Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1910
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neogotiek
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 36823
Beschrijving
Opmerkelijk
burgerhuis in eclectische stijl met neogotische invloed, 1910.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 62 tot nr. 82.
Opstand van drie bouwlagen en twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechts bekroond door een puntgevel met pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje., onder topstuk. Gevel in oranjekleurige baksteen versierd met elementen in witsteen, op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Rechthoekige, rondbogige of spitsboogvormige muuropeningen met stenen kruiskozijn of zuilvormige moneelStenen vensterstijl.. Op de eerste verdieping van de linkertravee, balkon met neogotische stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; op de tweede, opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (drielobbige motieven). Op de benedenverdieping van de rechtertravee, toegang gevormd door een centrale toegangsdeur achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en geflankeerd door twee smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Onder het bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap., deur naar de kelderverdieping. Ankers met fleur de lis-motief. Dakkapel onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Schrijnwerk deels bewaard (raamwerk met roedeverdeling). Garage ingericht in de kelderverdieping in 1951.
Achteruitbouwstrook gedeeltelijk aangelegd als tuintje en afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel, bewaard.
Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 62 tot nr. 82.
Opstand van drie bouwlagen en twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechts bekroond door een puntgevel met pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje., onder topstuk. Gevel in oranjekleurige baksteen versierd met elementen in witsteen, op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Rechthoekige, rondbogige of spitsboogvormige muuropeningen met stenen kruiskozijn of zuilvormige moneelStenen vensterstijl.. Op de eerste verdieping van de linkertravee, balkon met neogotische stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; op de tweede, opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (drielobbige motieven). Op de benedenverdieping van de rechtertravee, toegang gevormd door een centrale toegangsdeur achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en geflankeerd door twee smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Onder het bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap., deur naar de kelderverdieping. Ankers met fleur de lis-motief. Dakkapel onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Schrijnwerk deels bewaard (raamwerk met roedeverdeling). Garage ingericht in de kelderverdieping in 1951.
Achteruitbouwstrook gedeeltelijk aangelegd als tuintje en afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel, bewaard.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 5132
(1910), 15762 (1951), 25851 (2015).