Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jules BRUNFAUTarchitect1906

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36867
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk burgerhuis in eclectische stijl met invloed van neo-Vlaamse renaissancestijl en van de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., ontworpen i.o.v. H. Leboeuf door architect Jules Brunfaut, 1906.

Maakt deel uit van een opmerkelijke huizenrij die begint op nr.177 (op grondgebied Elsene) en eindigt op nr.187.

Opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedak. Bakstenen gevel versierd met hardstenen elementen en met banden en elementen in witsteen. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder lessenaarsdak over de eerste twee bouwlagen, versierd met een smeedijzeren structuur gevormd door fijne zuiltjes en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Vensterleuningen. Tweede verdieping versierd met een keramiekfries; hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een sgraffito. Mansardedak verlicht door twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder fronton. Raamwerk vervangen.

Interieur. In het midden van het huis, groot trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht door een daklicht en aangevuld met een diensttrap.

Achteruitbouwstrook gedeeltelijk aangelegd als tuintje en afgesloten door een ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel, bewaard.


Bronnen

Archieven
GAE/DS 233-niet geklasseerd fonds.
GAV/DS 4011 (1906), 6850, 12456 (1934), 21172.