Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1500-1550

Juridisch statuut

Beschermd sinds 17 november 2005

Stijlen

Gotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30194
lees meer

Beschrijving

Rest van belangrijk herenhuis in traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). stijl met laatgotische reminiscenties, opklimmend tot de eerste helft van de 16e eeuw.

Eertijds twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), alleszins met links een getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. geveltop. In de eerste helft van de 18e
eeuw aangepast met halve derde bouwlaag, centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in Lodewijk XIV-stijl en mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Drie rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gesloopt, ten laatste in 1888, tengevolge het doortrekken van de Minimenstraat.

Heden ontpleisterde gevel van bak- en zandsteen met drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Benedenverdieping op hoge zandstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met afzaatAflopend bovenvlak van een dorpel.; verbrede openingen. Boven verdieping in overstek op brede, gedrukte korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. met sterk geprofileerde boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam., opgevangen door
colonnetten met polygonaalRegelmatige veelhoek., geringdVoorzien van een fijne, horizontale band. kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., schoorstuk en koolbladversiering, aanzettend op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Rechte muurankers. Op tweede bouwlaag aangepaste kruiskozijnen met kwartholle neggenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. ontlastingsboogjes, en speklaag in het verlengde van de onderdorpels; links penantParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. mogelijk van brandmuur. Op derde bouwlaag afwijkende verankering en voorheen haast vierkante doch eind 19e eeuw verhoogde kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat., eveneens met vermoedelijk gerecupereerde kwartholle neggenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel..

Bronnen

Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A., 1975, IV, fig. 1502.