Voormalig gemeentehuis van Laken en voormalige gemeenteschool
Paleizenstraat over de Bruggen 458-460
Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Louis SPAAK – architect – 1860-1861
Stijlen
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
Tijdens de eerste decennia van de 19e eeuw waren het gemeentebestuur van Laken, dat toen nog weinig personeel had, en de school met haar onderwijzer gehuisvest in een huis aan de Kerkstraat (verdwenen), en dan, rond 1835, in een ouderentehuis nabij de kerk, het Maison du Saint-Esprit, dat toen werd heringericht door architect Spaak en in 1879-1880 werd gesloopt.
Het duurde tot 1860 voordat de gemeente in de Paleizenstraat een administratief complex en een school liet bouwen waarvan het monumentale uitzicht paste bij dat van hun koninklijke buur. Daartoe werden een oud landhuis dat minstens tot de 16e eeuw terugging en een oud bijgebouw van het (verdwenen) kasteel Boschverken door de gemeente gekocht en afgebroken.
Het nieuwe geheel, ontworpen door dezelfde Spaak, oogde als een landhuis en werd gekenmerkt door een grote statigheid en symmetrie. Het was gelegen op de hoek met de huidige Hubert Stiernetstraat (toen de impasse Saint-Georges [Sint-Jorisgang]), achter een binnenplaats geflankeerd door twee hoekpaviljoenen en afgesloten door een hek. Achteraan bevond zich een lage schoolvleugel. De rest van het terrein, trapeziumvormig, bleef onbebouwd. Het linker paviljoen werd wellicht bewoond door de onderwijzer, het rechter huisvestte de politie.
Het eerste paviljoen werd naar links uitgebreid in 1866-1867, het tweede op identieke wijze in 1891-1892, terwijl daarachter enkele nutsgebouwen, hangars en barakken begonnen te verrijzen. In 1874 werd de Raadzaal vergroot ten koste van een aanpalend kantoor, en in 1884 werd de school, waarvan de vier klassen al sinds 1878 niet meer werden gebruikt, aan de gemeentediensten toegewezen.
Het complex werd in 1912 buiten gebruik gesteld, ten gunste van het nieuwe gemeentehuis aan het Emile Bockstaelplein (zie Emile Bockstaellaan nr. 244-246a), hoewel sommige diensten van Openbare Werken er gehuisvest bleven. In de jaren 1970 werden de hoofdgebouwen verhuurd aan een schroothandelaar. In 1995 werden het gemeentehuis en de school, alsook de gevels en de daken van de paviljoenen, als monument beschermd. Het oorspronkelijke hek van de binnenplaats was toen al verdwenen. In 2007-2008, leidde architect H. Verdussen (bureau Archi 2000) de restauratie en de herbestemming van de beschermde delen tot appartementen en zetels van vzw’s, alsook de bouw van zeven woningen met tuintjes aan elke zijde van het perceel.
Beschrijving
Bijna vierkant gebouw van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), opgetrokken in grijs geschilderde bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. bakstenen en hardsteen. Afgelijnd door een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., vooraan met stenen klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., zinken dak met drie hellingen, tegen een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. en doorbroken door een dakterras.
Op een witstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met een hardstenen profiellijst en opengewerkt met twee kelderramen, hoofdgevel met kordonlijsten; centraal, lichtjes uitspringende voorbouw met de ingang, onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Zware hoekpilasters, op de verdieping met spiegel. Op de benedenverdieping, inspringende rondboogdeur op een trappenpartij en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in een identieke arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met stenen boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en sleutel met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Bijpassende onderdorpels op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op de verdieping, rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen omlijsting, het centrale venster onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., de zijvensters onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Zijgevels zonder decoratie en met twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; rondboogvensters op de benedenverdieping, rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping. Achtergevel met drie rondboogvensters ter hoogte van de zolderRuimte onder het dak..
Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling bewaard.
Voormalige school, volledig in beschilderde baksteen, met een breed zadeldak onder houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Rijen van negen rondboogdeuren en -vensters, onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; raamwerk van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met metalen roedeverdeling, bewaard.
Het linker paviljoen en het oorspronkelijke linkerdeel van het rechter paviljoen, haaks op de straat, hebben een identieke compositie, het eerste met dubbele lengte. Anderhalve bouwlaag op witstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met hardstenen afschuiningSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel., onder een leien zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. op een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. PuntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. aan straatzijde versierd met een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. van bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. rondbogen, doorbroken door een doorlopende stenen lijst die tevens als vensterbank dient voor de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdieping aan de binnenplaats. Rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en vensterbank op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in de geveltop, in hetzelfde materiaal, versierd met een consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. van de arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., halvemaan met een archivolt die de boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. van de arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. herneemt.
Aan de binnenplaats, vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rechthoekige muuropeningen op het linker paviljoen, twee op het rechter paviljoen.
Ondiepe laterale uitbreiding (1891-1892) van het rechter paviljoen, met identieke puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., op een hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en met enkel een omlijsting rond de oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
Geplaveide binnenplaats afgesloten door een recent hek dat aan het oorspronkelijke herinnert. Aan de ingang van de impasses aan de zijkanten, in de plaats van arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., verschillende smeedijzeren hekken(recuperatie?) met invloed van de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession..
Interieur. Het hoofdgebouw is in twee volumes ingedeeld, met rechts de trapzaal. De hele inrichting is neoclassicistisch. Op de benedenverdieping, oorspronkelijk twee vertrekken aan elke zijde van de gang, voordat de linker vertrekken in 1874 werden samengevoegd met het oog op de inrichting van een nieuwe raadzaal. Zaal van drie traveeën met geprofileerd plafond en twee paren pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; de schoorsteen is verdwenen. Rechter voorvertrek onder een analoog plafond, bewaarde schoorsteenmantel in carraramarmer. De gang is betegeld met hardsteen en wordt aan de voet van de trap doorbroken door twee beglaasde rondboogdeuren, tussen Toscaanse pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met waaiervormige metalen roedeverdeling. Paneeldeuren met twee vleugels. Links, wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met smal schalmgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis., rechte trapdelen en bordessen en een leuning met fijne balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Analoge indeling op de verdieping, maar met drie kantoren aan de linkerkant; eenzelfde type deur, schoorsteenmantels in witgeaderd zwarte marmer. In de zolderruimte, drie kantoren onder mansarde en een grote zaal achteraan die wordt verlicht door de drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de geveltop. Alle houtwerk is beschilderd. Aan de kant van de gang, deurvleugels in imitatiehout; kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. en trap, inclusief de leuning, versierd met marmerschildering, net als de muren van de circulatieruimten.
Bronnen
Publicaties en studies
CULOT, M. [o.l.v.], Bruxelles Hors Pentagone. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 60.
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel. 24. 24. Laken, Directie Monumenten en Landschappen – Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, 2012, p. 69.
BOLLE, C., MEYFROOTS, G, PIGNATARO, V., Réhabilitation de l’ancien complexe communal de Laeken Palais Outre-Ponts. Etude historique, Raymond Lemaire Internationaal Centrum voor Conservatie, Lemaire, Archi 2000, 1996-1997.
Kaarten / plannen
Plan de Bruxelles et environs, Etablissement Géographique Ph. Vandermaelen, ca 1865.