Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1625

Juridisch statuut

Beschermd sinds 17 november 2005

Stijlen

Traditionele architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30189
lees meer

Beschrijving

Diephuis in traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). stijl uit begin 17e eeuw, volgens oude iconografische bronnen oorspronkelijk met slechts drie bouwlagen en tweeledige trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. als bekroning, ter plaatse van breedhuis met houten verdiepingen in overstek uit de 16e eeuw. Geveltop verwijderd in de loop van de 19e eeuw, gereconstrueerd met toevoeging van vierde bouwlaag n.o.v. architect G. Luyckx (1957).

Heden trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerde bedaking. Tweede en derde bouwlaag van bak- en zandsteen met rechte muurankers; voormalige kruiskozijnen met kwartholle neggenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. en brede speklagen in het verlengde van de dorpelsOnderdorpel van een deur.; vernieuwde lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. en lekdrempels. Vierde bouwlaag en éénledige geveltop met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en overhoeks topstuk in kopiërende stijl. Verbouwde benedenverdieping.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 71902 (1957).