Synagoge en Consistoriehuis van Brussel
Regentschapsstraat 32
Joseph Dupontstraat 2-4
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Désiré DE KEYSER – architect – 1875-1878
Stijlen
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Synagoge en aanpalend consistoriehuis (zie Joseph Dupontstraat nr. 2-4) in romano-Byzantijnse stijl, n.o.v. architect D. De Keyser, 1875-1878.
Een eerste synagoge was sinds 1833 gehuisvest in het voormalige Klein Vleeshuis (Dinantplein). Voor de bouw van de huidige synagoog werd in 1868 een architectuurwedstrijd uitgeschreven, waarbij drie ontwerpen voor een gedeelde prijs werden weerhouden. Opdracht toegekend aan eerste laureaat De Keyser, die in 1872 een nieuw ontwerp met monumentale koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. voorlegde. Aankoop van het terrein in hetzelfde jaar. Definitief vereenvoudigd ontwerp in 1874. Aanvang van de bouw in 1875, gevolgd door de plechtige inhuldiging in 1878.
Georiënteerd gebouw met hallenvormige opstand en eenvoudige plattegrond. Peristilium, driebeukig schip van drie dubbele traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en halfronde absis.
Monumentale westgevel van natuursteen op hardstenen sokkel, gedomineerd door twee zijtorens. Centrale puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. gemarkeerd door gelede steunberen en bekroond door een hoog rondboogvormig topstuk waarin de Tafelen der Wet en Davidsster. Drieledig rondboogportaal met archivoltenGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op halve composiete bundelpijlersSamengestelde pijler bezet met (half)zuilen, pijlers of pilasters die bogen uit verschillende richtingen opvangt.; houten deuren met fraai ijzerbeslag. Tweede geleding met rondboogvormig vijflicht op composiete halfzuiltjes, afgesloten door een bogenfries op kraagstenen met rozetten. Radvenster in verdiept halfrond boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). in de derde geleding; plaketten met de namen van de Twaalf Stammen van Israël in de casementen van de archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Beëindiging door een getrapte bogenfries op zuiltjes en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Massieve rechthoekige torens met vier geledingen aangegeven door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). en bogenfriezen, onder vierzijdige gelede koperen helm. Eerste drie geledingen met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. en rondboogvenster met flankeerzuilen; opengewerkte vierde geleding met zuilenarcaden, afgewerkt door een geprononceerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Sober, grotendeels bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. interieur met imitatievoegen, met sterk accent op de rijk gepolychromeerde absis. Ingehouden plastische decoratie, beperkt tot palmetfriezen en composiete acanthuskapitelen, uitgevoerd door G. Houtstont. Peristilium onder kruisgewelven met rondbogige gordels. Tweeledige opstand in het schip. Zijbeuken onderverdeeld door een damesgalerij met opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op rondboogarcaden met composiete deelzuilen; tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met archivoltenGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op composiete halfzuilZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt.. Overkluizing van de middenbeuk door koepelvormige gewelven op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met ritmerende composiete halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt., van de zijbeuken door graatgewelven, en van de galerijen door tongewelven, met rondbogige gordels. Westelijke wand met achtereenvolgens rondboogpoort, omlopende galerij geopend door drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogen op composiete zuilen, en orgelgalerij. Toegevoegde vooruitspringende tribune op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes, met wenteltrappenTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt., n.o.v. architect A. de Burbure van 1908 (vergroot 1926-1927). Oostpartij met halfronde absis, volledig gepolychromeerd en verguld met voorstelling van cultusattributen. Verlicht door een rondbogig vijflicht met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. op composiete zuilen; erboven brede palmetfries en halve koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met zes pseudo-ribben in de beschildering. Gedomineerd door de aron of Heilige Ark, bewaarplaats van de Torarollen, en de bima, beide op een trappenpodium, ingekort n.o.v. architect E. Van Humbeeck van 1897.
Mobilair
Consistorie van de Hoofd Synagoog van Brussel; heden lokalen van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België en de Israëlitische Gemeente van Brussel. Op hoek met Regentschapsstraat, monumentaal pand in eclectische stijl met oriëntalistische reminiscenties, n.o.v. architect Désiré De Keyser van 1874 en gelijktijdig met de Synagoog opgetrokken in 1875-1878 (zie Regentschapsstraat nr. 32).
Bepleisterde gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Twee bouwlagen en respectievelijk zeven en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddak. Regelmatige ordonnantie van de verdiepte rechthoekige centrale deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met latei op kraagstenen, onder een entablement met getande friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). doorgetrokken in een kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. op de begane grond, onder een rozettenfries op de verdiepingen. Doorgetrokken lekdrempels op de benedenverdieping, afzonderlijke met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met stermotief. Bewerkte venstertralies op de benedenverdieping. Oorspronkelijk trouwzaal, oratorium en kantoren op de benedenverdieping, woning van de Opperrabbijn op de verdieping, met centrale vestibule en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
In nr. 4, lager voormalig schoolgebouwtje met twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), n.o.v. architect A. de Burbure, 1909, met zelfde stijlkenmerken doch in eenvoudiger uitvoering.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 20056 (1875-1877), 4680 (1909).
Archief KCML, Plannen Brussel, Synagoog.
Publicaties en studies
Inauguration de la Synagogue de Bruxelles, Brussel, 1878.
La Grande Synagogue de Bruxelles, Contributions à l’histoire des juifs de Bruxelles 1878-1978, Brussel, 1978.
Tijdschriften
BRAEKEN J., "Beth Haknesset, Synagogen in België 1865-1914" (M. & L., 1993, 1, p. 13-45).