Typologie(ën)
overdekte markt/hal
Ontwerper(s)
J. ZAJTMAN – architect – 1987-1989
A. VANDERHEGGEN – 1881-1883
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denk bijvoorbeeld aan het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke landschappen die uit verschillende componenten zijn samengesteld voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32982
Beschrijving
Opgetrokken in
neo-Vlaamse renaissancestijl naar een ontwerp van architect A. Vanderheggen.
Bouw aanbesteed in 1880, aangevat in 1881 cf. de jaarankers in de hoekgevels;
in 1882 ingericht met kramen en toonbanken. Oorspronkelijk bestemd als markthal
voor vleeswaren en zuivelproducten. Geleidelijke teloorgang vanaf 1973
ingevolge de vestiging van de Groothandelsmarkt aan de Werkhuizenkaai; sinds 1977
niet meer in gebruik. In 1987-1989 gerenoveerd n.o.v. architect J. Zajtman,
i.o.v. de SA St.-Géry, met herstel
van handelsfunctie.
Driebeukige overdekte halconstructie op rechthoekige plattegrond (42 m x 22 m), met afgeschuinde hoeken in de richting van de toegangsstraten tot het gelijknamige plein, nl. de Karperbrug, de Borgwal, Groot Eiland en de Pletinckxstraat), en verticaal oplopende middenpartij met brede bovenlichten (persienneverluchting); lessenaars- en gecombineerde zadelbedaking. Typologisch interessant voorbeeld van toenmalig nutsgebouw met combinatie van historiserende architectuur en moderne bouwtechnieken met gebruik van glas- en ijzerbouw.
Bakstenen gevels van twee bouwlagen; blauwe hardsteen voor sokkel, muurbanden, lijstwerk en decoratieve gevelelementen. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. uitgewerkt als trapgevels, begrensd door hoekblokken en beëindigd door boogfrontons met bekronende dolfijnen of hoornen des overvloeds. Brede korfboogpoorten met booglijst, bewerkte sluitsteen, entablement en gebroken boogfronton met siervaas; uurwerk in decoratieve omlijsting onder jaarankers 1881. Langsgevels van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op benedenverdieping geritmeerd door rechthoekige spaarvelden waarin dito getraliede tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder ontlastingsboog ; lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Aflijnend kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en gerestaureerde doorlopende ijzeren en glazen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Lagere tweede bouwlaag met ruime getraliede rondboogvensters, onder booglijst met sluitsteen op verbonden imposten. Decoratief getand friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Gelijkaardige korte, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede oost- en westgevels: centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op benedenverdieping voorzien van gevelplaten onder frontonbekroning, onderbroken voor wapenschild van de stad Brussel; respectievelijk opschrift “Marché Saint-Géry” en in 1907 toegevoegde vermelding van voorheen ter plaatse gelokaliseerde gotische Sint-Gorikskerk (zie straatbeschrijving). GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbooglichten erboven. Hoger opgetrokken beglaasde middenpartij, geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder zelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillons en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met wortelmotief(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel.; centrale verhoogde zadelvormige glaskap.
Interieur. Omlopende driebeukige constructie. IJzeren portiekstructuur met ingeschreven korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en schragende octogonale zuilen; zijbeuken op benedenverdieping overspannen door troggewelven, op tweede bouwlaag als galerijen, onder klimmend boogspant, toegankelijk via bordestrappen aan de korte gevels. Rond- en korfboogvormige scheibogen; zwikken overal uitgewerkt als cirkels in plaatijzer.
Centrale hardstenen piramidale fontein op vierkante verdiepte sokkel, van 1767 (zie straatbeschrijving), voorheen omsloten door vier rijen dubbele kramen beneden en toonbanken boven, tijdens renovatie heringericht als centrale vide waarrond een aantal gediversifieerde winkel- en horecazaken onder meer in zgn. Covent Gardenstijl ter hoogte van de galerij. Kelders overwelfd door kruisgewelven op vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Driebeukige overdekte halconstructie op rechthoekige plattegrond (42 m x 22 m), met afgeschuinde hoeken in de richting van de toegangsstraten tot het gelijknamige plein, nl. de Karperbrug, de Borgwal, Groot Eiland en de Pletinckxstraat), en verticaal oplopende middenpartij met brede bovenlichten (persienneverluchting); lessenaars- en gecombineerde zadelbedaking. Typologisch interessant voorbeeld van toenmalig nutsgebouw met combinatie van historiserende architectuur en moderne bouwtechnieken met gebruik van glas- en ijzerbouw.
Bakstenen gevels van twee bouwlagen; blauwe hardsteen voor sokkel, muurbanden, lijstwerk en decoratieve gevelelementen. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. uitgewerkt als trapgevels, begrensd door hoekblokken en beëindigd door boogfrontons met bekronende dolfijnen of hoornen des overvloeds. Brede korfboogpoorten met booglijst, bewerkte sluitsteen, entablement en gebroken boogfronton met siervaas; uurwerk in decoratieve omlijsting onder jaarankers 1881. Langsgevels van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op benedenverdieping geritmeerd door rechthoekige spaarvelden waarin dito getraliede tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder ontlastingsboog ; lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Aflijnend kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en gerestaureerde doorlopende ijzeren en glazen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Lagere tweede bouwlaag met ruime getraliede rondboogvensters, onder booglijst met sluitsteen op verbonden imposten. Decoratief getand friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Gelijkaardige korte, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede oost- en westgevels: centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op benedenverdieping voorzien van gevelplaten onder frontonbekroning, onderbroken voor wapenschild van de stad Brussel; respectievelijk opschrift “Marché Saint-Géry” en in 1907 toegevoegde vermelding van voorheen ter plaatse gelokaliseerde gotische Sint-Gorikskerk (zie straatbeschrijving). GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbooglichten erboven. Hoger opgetrokken beglaasde middenpartij, geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder zelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillons en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met wortelmotief(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel.; centrale verhoogde zadelvormige glaskap.
Interieur. Omlopende driebeukige constructie. IJzeren portiekstructuur met ingeschreven korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en schragende octogonale zuilen; zijbeuken op benedenverdieping overspannen door troggewelven, op tweede bouwlaag als galerijen, onder klimmend boogspant, toegankelijk via bordestrappen aan de korte gevels. Rond- en korfboogvormige scheibogen; zwikken overal uitgewerkt als cirkels in plaatijzer.
Centrale hardstenen piramidale fontein op vierkante verdiepte sokkel, van 1767 (zie straatbeschrijving), voorheen omsloten door vier rijen dubbele kramen beneden en toonbanken boven, tijdens renovatie heringericht als centrale vide waarrond een aantal gediversifieerde winkel- en horecazaken onder meer in zgn. Covent Gardenstijl ter hoogte van de galerij. Kelders overwelfd door kruisgewelven op vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…).
Bronnen
Archieven
SAB/AA 1880, rep. 1005, 1882, rep. 1221; N.P.P., M 3; Gemeenteblad, 1880, 3, p. 96, 1882, 3, p. 24.
Archief KCML, dossier 2336.
Persartikels
Chronique des Travaux Publiés, de la Finance, du Commerce et de l’Industrie, 9 april 1882, nr. 15.
L’Emulation, 1882-1883, 8, kol. 6 en 35, pl. 19-24.
SPAPENS C., Le Marché Saint-Géry à Bruxelles (Brabant, 3, 1983, p. 14-23).