Typologie(ën)

winkelgalerij

Ontwerper(s)

Henri RIECKarchitect1881

Juridisch statuut

Beschermd sinds 13 april 1995

Stijlen

Eclectisme
Second-Empirestijl
Neobarok
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33747
lees meer

Beschrijving

Van De Brouckèreplein naar Nieuwstraat. Complex met winkelgalerij en oorspronkelijk het zogenaamd «Musée du Nord», gebouwd in opdracht van de «Société du Musée et Passage du Nord», naar ontwerp van architect H. Rieck, in 1881-1882. Omvatte de «Passage du Nord» : galerij geflankeerd door vierendertig winkels met entresol ; op de bovenverdiepingen, vanuit de galerij bereikbaar door middel van een hydraulische lift en monumentale eretrap, de «Théâtres du Musée du Nord» : geheel van zalen met diverse functies. Op de eerste verdieping zogenaamd «Salle de Dépêches », « Salle des Curiosités et Antiquités», «Salle des Fantaisies de la Nature», «Salle des Inventions Modernes», «Salle des Jeux», «Galeries du Travail», met drijfstangen van tentoongestelde machines, en «Buffet-Restaurant»; op de tweede verdieping zogenaamd «Salle du Physique Amusante», «Salle de Lecture», «Théâtre du Bébé», mime «Salle des Concerts» met galerij en «Salle des Conférences». Vanaf 21 mei 1888 zogenaamd «Musée Castan», beroemd voor zijn wassenbeeldenverzameling, later verkocht en geïncorporeerd in het «Hotel Métropole »-complex (zie De Brouckèreplein nr. 31).

Winkelgalerij met
rechtlijnig tracé van 69 meter lengte en 5 meter 60 breedte onder glaskap, monumentale hoofdgevel aan het De Brouckèreplein en soberder achtergevel aan de Nieuwstraat. Rijk geornamenteerde, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde opstanden in eclectische stijl met overwegend klassieke, neorenaissance-, neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). en Second-Empire-inslag. Ligging in het verlengde van de Handelsgalerij; tweede in orde van belangrijkheid onder de Brusselse galerijen, na de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen.

Hoofdgevel
Symmetrisch gevelfront met drieledige opbouw, de middenpartij van drie traveeën gemarkeerd door sterk uitspringende torenvormige risalieten met hoekkettingen van elk één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenbouw oorspronkelijk centraal geopend door een portiek met lager
entablement waarop naambord «passage du nord» ondersteund door twee rondzuilen, geflankeerd door winkelpuien met entresol binnen geblokte posten ; heden gewijzigd. Twee hoofdverdiepingen met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in verticaal oplopende omlijstingen, met composiete pilasters en halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt., cartouchesleutel en driehoekige en gebogen frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op de eerste verdieping, en entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de tweede verdieping. Bel-etage gemarkeerd door een gevelbreed balkon met balustrade op vier zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., vóór de voormalige gelagzaal, waarop vier kandelabers - slechts ten dele bewaard - en putti verbeeldend ‘Dag’ en ‘Nacht’ door beeldhouwer Albert Desenfans. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met rankwerkfries tussen naamborden «musee du nord». Vierde bouwlaag als attiekverdieping achter een doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters., met spiegels en oorspronkelijk bekronende friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met guirlandes en hoofden in de middentraveeën. Loggia met deelzuilen waartussen oorspronkelijk putti verbeeldend ‘Bezinning’ en ‘Ontspanning’ door Albert Desenfans, driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin vrouwenhoofd, en oorspronkelijk vierzijdige lantaarnkoepels - heden afgeknot - als bekroning van de risalieten.

Achtergevel
Verwante opstand met benedenbouw en twee bovenverdiepingen onder gebogen mansardedak, middenpartij van drie en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gemarkeerd door risalieten; bijkomende smalle linkerdeurtravee. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. voorzien van naambord «passage du nord» op gekoppelde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; gewijzigde winkelpuien. Op de bel-etage drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met composiete halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. en blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. hoogvelden met maskerkopsleutels verbeeldend Mercurius tussen de Navigatie in de middenpartij ; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.
en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., balkons met consoles en doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in de door composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. gemarkeerde risalieten. Bovenste verdieping met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen ingediepte pilasters en onderdorpels. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; gewijzigde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Galerij
Centraal galerij gedeelte met drieledige opstand over dertien traveeën, in het midden onderbroken door een loopbrug, afgedekt met een glaskap. Aan weerszijden onder de portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. tweeledige opstand over telkens drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), afgedekt met een vlakke zoldering. Begane grond met oorspronkelijk aaneenschakeling van klassieke houten winkelpuien met zij-ingang, markerende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bezet met spiegels, plint en doorlopend geprofileerd
entablement, heden op enkele schaarse restanten na verbouwd ; hoge rondbogen respectievelijk leidend naar lift en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder de loopbrug, heden echter gedicht. Entresol met schijnvoegen en verdiepte rechthoekige venters, geritmeerd door in totaal tweeëndertig kariatidenOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme). door beeldhouwer J. Bertheux : vier identieke reeksen van acht beelden, allegorieën van ‘Staalnijverheid’, ‘Handel’, ‘Zeevaart’, ‘Sterrenkunde’, ‘Architectuur’, ‘Beeldhouwkunst’, ‘Schilderkunst’ en ‘Toegepaste Kunsten’ ; afgewerkt met kroon- en tandlijst. Bel-etage met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met entablement op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en guirlandes; doorlopende  borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met panelen en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., waarop gekrulde gietijzeren lichtarmen. Omlopende geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Tweedelige korfboogvormige glaskap met dakruiter : uitgebogen rechthoekige glasplaten in een ijzerskelet met klinknagel verbindingen. Oorspronkelijk open loopbrug op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. ter hoogte van de bel-etage, met opengewerkte borstwering waarop putti verbeeldend ‘Bezinning’ en ‘Ontspanning’ door Albert Desenfans, hoofdgestel op composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekronend gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met cartouche ; heden beglaasd. Gelijkaardige opstand ten westen en oosten boven de portieken, met rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en vrouwenhoofd in het frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Modernistische pui en winkelinterieur van
«Ganterie Métropole-Marcelle et Frans», met houtbekleding, uit jaren 1930 in nr. 19. Voorts overwegend nieuwe puien die het oorspronkelijke ritme verstoren.


Bronnen

Archieven
SAB/OW6139 (1881-1882).

Publicaties en studies
WILLAUMEZ M.-Fr., Les passages-galeries du XlXe siècle à Bruxelles, Brussel, 1983, p. 66-76.