Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
Jules BRUNFAUT – architect – 1902
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 5398
Beschrijving
op hoek met Brugmannlaan. Opmerkelijk herenhuis en tevens enige art-nouveaurealisatie van Jules Brunfaut,1902. Genoemd naar opdrachtgever Édouard Hannon (1853-1931), ingenieur bij firma Solvay.
Na het overlijden van zijn dochter staat het gebouw bloot aan vandalisme. Gevels, daken en tuinmuur beschermd sinds 18.11.1976, interieur sinds 29.11.1983. Na aankoop door gemeente, volgt tussen 1984 en 1989 een grondige restauratie o.l.v. architect Louis Hoebeke. Sinds 1989 zijn in de Woning Hannon de tentoonstellingszalen van de Espace photographique Contretype ondergebracht.
Drie bouwlagen (laatste in hoofdgestel) en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Brugmannlaan, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op hoek en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Verbindingslaan.
Gevel in Euvillesteen met elementen in witte Silezische baksteen en hardsteen. Hoge geprofileerde sokkel met vijf getraliede keldervensters. Korf- of rondboogvormige muuropeningen met concave omlijsting en geprofileerde dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., op beneden- en attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. in de vorm van doorlopende kordons. Hardstenen hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met drie identieke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste twee bouwlagen; geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die op verdiepingen uitlopen tot voluutvormige postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; achterliggende pilastertjes ondersteunen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en omlijsten bas-reliëfs “De Spinster” en “De Tijd” van Victor Rousseau (1865-1958) op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van tweede verdieping onder gebroken pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt..
Op traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Brugmannlaan tweelicht in beide bouwlagen binnen één omlijsting met accoladevormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; muuropening op verdiepingen met gewelfd balkon met dito smeedwerk.
Gevel met fraaie volumespeling in Verbindingslaan. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met wintertuin op benedenverdieping en inspringend tussen schuine muurdammen op verdiepingen; bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met florale glasramen van Raphaël évaldre, leerling van Louis Comfort Tiffany, en zinken dak; vervolgens drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder schouderboogvormige waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., tweelicht en bekronend gebroken pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt.. Links toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met vleugeldeur met gewelfd bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met floraal glasraam. Gevel verlengd tot aan de nu gesloopte stallingen in Félix Delhassestraat door tuinmuur met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met typerend kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..
Achtergevel met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Links witstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. tussen schuine muurdammen; op tweede verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. deelzuiltjes en balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; bekronende schouderboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Rechts dubbele vleugeldeur onder schouderboogvormige tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en vierdelig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.; op verdiepingen gebogen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. onder klein rondboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Steeds gebogen bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roeden.
Oorspronkelijk interieur met speciaal daartoe ontworpen vazen, lampen en meubels n.o.v. kunstenaar émile Gallé (1848-1904) uit Nancy en geleverd in 1904; vervolledigd in 1910 met meubilair n.o.v. Louis Majorelle; nu grotendeels verspreid.
Kleine gewelfde hal met getraliede deur naar tuin, andere naar kelder en ovaal Amerikaans glasraam boven toegangsdeur met gestileerde vlindermotieven. Hoger en centraal gelegen grote hal leidt naar eetkamer, wintertuin, fumoir en salon; gewelfd plafond versierd met gestileerde bloemen, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van eikenbladeren en eikels; wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. in acajou met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. door Pierre Desmedt; fresco's op wanden door Paul-Albert Baudouin (Rouen, 1844-1931) met voorstelling van jongeman, getroost door zijn muze, kijkend naar vliegende gesluierde lierspeelsters, tegen zeelandschap met afboordende olijfbomen en laurieren.
In fumoir friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van allegorische figuren in landschap met fruitbomen, getekend en gedateerd “P. Baudouin 1904”. Klassiek geïnspireerde mozaïekvloer in grote hal als in wintertuin, met centraal geometrische figuren, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van hulstbladeren en van bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en contrabogen. Gedeeltelijk gerestaureerde glasramen in wintertuin stellen golvende zachtpaarse en gele planten voor. In andere kamers parket met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in houtmozaïek, hoge plint en marmeren schoorsteen.
