Typologie(ën)

overdekte markt/hal

Ontwerper(s)

J. ZAJTMANarchitect1987-1989

A. VANDERHEGGEN1881-1883

Juridisch statuut

Beschermd sinds 26 januari 1987

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32982
lees meer

Beschrijving

Opgetrokken in neo-Vlaamse renaissancestijl naar een ontwerp van architect A. Vanderheggen. Bouw aanbesteed in 1880, aangevat in 1881 cf. de jaarankers in de hoekgevels; in 1882 ingericht met kramen en toonbanken. Oorspronkelijk bestemd als markthal voor vleeswaren en zuivelproducten. Geleidelijke teloorgang vanaf 1973 ingevolge de vestiging van de Groothandelsmarkt aan de Werkhuizenkaai; sinds 1977 niet meer in gebruik. In 1987-1989 gerenoveerd n.o.v. architect J. Zajtman, i.o.v. de SA St.-Géry, met herstel van handelsfunctie.

Driebeukige overdekte halconstructie op rechthoekige plattegrond (42 m x 22 m), met afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoeken in de richting van de toegangsstraten tot het gelijknamige plein, nl. de Karperbrug, de Borgwal, Groot Eiland en de Pletinckxstraat), en verticaal oplopende middenpartij met brede bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. (persienneverluchting); lessenaars- en gecombineerde zadelbedaking. Typologisch interessant voorbeeld van toenmalig nutsgebouw met combinatie van historiserendeArchitectuurstrekking (ca. 1850 - 1914) die bijna letterlijk stijlen uit het verleden herneemt, zoals gotiek, renaissance,... architectuur en moderne bouwtechnieken met gebruik van glas- en ijzerbouw.

Bakstenen gevels van twee bouwlagen; blauwe hardsteen voor sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., muurbanden, lijstwerk en decoratieve gevelelementen. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. uitgewerkt als trapgevelsGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt., begrensd door hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en beëindigd door boogfrontons met bekronende dolfijnen of hoornen des overvloeds. Brede korfboogpoorten met booglijst, bewerkte sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.,
entablement en gebroken boogfronton met siervaas; uurwerk in decoratieve omlijsting onder jaarankers 1881. Langsgevels van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op benedenverdieping geritmeerd door rechthoekige spaarvelden waarin dito getraliede tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. ; lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Aflijnend kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en gerestaureerde doorlopende  ijzeren en glazen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Lagere tweede bouwlaag met ruime getraliede rondboogvensters, onder booglijst met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. op verbonden imposten. Decoratief getandLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Gelijkaardige korte, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede oost- en westgevels: centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op benedenverdieping voorzien van gevelplaten onder frontonbekroning, onderbroken voor wapenschild van de stad Brussel; respectievelijk opschrift “Marché Saint-Géry” en in 1907 toegevoegde vermelding van voorheen ter plaatse gelokaliseerde gotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. Sint-Gorikskerk (zie straatbeschrijving). GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbooglichten erboven. Hoger opgetrokken beglaasde middenpartij, geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder zelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met wortelmotief(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel.; centrale verhoogde zadelvormige glaskap.

Interieur. Omlopende driebeukige constructie. IJzeren portiekstructuur met ingeschreven korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en schragende octogonale zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.; zijbeuken op benedenverdieping overspannen door troggewelven, op tweede bouwlaag als galerijenOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden., onder klimmend boogspant, toegankelijk via bordestrappen aan de korte gevels. Rond- en korfboogvormige scheibogen; zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. overal uitgewerkt als cirkels in plaatijzer.
Centrale hardstenen piramidale fontein op vierkante verdiepte sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., van 1767 (zie straatbeschrijving), voorheen omsloten door vier rijen dubbele kramen beneden en toonbanken boven, tijdens renovatie heringericht als centrale vide waarrond een aantal gediversifieerde winkel- en horecazaken onder meer in zgn. Covent Gardenstijl ter hoogte van de galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden.. Kelders overwelfd door kruisgewelven op vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).

Bronnen

Archieven
SAB/AA 1880, rep. 1005, 1882, rep. 1221; N.P.P., M 3; Gemeenteblad, 1880, 3, p. 96, 1882, 3, p. 24.
Archief KCML, dossier 2336.

Persartikels
Chronique des Travaux Publiés, de la Finance, du Commerce et de l’Industrie, 9 april 1882, nr. 15.
L’Emulation, 1882-1883, 8, kol. 6 en 35, pl. 19-24.
SPAPENS C., Le Marché Saint-Géry à Bruxelles (Brabant, 3, 1983, p. 14-23).