Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

F. LAUREYSarchitect1874

Stijlen

Neoclassicisme
Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33226
lees meer

Beschrijving

Afgeschuind hoekgebouw (Nieuwbrug nr. 60) in eclectische stijl met neoclassicistische inslag, naar ontwerp van architect F. Laureys van 1974, symmetrisch pendant van het ertegenover liggend hoekgebouw nr. 78-86 (zie nr. 78-86).

Bepleisterde lijstgevel met verwerking van hardsteen; drie bouwlagen + entresol en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Geblokt hoek- en rechterzijrisaliet doorlopend  tot in bedaking; eerst genoemde geaccentueerd door rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en balustraden, dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vernieuwd balkon en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en oorspronkelijk portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). tussen zuilen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., oorspronkelijk met winkelpui en beglaasde entresol met drielichttracering en ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., heden grotendeels verbouwd; rechterprivédeur. Bovenverdieping geritmeerd door rechthoekige lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). en oplopende geprofileerde vensteromlijstingen met sluitsteen, belijnd door respectievelijk gevelbrede en afzonderlijke gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven stafwerkfries en cordon; vereenvoudigde oeil-de-boeufs.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 18064 (1874).