Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30196
lees meer

Beschrijving

Imposant afgeschuind hoekgebouw bestaande uit drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. opbrengsthuizen in neo-Vlaamse-renaissancestijl, in de gevel gedateerd “1895”. Voorheen zogenaamd L’Aigle.

Tweede prijs in de gevelwedstrijd voor de Joseph Stevensstraat van 1894-1905.

Bakstenen gevel met ruime verwerking van hardsteen en dito elementen, voorzien van smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… lelievormige sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.. Vier bouwlagen en twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder overkragend zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. geaccentueerd door erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., en tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Joseph Stevensstraat doorlopend  in breed dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt. en bolornament. Benedenverdieping met verbrede openingen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. in hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., winkelpuien met bijkomende tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. in uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), omlijste privédeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in de Rollebeekstraat. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met ruw geboste hardstenen hoekkettingenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., en op hoogste verdieping boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).; balustraden en aan weerszij van hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. balkons op verdieping. Halfverheven beeldhouwwerk onder meer adelaars en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. Gewolfde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met spits ; oorspronkelijk ronde dakruiter1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten. met oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. en adelaar, op basis na verwijderd in 1962.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 5909 (1894), 31708 (1894-1905), 76010 (1962).