Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
H. REMAGEN – architect – 1910
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 36822
Beschrijving
Burgerhuis
in eclectische stijl, n.o.v. architect H. Remagen
(signatuur op de gevel), 1910.
Vormt het begin van een bijzonder homogene huizenrij, tot nr. 82.
Opstand van twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., met op de hoofdtravee een klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. Gevel thans witbepleisterd met hardstenen elementen. Rondbogige of getoogde muuropeningen. Op de benedenverdieping, gebogen bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met een drielicht met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met ijzeren borstwering; bekroond door een terras afgesloten door een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. analoog aan die van de benedenverdieping. Mansardedak verlicht door een dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Garage op kelderverdieping ingericht in 1967. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Achteruitbouwstrook vroeger gedeeltelijk aangelegd als tuintje en oorspronkelijk afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel.
Vormt het begin van een bijzonder homogene huizenrij, tot nr. 82.
Opstand van twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., met op de hoofdtravee een klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is.. Gevel thans witbepleisterd met hardstenen elementen. Rondbogige of getoogde muuropeningen. Op de benedenverdieping, gebogen bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met een drielicht met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met ijzeren borstwering; bekroond door een terras afgesloten door een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. analoog aan die van de benedenverdieping. Mansardedak verlicht door een dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Garage op kelderverdieping ingericht in 1967. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Achteruitbouwstrook vroeger gedeeltelijk aangelegd als tuintje en oorspronkelijk afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 5278
(1910), 19119 (1967).