Typologie(ën)

gelijkvloers met handelszaak
opbrengsthuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1873

Émile JANLETarchitect1874

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30486
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, 1873.

Vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op benedenverdieping; getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geriemde omlijsting en kordonvormende lekdrempels op verdiepingen, laatst genoemde met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.; klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Winkelraam met houten omlijsting uit 1885.

Regentschapsstraat 27. Op hoek met Coppensstraat. Opbrengsthuis met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, n.o.v. architect E. Janlet, 1874.

Vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en kordonsUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. belijnde onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., geritmeerd door brede rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met booglijst, diamantkopsleutel en waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.; alternerend rechthoekige privé- en winkeldeur onder steekboogvenstertjes, met dito sleutelsSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Verdiepingen geritmeerd door risalietenRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met riemomlijsting en lekdrempel, de bel-etage verrijkt met entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met balkons met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Bronnen

Archieven
SAB/OW Coppenstraat 19: 9704 (1873, 1885); Regentschapsstraat 27: 9704 (1874).