Bortiergalerie en voormalige Magdalenamarkt
Magdalenasteenweg 55
Duquesnoystraat 14
Sint-Jansstraat 21-25
Bortiergalerij 4, 9, 3
Typologie(ën)
overdekte markt/hal
winkelgalerij
winkelgalerij
Ontwerper(s)
Jean-Pierre CLUYSENAAR – architect – 1847-1848
M. & P. MIGNOT – 1974-1977
Stijlen
Eclectisme
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31315
Beschrijving
Complex bestaande uit een winkelgalerij en overdekte markt, gelegen tussen de Magdalenasteenweg en de
Sint-Jansstraat. Gebouwd na aanleg van de Duquesnoystraat en Sint-Jansstraat, ter ontsluiting van het binnenblok
van voornoemde straten met de Magdalenasteenweg (zie Bortiergalerij).
Magdalenasteenweg nr. 55. Hoofdingang van de Bortiergalerij. Voormalig herenhuis, minstens opklimmend tot eind 17e – begin 18e eeuw. In 1763 aangekocht door de wapenkoning van het hertogdom Brabant, Beydaels, en vervolgens aangepast. Later, tot in ca. 1850 Messageries J.B. Van Gend, vertrekplaats van de diligences naar Parijs. Vervolgens eigendom van P.L.A. Bortier, promotor van het project voor de bouw van de Bortiergalerij en de Magdalenamarkt. Uitgevoerd n.o.v. architect Jean-Pierre Cluysenaar in 1847-1848 (zie Bortiergalerij en Duquesnoystraat nr. 14); hierbij werden het herenhuis op de voorgevel na, de binnenplaats met arcaden en de bijgebouwen reikend tot aan het voormalige Sint-Jansgasthuis gesloopt.
Monumentale frontongevel met classicerende laat-barokordonnantie, opklimmend tot eind 17e – begin 18e eeuw; twee en een halve bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Vermoedelijk aangepast aan de heersende mode in 1763, zie jaartal op eerste bouwlaag, wellicht de gevelbekroning.
Benedenbouw opnieuw aangepast door Cluysenaar in 1847, bij de bouw van de Bortiergalerij. Samen met de galerij gerestaureerd onder leiding van architecten M. en P. Mignot, 1974-1977. Dubbelhuisopstand met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde verdiepingen natuurstenen benedenverdieping, grotendeels hardsteen. Zwaar geboste, door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. geritmeerde benedenverdieping, met centrale rondboogpoort geflankeerd door geriemde zuilen met octogonale sokkel en Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; eertijds tussen rechthoekige zijvensters. De aanpassingen van 1847 omvatten het vergroten van de zijvensters tot open doorgangen, de toevoeging van gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. aan de hoekpilasters, en de vervanging van de vroegere puilijst en een centraal balkon - eertijds met tweedelige barokke balustrade rechtstreeks rustend op de zuilen - door het huidige klassieke entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en aansluitend balkon, met over de zijtraveeën doorlopende balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Huidige zijvitrines met paneel op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. sinds 1858. Verdiepingen geritmeerd door kolossale Ionische pilasters, tweeledig ter markering van de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met sluitsteen in tweede bouwlaag, in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met bijkomende orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het jaartal “ANNO 1763”, in de zijtraveeën met gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en eertijds spiegel op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Halve bovenste verdieping met lage rechthoekige venstertjes in geriemde omlijsting met gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en topstuk + bolornament tussen volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., met bijkomende orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. in de midden- en doorhangende guirlandes in de zijtravee. Breed hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met sterk gelede waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Bekroning door een breed geprofileerd pseudo-fronton met gebeeldhouwd timpaan : symmetrische rolwerkcartouche met maskerkopsleutel en schelp, omlijst door brede volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en geflankeerd door zeegoden met kinkhoorn.
Sint-Jansstraat Nr. 21-25. Oorspronkelijke achtergevel van de Bortiergalerij en de voormalige Magdalenamarkt naar een ontwerp van architect Jean-Pierre Cluysenaar van 1847, voltooid in 1848 (zie Bortiergalerij en Duquesnoystraat nr. 14).
