Théâtre Marivaux (1922) / Marivaux (1967)
Adolphe Maxlaan 104-106
Sint-Pietersstraat 17-19-21-23-25
Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
cinema/bioscoop
cinema/bioscoop
Ontwerper(s)
D.G. MARINUS – 1873
G. HUBRECHT – 1923
Stijlen
Neoclassicisme
Art deco
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Bioscoopzalen (1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33829
Beschrijving
Huurhuis
met neoclassicistische inslag, naar ontwerp van architect D.G. Marinus van 1873.
Vier bouwlagen + entresol en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, heden met uitgeholde benedenbouw. Oorspronkelijk geblokte hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met winkelraam tussen Toscaanse zuilen en rondboogdeuren, steekboogvensters tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op entresol. Rechthoekige bovenvensters met geriemde omlijsting en paneeldecor onder de lekdrempel; oorspronkelijk gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkon met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. in twee middentraveeën van bel-etage, resterende, dito ondiepe balkons erboven. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. boven panelen en gebroken friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Bioscoop «Marivaux». Oorspronkelijk zogenaamd «Théâtre Pathé-Marivaux», in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., naar ontwerp van architecten Lorant-Heilbron en Lambert (Parijs) en G. Hubrecht van 1923, in opdracht van «Les Grands Palais d’Attractions Pathé Frères», geopend in 1924. Bioscoop met 1700 plaatsen, verdeeld over parterre en twee balkons, met fraaie inkompartij ; structuur van gewapend beton. Opgetrokken ter plaatse van de kleine «Royal Nord Bioscope» (198 plaatsen) uit 1906. Huidige inkom met luifel uit 1956. Verbouwd tot complex met zeven zalen in 1976. Achtergevel aan Sint-Pietersstraat nr. 17-27 : langgerekte lijstgevel in beton, met vier bouwlagen, hoogste als attiek, en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Middenrisaliet van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gemarkeerd door bewerkte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met spiegel en topstuk : breed korfboogportaal met houten vleugeldeuren en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., erboven dito venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verder begane grond met schijnvoegen en diverse uitgangen; bovenverdieping met rechthoekige vensternissen en breed gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; vlakke attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt..
Vier bouwlagen + entresol en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, heden met uitgeholde benedenbouw. Oorspronkelijk geblokte hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met winkelraam tussen Toscaanse zuilen en rondboogdeuren, steekboogvensters tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op entresol. Rechthoekige bovenvensters met geriemde omlijsting en paneeldecor onder de lekdrempel; oorspronkelijk gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkon met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. in twee middentraveeën van bel-etage, resterende, dito ondiepe balkons erboven. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. boven panelen en gebroken friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Bioscoop «Marivaux». Oorspronkelijk zogenaamd «Théâtre Pathé-Marivaux», in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., naar ontwerp van architecten Lorant-Heilbron en Lambert (Parijs) en G. Hubrecht van 1923, in opdracht van «Les Grands Palais d’Attractions Pathé Frères», geopend in 1924. Bioscoop met 1700 plaatsen, verdeeld over parterre en twee balkons, met fraaie inkompartij ; structuur van gewapend beton. Opgetrokken ter plaatse van de kleine «Royal Nord Bioscope» (198 plaatsen) uit 1906. Huidige inkom met luifel uit 1956. Verbouwd tot complex met zeven zalen in 1976. Achtergevel aan Sint-Pietersstraat nr. 17-27 : langgerekte lijstgevel in beton, met vier bouwlagen, hoogste als attiek, en dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Middenrisaliet van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gemarkeerd door bewerkte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met spiegel en topstuk : breed korfboogportaal met houten vleugeldeuren en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., erboven dito venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verder begane grond met schijnvoegen en diverse uitgangen; bovenverdieping met rechthoekige vensternissen en breed gekorniste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; vlakke attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 6159 (1873), 30936 (1923), 76 (1906), 63841 (1956), 85157 (1976).