Op eerste verdieping drie slaapkamers (twee vooraan), badkamer en dressing-room met hoge wandkasten en houten radiatorkast. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met gereconstrueerd glasraam met guirlandes van blauwe bloemen, op basis van bewaarde scherven. Hoogste verdieping met kamers voor personeel en bibliotheek/bureau onder tongewelf aan tuinzijde; trapleuning in Japanse stijl; gebogen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van traphal oorspronkelijk met glas-in-lood.
Na het overlijden van zijn dochter staat het gebouw bloot aan vandalisme. Gevels, daken en tuinmuur beschermd sinds 18.11.1976, interieur sinds 29.11.1983. Na aankoop door gemeente, volgt tussen 1984 en 1989 een grondige restauratie o.l.v. architect Louis Hoebeke. Sinds 1989 zijn in de Woning Hannon de tentoonstellingszalen van de Espace photographique Contretype ondergebracht.
Drie bouwlagen (laatste in hoofdgestel) en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Brugmannlaan, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op hoek en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Verbindingslaan.
Gevel in Euvillesteen met elementen in witte Silezische baksteen en hardsteen. Hoge geprofileerde sokkel met vijf getraliede keldervensters. Korf- of rondboogvormige muuropeningen met concave omlijsting en geprofileerde dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., op beneden- en attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. in de vorm van doorlopende kordons. Hardstenen hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met drie identieke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste twee bouwlagen; geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die op verdiepingen uitlopen tot voluutvormige postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. van balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; achterliggende pilastertjes ondersteunen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en omlijsten bas-reliëfs “De Spinster” en “De Tijd” van Victor Rousseau (1865-1958) op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van tweede verdieping onder gebroken pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt..
Op traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Brugmannlaan tweelicht in beide bouwlagen binnen één omlijsting met accoladevormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; muuropening op verdiepingen met gewelfd balkon met dito smeedwerk.
Gevel met fraaie volumespeling in Verbindingslaan. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met wintertuin op benedenverdieping en inspringend tussen schuine muurdammen op verdiepingen; bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met florale glasramen van Raphaël évaldre, leerling van Louis Comfort Tiffany, en zinken dak; vervolgens drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder schouderboogvormige waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., tweelicht en bekronend gebroken pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt.. Links toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met vleugeldeur met gewelfd bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met floraal glasraam. Gevel verlengd tot aan de nu gesloopte stallingen in Félix Delhassestraat door tuinmuur met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met typerend kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..
Achtergevel met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Links witstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. tussen schuine muurdammen; op tweede verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. deelzuiltjes en balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; bekronende schouderboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Rechts dubbele vleugeldeur onder schouderboogvormige tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en vierdelig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.; op verdiepingen gebogen balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. onder klein rondboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Steeds gebogen bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roeden.
Oorspronkelijk interieur met speciaal daartoe ontworpen vazen, lampen en meubels n.o.v. kunstenaar émile Gallé (1848-1904) uit Nancy en geleverd in 1904; vervolledigd in 1910 met meubilair n.o.v. Louis Majorelle; nu grotendeels verspreid.
Kleine gewelfde hal met getraliede deur naar tuin, andere naar kelder en ovaal Amerikaans glasraam boven toegangsdeur met gestileerde vlindermotieven. Hoger en centraal gelegen grote hal leidt naar eetkamer, wintertuin, fumoir en salon; gewelfd plafond versierd met gestileerde bloemen, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van eikenbladeren en eikels; wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. in acajou met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. door Pierre Desmedt; fresco's op wanden door Paul-Albert Baudouin (Rouen, 1844-1931) met voorstelling van jongeman, getroost door zijn muze, kijkend naar vliegende gesluierde lierspeelsters, tegen zeelandschap met afboordende olijfbomen en laurieren.
In fumoir friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van allegorische figuren in landschap met fruitbomen, getekend en gedateerd “P. Baudouin 1904”. Klassiek geïnspireerde mozaïekvloer in grote hal als in wintertuin, met centraal geometrische figuren, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van hulstbladeren en van bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en contrabogen. Gedeeltelijk gerestaureerde glasramen in wintertuin stellen golvende zachtpaarse en gele planten voor. In andere kamers parket met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in houtmozaïek, hoge plint en marmeren schoorsteen.