Na restauratie door architecten M. en P. Mignot in 1974-1977, nooduitgang van de Magdalenazaal. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel in neoclassicistische stijl met neo-Italiaanse-renaissance-inslag; vier bouwlagen, de tweede als tussenverdieping en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Horizontale geleding door geprofileerde kordons en het klassieke hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..
Centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogen onder geprofileerde waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en sleutels, gemarkeerd door gestapelde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in respectievelijk Toscaanse, Ionische en Corinthische stijl. Open portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met deelzuilen; bewaard ijzeren hek. Bel-etage met balkon met voluutconsoles en balustrade, blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met panelen, en geaccentueerd entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Rechthoekige zijvensters in geriemde omlijsting en onder meer entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Aangepaste winkelramen.
Duquesnoystraat Nr. 14. Voormalige Magdalenamarkt. Voorheen complex gebouw, één geheel vormend met de Bortiergalerij, met achtergevel in de Sint-Jansstraat. Opgericht onder impuls van P.L.A. Bortier, ter ontsluiting van het binnenblok gevormd door de Duquesnoystraat, de Sint-Jansstraat en de Magdalenasteenweg. Ontworpen door architect Jean-Pierre Cluysenaar in 1847, bouw nog hetzelfde jaar aangevat, ingehuldigd in 1848 (zie Bortiergalerij en Sint-Jansstraat nr. 21-25).
Eerste overdekte markt te Brussel, afgezien van een kleinere bloemenmarkt die kort tevoren door Cluysenaar werd gerealiseerd als onderdeel van de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen (1846-1847). Het project kwam tegemoet aan het streven om de openbare markten om hygiënische en verkeerstechnische redenen uit de straten te verwijderen en onder te brengen in markthallen, blijkens een rapport van de Conseil de Salubrité van 1846. Oorspronkelijk vnl. bedoeld voor de groenteverkopers van de Grasmarkt, doch gebruikt voor uiteenlopende commerciële en mondaine activiteiten. Eén der vroegste omvangrijke ijzerconstructies te Brussel.
De plattegrond beschreef een rechthoek met halfcirkelvormige sluiting. Omvatte twee niveaus boven de kelderverdieping, respectievelijk benedenverdieping aansluitend bij de voorgevel, en een omlopende vrijstaande galerij aansluitend bij de achtergevel en de Bortiergalerij, onder een drieledige dakstructuur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en Polonceauspanten op holle gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommen, tevens verluchtingskokers. Gesloopt met behoud van de voor- en achtergevel, als scherm voor de nieuwe feestzaal, de Magdalenazaal, n.o.v. architecten M. et P. Mignot, in 1957.
Monumentale voorgevel in neo-Italiaanse renaissancestijl, onder de vorm van een dubbele arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., waarbij oorspronkelijk zowel op de benedenverdieping als op de verdieping open galerijen met beglaasde achterwand aansloten. Klaarblijkelijk geïnspireerd op de 14e eeuwse beeldengalerij Loggia dei Lanzi te Firenze. Hardstenen parement; twee bouwlagen en negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Strenge indeling in twee horizontale registersVensterstrook in een topgevel., gemarkeerd door vooruitspringende, verdiepte hoekpilasters. Eerste registerVensterstrook in een topgevel. gevormd door korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. met imposten, geflankeerd door halve bundelpijlersSamengestelde pijler bezet met (half)zuilen, pijlers of pilasters die bogen uit verschillende richtingen opvangt. met geprofileerde basis en Korinthisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; voorheen doorlopende sokkel waarin keldergaten en trappen van drie treden in centrale en hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., heden opengewerkt; beëindiging door vlakke friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en geprofileerde, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Tweede registerVensterstrook in een topgevel. gevormd door rondbogen met meerledige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op halve bundelpijlers, eveneens met Korinthisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; stylobaat als opengewerkte borstwering met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Gevelbeëindiging door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. op kraagstenen en met spiegels, en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Magdalenasteenweg nr. 55. Hoofdingang van de Bortiergalerij. Voormalig herenhuis, minstens opklimmend tot eind 17e – begin 18e eeuw. In 1763 aangekocht door de wapenkoning van het hertogdom Brabant, Beydaels, en vervolgens aangepast. Later, tot in ca. 1850 Messageries J.B. Van Gend, vertrekplaats van de diligences naar Parijs. Vervolgens eigendom van P.L.A. Bortier, promotor van het project voor de bouw van de Bortiergalerij en de Magdalenamarkt. Uitgevoerd n.o.v. architect Jean-Pierre Cluysenaar in 1847-1848 (zie Bortiergalerij en Duquesnoystraat nr. 14); hierbij werden het herenhuis op de voorgevel na, de binnenplaats met arcaden en de bijgebouwen reikend tot aan het voormalige Sint-Jansgasthuis gesloopt.
