Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Classicerende barok
Classicisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31311
lees meer

Beschrijving

In oorsprong dubbelwoonst, in classicerende barokstijl, te dateren in eind 17e eeuw – begin 18e eeuw; heden opgesplitst in twee panden. Omvat drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder steile gecombineerde T-vormige schildbedaking met kruisende nokNok, hoogste punt van iets (nok of top). Nokbedekking, afdekking van de nok..

Symmetrische gevel volledig uitgevoerd in zandsteen. Centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en hoekpenanten gemarkeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., geblokt op benedenverdieping, in kolossale ordeZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., met geprofileerde basis, verdiepte schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  en kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen. op de verdiepingen. Horizontale geleding door de brede puilijst, evenwel in de drie linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onderbroken door een vrij recent ingevoegde tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Hoge rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in vlakke omlijsting, de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorheen geaccentueerd door achtereenvolgens een ondiep balkon en een getorsteGedraaid, gewrongen. balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; heden ijzeren leuningen in de drie linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Breed hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., trigliefenfries, tandlijst en vernieuwde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Slechts één bewaarde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Centraal, laat-classicistische houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met schijf- en dropmotief uit eind 18e – begin 19e eeuw, vermoedelijk ter vervanging van een vroegere bekroning. Op de benedenverdieping centrale barokke spiegelboogdeur in hardstenen omlijsting, met geprofileerd en geblokt, kwarthol beloop met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; aansluitend een gedicht rond bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. omlijst door een stucguirlande, gevat in een tweeledige spiegel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Oorspronkelijk vlak omlijste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan weerszijden.
Winkelraam en -interieur uit begin 20e eeuw in het pand links. Klassieke houten winkelpui van 1879, in het pand rechts: middeningang, hoekpilasters,
entablement met pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt. en windbord op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 15465 (1879), 15466.

Websites
BALat KIK-IRPA