Typologie(ën)
kerk/kathedraal/basiliek
pastorie
orgel
pastorie
orgel
Ontwerper(s)
Jacques COLPAERT – glazenier – 1947
Edmond SERNEELS – architect – 1925
Gustave DEKEYSER – aannemer – 1931
Jean STILLEMANS – ingenieur-architect – 1931
Jozef LONCKE – orgelbouwer – 1954
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoromaans
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
- Inventaris van de orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (DMS-DML - 2000)
- Kerkkappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1830-1940 (Urban - 2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 14639
Beschrijving
Onze-Lieve-Vrouw-van-het-Heilig-Hartkerk
Net zoals de Sint-Antonius van Paduakerk werd deze kerk opgetrokken op aandringen van de wijkbewoners. In 1925 werd hiervoor de goedkeuring gegeven. De bouw van de neoromaanseArchitectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . kerk gebeurde in twee fasen n.o.v. architect Edmond Serneels.
Tijdens de tweede fase werd de lengte van de kerk, bij gebrek aan geld, ingekort.
Bakstenen gevels op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. volgens eenvoudig metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.. Rechthoekig plan met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Voorgevel in Tervatestraat: links klein paviljoen onder tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.; nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. waarin drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., tussenstijlen gevormd door stenen colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Centraal baldakijnportaal in rondboogomlijsting. Beide volumes bevinden zich vóór een grote puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en semi-blinde boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Rechts hiervan vierkante klokkentoren waarin respectievelijk rondboogdeur, oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., gedeeltelijk blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogfriezenReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.; onder de torenspits bevindt zich een klokkenzolder. Achtergevel met vlakke koorsluiting waarachter gang die naar opslagplaats en sacristie aan weerszijden van koor leidt.

Interieur
Driebeukige hallenkerk onder houten cassettenplafond. Scheibogen rustend op vier zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. in rode baksteen met banden in natuursteen en zware kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Koor met vlakke koorsluiting waarin rondboogarcade; hierachter gang die toegang geeft tot kapel en sacristie. Zijverlichting via twee registersVensterstrook in een topgevel. muuropeningen: drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in gemeenschappelijke omlijsting waarboven drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; in tweede registerVensterstrook in een topgevel. rondbogig zeslicht op doorlopende stenen afzaatAflopend bovenvlak van een dorpel.. Aan weerszijden van koor kapel, toegankelijk via rondboogarcade en verlicht door drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..
Tijdens de tweede fase werd de lengte van de kerk, bij gebrek aan geld, ingekort.
Bakstenen gevels op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. volgens eenvoudig metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.. Rechthoekig plan met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Voorgevel in Tervatestraat: links klein paviljoen onder tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.; nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. waarin drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., tussenstijlen gevormd door stenen colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Centraal baldakijnportaal in rondboogomlijsting. Beide volumes bevinden zich vóór een grote puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en semi-blinde boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Rechts hiervan vierkante klokkentoren waarin respectievelijk rondboogdeur, oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., gedeeltelijk blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogfriezenReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.; onder de torenspits bevindt zich een klokkenzolder. Achtergevel met vlakke koorsluiting waarachter gang die naar opslagplaats en sacristie aan weerszijden van koor leidt.
Interieur
Driebeukige hallenkerk onder houten cassettenplafond. Scheibogen rustend op vier zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. in rode baksteen met banden in natuursteen en zware kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Koor met vlakke koorsluiting waarin rondboogarcade; hierachter gang die toegang geeft tot kapel en sacristie. Zijverlichting via twee registersVensterstrook in een topgevel. muuropeningen: drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in gemeenschappelijke omlijsting waarboven drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; in tweede registerVensterstrook in een topgevel. rondbogig zeslicht op doorlopende stenen afzaatAflopend bovenvlak van een dorpel.. Aan weerszijden van koor kapel, toegankelijk via rondboogarcade en verlicht door drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..
Meubilair
Decoratie grotendeels uitgevoerd door "La Croix Latine", een groep kunstenaars o.l.v. de benedictijn Dom Martin en Anto Carte. Zijbeuken verlicht door drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., afwisselend in wit glas en figuratieve glasramen uitgevoerd door Fernand Colpaert in art-decostijl. Verder de wonderbaarlijke visvangst door Jacques Colpaert, zoon van Fernand (1947); het tegenover liggende glasraam herdenkt de bevrijding van Brussel.
