Typologie(ën)
herenhuis
burgerwoning
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1825
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1799
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30175
Beschrijving
Grote Zavel 12. Oorspronkelijk
diephuis met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. waarin
dakkapel met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., uit de 17e-18e eeuw; volgens bouwaanvraag van 1856 verhoogd met
vierde bouwlaag en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met rechte dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Bepleisterde lijstgevel met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie; bewaarde muurankers op derde bouwlaag. Tot 1910 enkelhuisopstand met rechthoekige vensters en deur met imposten onder doorgetrokken waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Aangepast, cf. pui en rondboogvensters van tweede bouwlaag in 1951-1955. Vlak omlijste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede - met bijkomende waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. - en derde bouwlaag. Lage vierde bouwlaag met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en tandlijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met leeuwenkopvulling.
Grote Zavel 12A-13. Neoclassicistisch breedhuis met vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uit ca. 1800-1825.
Eertijds lijstgevel met dubbelhuisopstand - sinds 1833 met winkelraam -, rechthoekige deur en vensters volgens verkleinende ordonnantie, met lekdrempels. Pseudo-mansardedak ter vervanging van zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. sinds 1927. Huidig uitzicht, onder meer gevel- en dakbekleding, ramen, luiken en leuningen, n.o.v. architect F. Delcourt van 1965.
Sint-Annastraat 11-13. Herenhuis in neoclassicistisch stijl met vier bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., 1825.
Gebouwd ter vervanging van traditioneel pand met brede midden- en smallere zijtrapgevels, minstens opklimmend tot de 17e eeuw. Restauratie n.o.v. architect F. Delcourt van 1965.
Bepleisterde voorgevel met vermoedelijk oorspronkelijke zandstenen sokkel, voorzien van getraliede keldergaten. Benedenverdieping met rondboogvensters; neo-Lodewijk XlV-deuromlijsting en korfboogpoort (1965). Rechthoekige vensters op verdiepingen met luiken, haast vierkant in hoogste bouwlaag, met lekdrempels en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Bepleisterde lijstgevel met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie; bewaarde muurankers op derde bouwlaag. Tot 1910 enkelhuisopstand met rechthoekige vensters en deur met imposten onder doorgetrokken waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Aangepast, cf. pui en rondboogvensters van tweede bouwlaag in 1951-1955. Vlak omlijste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede - met bijkomende waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. - en derde bouwlaag. Lage vierde bouwlaag met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en tandlijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met leeuwenkopvulling.
Grote Zavel 12A-13. Neoclassicistisch breedhuis met vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uit ca. 1800-1825.
Eertijds lijstgevel met dubbelhuisopstand - sinds 1833 met winkelraam -, rechthoekige deur en vensters volgens verkleinende ordonnantie, met lekdrempels. Pseudo-mansardedak ter vervanging van zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. sinds 1927. Huidig uitzicht, onder meer gevel- en dakbekleding, ramen, luiken en leuningen, n.o.v. architect F. Delcourt van 1965.
Sint-Annastraat 11-13. Herenhuis in neoclassicistisch stijl met vier bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., 1825.
Gebouwd ter vervanging van traditioneel pand met brede midden- en smallere zijtrapgevels, minstens opklimmend tot de 17e eeuw. Restauratie n.o.v. architect F. Delcourt van 1965.
Bepleisterde voorgevel met vermoedelijk oorspronkelijke zandstenen sokkel, voorzien van getraliede keldergaten. Benedenverdieping met rondboogvensters; neo-Lodewijk XlV-deuromlijsting en korfboogpoort (1965). Rechthoekige vensters op verdiepingen met luiken, haast vierkant in hoogste bouwlaag, met lekdrempels en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Bronnen
Archieven
SAB/OW Sint-Annastraat 11-13: 21762 (1825), 75504 (1965); Grote Zavel 12: 11857 (1856), 5520 (1910), 64253 (1951-1955); 12a-13: 11887 (1833), 33722 (1927), 75504 (1965).