Monumentale frontongevel met classicerende laat-barokordonnantie, opklimmend tot eind 17e – begin 18e eeuw; twee en een halve bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Vermoedelijk aangepast aan de heersende mode in 1763, zie jaartal op eerste bouwlaag, wellicht de gevelbekroning.
Benedenbouw opnieuw aangepast door Cluysenaar in 1847, bij de bouw van de Bortiergalerij. Samen met de galerij gerestaureerd onder leiding van architecten M. en P. Mignot, 1974-1977. Dubbelhuisopstand met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde verdiepingen natuurstenen benedenverdieping, grotendeels hardsteen. Zwaar geboste, door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. geritmeerde benedenverdieping, met centrale rondboogpoort geflankeerd door geriemde zuilen met octogonale sokkel en Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; eertijds tussen rechthoekige zijvensters. De aanpassingen van 1847 omvatten het vergroten van de zijvensters tot open doorgangen, de toevoeging van gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. aan de hoekpilasters, en de vervanging van de vroegere puilijst en een centraal balkon - eertijds met tweedelige barokke balustrade rechtstreeks rustend op de zuilen - door het huidige klassieke entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en aansluitend balkon, met over de zijtraveeën doorlopende balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Huidige zijvitrines met paneel op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. sinds 1858. Verdiepingen geritmeerd door kolossale Ionische pilasters, tweeledig ter markering van de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met sluitsteen in tweede bouwlaag, in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met bijkomende orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het jaartal “ANNO 1763”, in de zijtraveeën met gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en eertijds spiegel op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Halve bovenste verdieping met lage rechthoekige venstertjes in geriemde omlijsting met gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en topstuk + bolornament tussen volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., met bijkomende orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. in de midden- en doorhangende guirlandes in de zijtravee. Breed hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met sterk gelede waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Bekroning door een breed geprofileerd pseudo-fronton met gebeeldhouwd timpaan : symmetrische rolwerkcartouche met maskerkopsleutel en schelp, omlijst door brede volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en geflankeerd door zeegoden met kinkhoorn.
Sint-Jansstraat Nr. 21-25. Oorspronkelijke achtergevel van de Bortiergalerij en de voormalige Magdalenamarkt naar een ontwerp van architect Jean-Pierre Cluysenaar van 1847, voltooid in 1848 (zie Bortiergalerij en Duquesnoystraat nr. 14).
Na restauratie door architecten M. en P. Mignot in 1974-1977, nooduitgang van de Magdalenazaal. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel in neoclassicistische stijl met neo-Italiaanse-renaissance-inslag; vier bouwlagen, de tweede als tussenverdieping en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Horizontale geleding door geprofileerde kordons en het klassieke hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..
Centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogen onder geprofileerde waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en sleutels, gemarkeerd door gestapelde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in respectievelijk Toscaanse, Ionische en Corinthische stijl. Open portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met deelzuilen; bewaard ijzeren hek. Bel-etage met balkon met voluutconsoles en balustrade, blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met panelen, en geaccentueerd entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Rechthoekige zijvensters in geriemde omlijsting en onder meer entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Aangepaste winkelramen.