Boven het rondboogportaal geschilderd paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. van Anton Carte met voorstelling van "Het ontslapen van de Maagd Maria". Carte tekende in 1928 eveneens de kartons voor het grote roosvensterRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. van het koor met Maria en het Kind Jezus omgeven door musicerende engelen, de Annunciatie, rechts van het koor, evenals de glasramen in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van de voorgevel met scènes met de evangelisten: de "Ten hemel opneming van Maria en de Heilige Drievuldigheid". "Het Doopsel van Christus" bevindt zich in het voormalig baptisterium. Ook het schilderij met de "Geboorte van Jezus" in het koor is van zijn hand. Voorts vier heiligenbeelden tegen de muren van de zijbeuken: Heilige Jozef, Anna, Joachim en Jan Berchmans. Kruisweg door beeldhouwer Van De Capellen.
Altaren, communiebanken en bekken van doopvonten van marmerwerker Colin. Het beeld van de Onze-Lieve-Vrouw Heilig Hart is het werk van beeldhouwer Van Perck. Orgel in moderne stijl, links van het koor op de tribune met stenen opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., vervaardigd door orgelbouwer Jozef Loncke in 1954.
Presbyterium
Opgetrokken in 1935 n.o.v. architect-directeur Jean Stillemans, 1931, uitgevoerd door aannemer Gustave Dekeyser. Woning in halfopen bebouwing in baksteen van Boom op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van twee bouwlagen.
Rechthoekige muuropeningen in geriemde omlijstingen in Euvillesteen. Decoratieve panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Decoratie grotendeels uitgevoerd door "La Croix Latine", een groep kunstenaars o.l.v. de benedictijn Dom Martin en Anto Carte. Zijbeuken verlicht door drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., afwisselend in wit glas en figuratieve glasramen uitgevoerd door Fernand Colpaert in art-decostijl. Verder de wonderbaarlijke visvangst door Jacques Colpaert, zoon van Fernand (1947); het tegenover liggende glasraam herdenkt de bevrijding van Brussel.
Boven het rondboogportaal geschilderd paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. van Anton Carte met voorstelling van "Het ontslapen van de Maagd Maria". Carte tekende in 1928 eveneens de kartons voor het grote roosvensterRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. van het koor met Maria en het Kind Jezus omgeven door musicerende engelen, de Annunciatie, rechts van het koor, evenals de glasramen in het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van de voorgevel met scènes met de evangelisten: de "Ten hemel opneming van Maria en de Heilige Drievuldigheid". "Het Doopsel van Christus" bevindt zich in het voormalig baptisterium. Ook het schilderij met de "Geboorte van Jezus" in het koor is van zijn hand. Voorts vier heiligenbeelden tegen de muren van de zijbeuken: Heilige Jozef, Anna, Joachim en Jan Berchmans. Kruisweg door beeldhouwer Van De Capellen.
Altaren, communiebanken en bekken van doopvonten van marmerwerker Colin. Het beeld van de Onze-Lieve-Vrouw Heilig Hart is het werk van beeldhouwer Van Perck. Orgel in moderne stijl, links van het koor op de tribune met stenen opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., vervaardigd door orgelbouwer Jozef Loncke in 1954.
Presbyterium
Opgetrokken in 1935 n.o.v. architect-directeur Jean Stillemans, 1931, uitgevoerd door aannemer Gustave Dekeyser. Woning in halfopen bebouwing in baksteen van Boom op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van twee bouwlagen.
Rechthoekige muuropeningen in geriemde omlijstingen in Euvillesteen. Decoratieve panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Bronnen
Archieven
KCML 1.2, Etterbeek. Eglise Notre Dame du Sacré Coeur. Construction 4549.
Publicaties en studies
COEKELBERGHS, D., JANSSENS, W., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Kanton Etterbeek, KIK, Brussel, 1978, p. 14.
KCML 1.2, Etterbeek. Eglise Notre Dame du Sacré Coeur. Construction 4549.
Publicaties en studies
COEKELBERGHS, D., JANSSENS, W., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Kanton Etterbeek, KIK, Brussel, 1978, p. 14.
Inventaire exhaustif des orgues en région bruxelloise, La Renaissance de l'Orgue, Brussel, 1992, p. 72.
MEIRE, R.J., Histoire d'Etterbeek, Musin, Brussel, 1981, pp. 106-107.
Tijdschriften
Tijdschriften
VANDENBEMDEN, Y., “Anto Carte, créateur de vitrail” in Revue des archeologues et historiens d'art de Louvain, XVI, 1983, pp. 145-150.
Websites
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest