Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 19 februari 1998

Stijlen

Traditionele architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30168
lees meer

Beschrijving

Diephuis met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder vooraan afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel verhoogd met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., in Lodewijk XlV-stijl, gedateerd 1728 in de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)..

Gevelverankering door rechte muurankers en slechts ten dele bewaarde zandstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met geprofileerde afzaatAflopend bovenvlak van een dorpel., wijzend op een oudere, mogelijk traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). 17
e-eeuwse kern. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie, met doorgetrokken platbandomlijstingen, die verdiepte panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. vormen in borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., geprofileerde waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van tweede bouwlaag bijkomend, geprofileerd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Voorheen zelfde linker deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping, laatst genoemde verbouwd tot houten winkelpui (1886). Gevelbeëindiging door geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Groot centraal dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met flankerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., vlak omlijste rechthoekige opening, entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en geprofileerd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Gewolfde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in westelijk dakflank.
Achtergevel met aandak.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 11870 (1886), 11894.