Typologie(ën)
burgerwoning
herenhuis
herenhuis
Ontwerper(s)
Jules BRUNFAUT – architect – 1907
Jef LAMBEAUX – beeldhouwer – 1907
Stijlen
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 36860
Beschrijving
Opmerkelijk
geheel bestaande uit een herenhuis en een burgerhuis die eenzelfde monumentale
gevel in Franse neorenaissancestijl delen, n.o.v. architect Jules Brunfaut
(signatuur op de benedenverdieping), gedateerd ter hoogte van het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. “MCMVII”
(1907).
Maakt deel uit van een homogene huizenrij, van nr.151 tot nr.159.
Imposante opstand van drie bouwlagen en zeven traveeën, de centrale breder: de eerste vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) stemmen overeen met het herenhuis, de drie volgende met het burgerhuis. Gevel volledig bekleed met witsteen. Benedenverdieping versierd met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Getoogde muuropeningen in de eerste en derde bouwlaag; rondbogige muuropeningen in de tweede bouwlaag die worden geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. op een borstwering versierd met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de eerste verdieping versierd met een groot bas-reliëf van Jef Lambeaux dat een vrouwelijke allegorie voorstelt (de Muziek), tussen twee Ionische halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. waarop een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. rust dat zelf wordt bekroond door twee vuurpotten en een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd..

Op de benedenverdieping, centrale smeedijzeren inrijpoort, geflankeerd door oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., die toegang geeft tot het herenhuis; ter hoogte van de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), smeedijzeren toegangsdeur van het herenhuis. Mansardedak afgesloten door de balustradeHekwerk van spijlen of balusters. versierd met stenen vazen. Schrijnwerk bewaard.
Opdrachtgever Jules Philippot, toenmalig gedelegeerd bestuurder van de Charbonnages de Bohême, bezat een grote verzameling beeldhouwwerken van Jef Lambeaux.
Interieur. Op de eerste verdieping van het herenhuis, ter hoogte van het bas-reliëf (buitenkant) van J. Lambeaux, voormalige tentoonstellingszaal die zenitaal zou worden verlicht.
Achteruitbouwstrook aangelegd als tuintje en afgesloten door een ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel.
Bescherming 01.06.1987 en 29.03.1990
Maakt deel uit van een homogene huizenrij, van nr.151 tot nr.159.
Imposante opstand van drie bouwlagen en zeven traveeën, de centrale breder: de eerste vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) stemmen overeen met het herenhuis, de drie volgende met het burgerhuis. Gevel volledig bekleed met witsteen. Benedenverdieping versierd met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Getoogde muuropeningen in de eerste en derde bouwlaag; rondbogige muuropeningen in de tweede bouwlaag die worden geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. op een borstwering versierd met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de eerste verdieping versierd met een groot bas-reliëf van Jef Lambeaux dat een vrouwelijke allegorie voorstelt (de Muziek), tussen twee Ionische halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. waarop een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. rust dat zelf wordt bekroond door twee vuurpotten en een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd..

Op de benedenverdieping, centrale smeedijzeren inrijpoort, geflankeerd door oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster., die toegang geeft tot het herenhuis; ter hoogte van de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), smeedijzeren toegangsdeur van het herenhuis. Mansardedak afgesloten door de balustradeHekwerk van spijlen of balusters. versierd met stenen vazen. Schrijnwerk bewaard.
Opdrachtgever Jules Philippot, toenmalig gedelegeerd bestuurder van de Charbonnages de Bohême, bezat een grote verzameling beeldhouwwerken van Jef Lambeaux.
Interieur. Op de eerste verdieping van het herenhuis, ter hoogte van het bas-reliëf (buitenkant) van J. Lambeaux, voormalige tentoonstellingszaal die zenitaal zou worden verlicht.
Achteruitbouwstrook aangelegd als tuintje en afgesloten door een ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel.
Bescherming 01.06.1987 en 29.03.1990
Bronnen
Archieven
GAV/DS 4162
(1907), 4503 (1908).
Publicaties en studies
BONNET, D., Jules
Brunfaut 1852-1942 (proefschrift architectuur), La Cambre ISACF, Brussel,
1985, p.
324.