Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1835
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30192
Beschrijving
Opbrengsthuis
in neoclassicistische stijl, 1835.
Volgens oude iconografische bronnen ter plaatse van huis met houten puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met overstek uit de 16e eeuw, versteend tot trapgevel in de 17e eeuw.
Drie bouwlagen met mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. en respectievelijk drie en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel en sokkel. Voorgevel, met dubbelhuisopstand, met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogen met geprofileerde booglijst op doorgetrokken imposten. Voorts rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie, kordonvormende geprofileerde lekdrempels, gekrulde ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Gevelbeëindiging door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., liggende mezzaninovensters tussen steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Volgens oude iconografische bronnen ter plaatse van huis met houten puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met overstek uit de 16e eeuw, versteend tot trapgevel in de 17e eeuw.
Drie bouwlagen met mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. en respectievelijk drie en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel en sokkel. Voorgevel, met dubbelhuisopstand, met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogen met geprofileerde booglijst op doorgetrokken imposten. Voorts rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie, kordonvormende geprofileerde lekdrempels, gekrulde ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Gevelbeëindiging door architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., liggende mezzaninovensters tussen steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 18313 (1835).