Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1700-1750

Juridisch statuut

Beschermd sinds 10 oktober 2002

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30170
lees meer

Beschrijving

Diephuis in classicistische stijl (Lodewijk XlV), met drie bouwlagen en drie traveeën onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., uit ca. 1725.

Bepleisterde lijstgevel verhoogd met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., op oude tekening (De Wal, 1827) aangeduid met jaartal MDCCXXIX (1729) tussen de trigliefen van de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. Gevelritmering door kolossale geblokte, in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gelede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., oorspronkelijk doorlopend over de benedenverdieping. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie op de verdiepingen ,met licht geprofileerde omlijsting en spiegels op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. gevormd door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met trigliefen, drop en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met schijfvormige vulling en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Groot centraal dakvenster met rondboogopening, schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., doorgetrokken pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met zelfde trigliefen en sluitsteen. Flankerende balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met postamenten, waarachter kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Volledig verbouwde pui, tot 1896 enkelhuisopstand met deur in linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 11873 (1896).
KIK, 104186 A.

Publicaties en studies
RENOY G., Le Sablon, Brussel, 1982, p. 18.