Duquesnoystraat Nr. 14. Voormalige Magdalenamarkt. Voorheen complex gebouw, één geheel vormend met de Bortiergalerij, met achtergevel in de Sint-Jansstraat. Opgericht onder impuls van P.L.A. Bortier, ter ontsluiting van het binnenblok gevormd door de Duquesnoystraat, de Sint-Jansstraat en de Magdalenasteenweg. Ontworpen door architect Jean-Pierre Cluysenaar in 1847, bouw nog hetzelfde jaar aangevat, ingehuldigd in 1848 (zie Bortiergalerij en Sint-Jansstraat nr. 21-25).
Eerste overdekte markt te Brussel, afgezien van een kleinere bloemenmarkt die kort tevoren door Cluysenaar werd gerealiseerd als onderdeel van de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen (1846-1847). Het project kwam tegemoet aan het streven om de openbare markten om hygiënische en verkeerstechnische redenen uit de straten te verwijderen en onder te brengen in markthallen, blijkens een rapport van de Conseil de Salubrité van 1846. Oorspronkelijk vnl. bedoeld voor de groenteverkopers van de Grasmarkt, doch gebruikt voor uiteenlopende commerciële en mondaine activiteiten. Eén der vroegste omvangrijke ijzerconstructies te Brussel.
De plattegrond beschreef een rechthoek met halfcirkelvormige sluiting. Omvatte twee niveaus boven de kelderverdieping, respectievelijk benedenverdieping aansluitend bij de voorgevel, en een omlopende vrijstaande galerij aansluitend bij de achtergevel en de Bortiergalerij, onder een drieledige dakstructuur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en Polonceauspanten op holle gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommen, tevens verluchtingskokers. Gesloopt met behoud van de voor- en achtergevel, als scherm voor de nieuwe feestzaal, de Magdalenazaal, n.o.v. architecten M. et P. Mignot, in 1957.
Monumentale voorgevel in neo-Italiaanse renaissancestijl, onder de vorm van een dubbele arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., waarbij oorspronkelijk zowel op de benedenverdieping als op de verdieping open galerijen met beglaasde achterwand aansloten. Klaarblijkelijk geïnspireerd op de 14e eeuwse beeldengalerij Loggia dei Lanzi te Firenze. Hardstenen parement; twee bouwlagen en negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Strenge indeling in twee horizontale registersVensterstrook in een topgevel., gemarkeerd door vooruitspringende, verdiepte hoekpilasters. Eerste registerVensterstrook in een topgevel. gevormd door korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. met imposten, geflankeerd door halve bundelpijlersSamengestelde pijler bezet met (half)zuilen, pijlers of pilasters die bogen uit verschillende richtingen opvangt. met geprofileerde basis en Korinthisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; voorheen doorlopende sokkel waarin keldergaten en trappen van drie treden in centrale en hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., heden opengewerkt; beëindiging door vlakke friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en geprofileerde, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Tweede registerVensterstrook in een topgevel. gevormd door rondbogen met meerledige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op halve bundelpijlers, eveneens met Korinthisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; stylobaat als opengewerkte borstwering met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Gevelbeëindiging door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. op kraagstenen en met spiegels, en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Bronnen
Archieven
Magdalenasteenweg 55: SAB/OW 15476 (1847), 15448 (1858); Duquesnoystraat 14: SAB/OW 6132-6137 (1847-1848); AA, 1847, vol. 44, en 1848, vol. 45; PP 938.
Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A., 1975, III, fig. 951- 952.
Poelaert en zijn tijd, Brussel, 1980, p. 155-157.
WILLAUMEZ, M., Les passages-galeries du XIXe siècle à Bruxelles, Bruxelles, 1983, pp. 49-55.
Websites
BALat KIK-IRPA (gevel Sint-Jansstraat)
BALat KIK-IRPA (portiek Magdalenasteenweg 55)