Voormalig Théâtre Pathé / Le Splendid / Cinéac / Hôtel Continental Nord
Adolphe Maxlaan 146-148-150-152-154-156-158-160
Typologie(ën)
opbrengsthuis
cinema/bioscoop
hotel
cinema/bioscoop
hotel
Ontwerper(s)
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neoclassicisme
Art nouveau
Modernisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Bioscoopzalen (1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33245
Beschrijving
Nr 146-148-150-152-154-156 Huurhuis
in eclectische stijl met neoclassicistische inslag, naar ontwerp van architect
J. Segers van 1874.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met vier bouwlagen + entresol en zeven traveeën onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Symmetrische opstand gemarkeerd door het middenrisaliet met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en gebroken driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., doorgetrokken tot in de bedaking. Horizontale registersVensterstrook in een topgevel. aangegeven door gevelbrede gietijzeren balkons van bel-etage en hoogste verdieping, laatstgenoemde verwijderd. Oorspronkelijk geblokte hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., geritmeerd door gekoppelde rondbogen met booglijst en doorgetrokken imposten, cf. middentraveeën, overige herhaaldelijk verbouwd. Twee hoofdverdiepingen gemarkeerd door kolossale ingediepte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met gegroefde sokkel en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. ; hoogste verdieping met zelfde pilasterritmering. Getoogde bovenvensters in geriemde omlijsting met oren en bijkomende sluitsteen in het risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; ondiepe gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons in linkertravee van de derde bouwlaag, vernieuwde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in rechtertravee. Kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst boven panelenfries en cordon. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Bioscoop in nr. 154 : oorspronkelijk zogenaamd «Théâtre Pathé», in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. naar ontwerp van architect Paul Hamesse van 1908, met ca. 700 plaatsen verdeeld over parterre en balkon, met structuur van gewapend beton; later verbouwd tot actualiteitenbioscoop «Cinéac» in Nieuwe Zakelijkheid naar ontwerp van architecten A. Gorska, P. de Montaut (Parijs) en Philibert van 1932; heden complex met meerdere zalen.
Nr 158-160 Rijhuis in eclectische stijl uit de laatste kwart van de 19e eeuw. Voorheen hotel «Continental Nord».
Vijf bouwlagen + entresol en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Lijstgevel van bak- en natuursteen, geleed door het gevelbreed gietijzeren balkon van de hoofdverdieping en cordons, met nauwelijks geaccentueerd middenrisaliet. Verdiepte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., getoogd met sluitsteen en tandlijst op eerste twee bovenverdiepingen, rechthoekig op hoogste twee verdiepingen, met doorgetrokken lekdrempels, gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuning in drie middentraveeën, diamantkoppaneel in uiterste. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., middelste met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vaas, overige met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Onderbouw herhaaldelijk verbouwd.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met vier bouwlagen + entresol en zeven traveeën onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Symmetrische opstand gemarkeerd door het middenrisaliet met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en gebroken driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., doorgetrokken tot in de bedaking. Horizontale registersVensterstrook in een topgevel. aangegeven door gevelbrede gietijzeren balkons van bel-etage en hoogste verdieping, laatstgenoemde verwijderd. Oorspronkelijk geblokte hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., geritmeerd door gekoppelde rondbogen met booglijst en doorgetrokken imposten, cf. middentraveeën, overige herhaaldelijk verbouwd. Twee hoofdverdiepingen gemarkeerd door kolossale ingediepte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met gegroefde sokkel en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. ; hoogste verdieping met zelfde pilasterritmering. Getoogde bovenvensters in geriemde omlijsting met oren en bijkomende sluitsteen in het risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; ondiepe gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons in linkertravee van de derde bouwlaag, vernieuwde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in rechtertravee. Kroonlijst met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst boven panelenfries en cordon. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Bioscoop in nr. 154 : oorspronkelijk zogenaamd «Théâtre Pathé», in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. naar ontwerp van architect Paul Hamesse van 1908, met ca. 700 plaatsen verdeeld over parterre en balkon, met structuur van gewapend beton; later verbouwd tot actualiteitenbioscoop «Cinéac» in Nieuwe Zakelijkheid naar ontwerp van architecten A. Gorska, P. de Montaut (Parijs) en Philibert van 1932; heden complex met meerdere zalen.
Nr 158-160 Rijhuis in eclectische stijl uit de laatste kwart van de 19e eeuw. Voorheen hotel «Continental Nord».
Vijf bouwlagen + entresol en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Lijstgevel van bak- en natuursteen, geleed door het gevelbreed gietijzeren balkon van de hoofdverdieping en cordons, met nauwelijks geaccentueerd middenrisaliet. Verdiepte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., getoogd met sluitsteen en tandlijst op eerste twee bovenverdiepingen, rechthoekig op hoogste twee verdiepingen, met doorgetrokken lekdrempels, gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuning in drie middentraveeën, diamantkoppaneel in uiterste. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., middelste met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vaas, overige met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Onderbouw herhaaldelijk verbouwd.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 18059 (1874), 1910 (1908), 40576 (1932).
Tijdschriften
La Cité, 1933, XI/2, p. 29.