Typologie(ën)
appartementsgebouw
werkplaats (ambachtelijk)
burgerwoning
werkplaats (ambachtelijk)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Eclectisme met pittoresk karakter
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 20669
Beschrijving
Complex van kantoren, ateliers en woningen voor slechtzienden, resultaat van opeenvolgende verbouwingen en uitbreidingen van een woning uit 1881.
Geschiedenis
In 1881 liet Jean-Baptiste Charbo, docent aan de Militaire School, een woning bouwen die overeenstemt met de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van het huidige gebouw, verlengd met een omheiningsmuur met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en traliewerk. Charbo, die tot de “groep Tassel” behoorde, wendde zich in 1893 tot architect Victor Horta om de muur te verbouwen tot een bijgebouw voor zijn woning. Dit gebouw had één bouwlaag onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en stemt overeen met de vier huidige rechtertraveeën. In 1912 liet weduwe Charbo het gebouw van Horta verhogen met één bouwlaag in dezelfde stijl door architect E. Courtenay. De inrijpoort uiterst rechts werd in toegangsdeur getransformeerd. In 1929 werd het gebouw ingenomen door het Oeuvre Nationale des Aveugles (ONA) of het Nationaal Werk der Blinden, dat de franciscaan Agnello in 1922 had gesticht volgens een nieuwe benadering van bijstand aan gehandicapten. De instelling bouwde er een lange constructie voor ateliers en woningen voor de blinden (n.o.v. architect G. Gilbert, 1929) en liet de gevel lichtjes wijzigen. In 1979 liet het er een cassettotheek bouwen (n.o.v. architect F. Devos).
Beschrijving
Aan de straatkant, gebouw in eclectische stijl. Zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. De gevel is nadrukkelijk tweekleurig, met een mengeling van bakstenen, die lichtjes van elkaar verschillen volgens de bouwfases, en bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen die thans beschilderd zijn. Op de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inrijpoort uit 1929, vergroot in 1931 (n.o.v. architecten J. Van Hove en J. Van Deuren). Op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), boven de toegangsdeur, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met ronde hoeken rustend op een korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. en zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en bekroond door een oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Spiegels met keramiektegels op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, behalve de deuren op de vierde en de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Grotendeels bewaard interieurdecor (geprofileerde plafonds, schoorstenen, lambrisering). Hoewel het gedeelte dat Victor Horta ontwierp door de latere verbouwingen beschadigd raakte, zijn wellicht nog een schoorsteen in beige en rood marmer en een deuromlijsting van diens hand bewaard.
Haaks aan het gebouw werd een langwerpig bakstenen gebouw van één bouwlaag met pittoresk karakter gebouwd. Het herbergt ateliers en woningen. Thans beschilderd, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak.. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met centraal toegangsvolume onder vijfhoekige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt..
Bronnen
Archieven
GAS/DS 61-90-92.
Publicaties en studies
DULIÈRE, C., Victor Horta, Mémoires, Ministerie van de Franse Gemeenschap van België, Brussel, 1985, pp. 19-23.
GAS/DS 61-90-92.
Publicaties en studies
DULIÈRE, C., Victor Horta, Mémoires, Ministerie van de Franse Gemeenschap van België, Brussel, 1985, pp. 19-23.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid