Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1699

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 augustus 1988

Stijlen

Traditionele architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30178
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Sint-Annastraat, zogenaamd Den Gulden Baert, later ook Sint-Jozef, diephuis vermoedelijk in traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). bak- en zandsteenbouw achter de huidige cementbepleistering, te dateren in de 17e eeuw.

Drie bouwlagen en tweemaal drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Barokke verhoogde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Rechte en Y-vormige muurankers op de penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. van alle bouwlagen en in de geveltop. Benedenverdieping met deur in de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en winkelpui (1861). Aangepaste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen. Sterk gehavende geveltop met twee geledingen gemarkeerd door waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Eerste geleding met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en trap, links geknikt in het verlengde van de afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechter vermoedelijk aangevuld; achtereenvolgens rondboogvenster en rechthoekig luik. Topgeleding gevormd door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. waarop gestrekt entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; balkgat. Verankerde zijgevel met aangepaste muuropeningen, dakgoot boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Interieur. Indeling in voor- en onderkelderde achterplaats. Balkenlagen met moerbalken op zandstenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en dakspant; houten spiltrapWenteltrap waarvan de treden aan de binnenzijde vastzitten in een verticale as. vanaf de tweede bouwlaag aan de westzijde tussen de voor- en de achterplaats.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 11885 (1861).