovenvensters in overige.



Bronnen

Archieven
SAB/OW 18133 (1874, 1882), 85728 (1977).