Typologie(ën)

klooster/abdij
school

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme
Neobarok

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30487
lees meer

Beschrijving

School- en kloostercomplex, hier vermoedelijk gevestigd sinds het midden van de 19e eeuw, met gebouwen doorlopend  tot de Emest Allardstraat. Renovatie met behoud van de schoolfunctie door architecten GUS (Graux D., Terlinden E. en Vanhamme G.) beëindigd in 1990. Poortrisaliet (Regentschapsstraat) n.o.v. architect A.J. François van 1873, oorspronkelijk met twee doch verhoogd tot drie bouwlagen (1882).
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met omlijste steekboogpoort onder neobarokke rankwerkcartouche
en entablement. Verdiepingen met omlijste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..

Breed gevelfront
(in Ernest Allardstraat nr. 26-28), uit 1887. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagen en twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Verhoogde benedenverdieping met toegangen in de derde en tiende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verdiepingen geritmeerd door steekbooglisenen, belijnd door een kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Binnenplaats aan drie zijden omringd door vleugels uit verschillende perioden van de 19e eeuw, afgesloten door de oudere oostvleugel minstens opklimmend tot de 18e eeuw. Zuidvleugel met kapel van ca. 1860, twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), in baksteen met zwart gesinterd lijstwerk, rondbogige kapel venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping, en vierkante klokkentoren met tweeledige top. Geknikte oudere oostvleugel met twee bouwlagen en tien bij twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; markante kelderverdieping onder driedelig graatgewelf met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., voorts eiken Lodewijk XVI-trap in het interieur.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 20040 (1873), 20043 (1882), 10749 (1887).