Op eerste verdieping drie slaapkamers (twee vooraan), badkamer en dressing-room met hoge wandkasten en houten radiatorkast. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met gereconstrueerd glasraam met guirlandes van blauwe bloemen, op basis van bewaarde scherven. Hoogste verdieping met kamers voor personeel en bibliotheek/bureau onder tongewelf aan tuinzijde; trapleuning in Japanse stijl; gebogen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van traphal oorspronkelijk met glas-in-lood.
Bronnen
Archieven
ACSG/Urb. 128 (1902), 276 (1903).
Fonds Jules Brunfaut, AAM.
Publicaties en studies
Academie en Art Nouveau, 50 artistes autour de Victor Horta (Tentoonstellingscatalogus), Les Amis de l'Académie Royale des Beaux-Arts asbl, Brussel, 1996, pp. 55-57.
BONNET, D., Jules Brunfaut 1852-1942, (Mémoire) Institut supérieur d'architecture de l'état La Cambre, Brussel, 1985, pp. 253-271.
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles. Capitale de l'Art Nouveau, Marc Vokaer, Brussel, 1992.
Brussel, beschermde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, pp. 123-124.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, éd. de l'octogone, Brussel – Louvain-la-Neuve, 2000, p. 158.
CELIS, M., L'Hôtel Hannon, éd. Contretype, Brussel, 2003.
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art Nouveau in België : architectuur en interieurs, lannoo, Tielt, 1996 (Architectuur in België; 1996 : 2), pp. 202-204.
MEERS, L., Art Nouveau wandelingen in Brussel, lannoo, Tielt, 1995, pp. 70-74.
MESNIL, C., L'Art Nouveau aujourd'hui à Bruxelles, éd. J.-M. Collet, Brussel, 1992, pp. 50-54.
REHME, W., Die architektur der neuen freien schule, Baumgartner's Bauchhandlung, Leipzig, [1901], pl. 63.
Tijdschriften
'Maison rue Henri Wafelaerts (avenue Brugmann) Bruxelles, 1903, architecte J. Brunfaut', L'Émulation, 1905, pl. 26-29.
ACSG/Urb. 128 (1902), 276 (1903).
Fonds Jules Brunfaut, AAM.
Publicaties en studies
Academie en Art Nouveau, 50 artistes autour de Victor Horta (Tentoonstellingscatalogus), Les Amis de l'Académie Royale des Beaux-Arts asbl, Brussel, 1996, pp. 55-57.
BONNET, D., Jules Brunfaut 1852-1942, (Mémoire) Institut supérieur d'architecture de l'état La Cambre, Brussel, 1985, pp. 253-271.
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles. Capitale de l'Art Nouveau, Marc Vokaer, Brussel, 1992.
Brussel, beschermde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, Brussel, 1994, pp. 123-124.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, éd. de l'octogone, Brussel – Louvain-la-Neuve, 2000, p. 158.
CELIS, M., L'Hôtel Hannon, éd. Contretype, Brussel, 2003.
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art Nouveau in België : architectuur en interieurs, lannoo, Tielt, 1996 (Architectuur in België; 1996 : 2), pp. 202-204.
MEERS, L., Art Nouveau wandelingen in Brussel, lannoo, Tielt, 1995, pp. 70-74.
MESNIL, C., L'Art Nouveau aujourd'hui à Bruxelles, éd. J.-M. Collet, Brussel, 1992, pp. 50-54.
REHME, W., Die architektur der neuen freien schule, Baumgartner's Bauchhandlung, Leipzig, [1901], pl. 63.
Tijdschriften
'Maison rue Henri Wafelaerts (avenue Brugmann) Bruxelles, 1903, architecte J. Brunfaut', L'Émulation, 1905, pl. 26-29.
CELIS, M., 'Door het oog van de naald : de Art Nouveau-woning van Edouard Hannon', M & L, 1, 1990, pp. 41-51.
AUBRY, F., ‘Het hotel Hannon, een uitzonderlijk voorbeeld van de Art Nouveaustijl te Brussel', De woonstede door de eeuwen heen, 46, 1980, pp. 14-25.'Maison située avenue Brugmann, architecte Mr. Brunfaut ', Vers L'Art, 5, 1909, pl. 28.