Typologie(ën)
burgerwoning
herenhuis
herenhuis
Ontwerper(s)
Paul VIZZAVONA – architect – 1908
Stijlen
Art nouveau
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 16415
Beschrijving
Op grondgebied van Elsene en Vorst, opmerkelijk geheel n.o.v. arch. Paul Vizzavona, 1908.
Drie gebouwen in eclectische stijl met art-nouveauelementen: Huis Vandenbroeck met aan weerszijden een burgerwoning.
Alleen Brugmannlaan nr. 178 bevindt zich op Elsene.
Met nr.177 Molièrelaan begint , op grondgebied Vorst, een opmerkelijke huizenrij die eindigt op nr.187.
Het geheel is opmerkelijk omwille van zijn compositie. Het herenhuis op de hoek werd door de architect in het stedelijk landschap geïntegreerd dankzij de twee aanpalende huizen waarvan de gevel is aangepast aan de dominerende stijl in hun respectieve lanen. Tegelijk creëerde hij een verbinding tussen de gevels door middel van het verwante ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Tuin voor herenhuis op de hoek (Brugmannlaan nr. 176 – Molièrelaan nr. 177, Vorst) aan Molièrelaan omgeven door smeedijzeren hek tussen gesculpteerde witstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession..
Drie bouwlagen onder hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Molièrelaan, drie hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in Brugmannlaan. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van onregelmatige breedte, maar met regelmatige, vaak per drie gegroepeerde ordonnantie waarbij twee smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) een bredere flankeren.
Gevel representatief voor evenwicht tussen Frans classicisme en art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Witstenen gevel met getoogde of korfboogvensters onder groot mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met op de hoek een tentdak, dat typisch is voor het werk van P. Vizzavona, en decoratieve art-nouveauelementen.
Op benedenverdieping van gevel in Molièrestraat smeedijzeren dubbele deur. Op tweede verdieping van hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. stenen balkon.
Hoektraveeën in vorm van halve toren, bekroond met hoog tentdak; deze constructie accentueert risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. van gevel in Brugmannlaan. Smeedijzeren deur.
Decoratieve elementen geïnspireerd door de stijl van Victor Horta, in wiens atelier Vizzavona als tekenaar werkte: o.m. vensteromlijstingen met vloeiende lijnen, bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling op de eerste verdieping, bijzondere borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de balkons op de tweede verdieping.
Leistenen dak met elegante witstenen dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Interieur. De art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. beperkt zich tot de gevel. Zowel het grondplan als de aankleding van het interieur refereert aan de Franse architectuur. Dit was een gangbare praktijk vóór 1914, toen de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. onder invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. vaak gecombineerd werd met een eclectische aankleding geïnspireerd door de Franse 18e eeuw.
Het herenhuis bezit talrijke ruime vertrekken. Hoewel de interne organisatie deels gewijzigd is, is in talrijke vertrekken de oorspronkelijke aankleding bewaard. Centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met witmarmeren trap zenitaal verlicht door glazen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis..
Op de eerste verdieping meerdere bewaarde salons in Lodewijk-XVI-stijl: lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … vaak geritmeerd door Corinthische pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., muurschilderingen, plafonds met sierlijsten in stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer., marmeren schouwen, verguldsel, enz.
Op de tweede verdieping aan tuinzijde bevindt zich een bijzondere, drielobbige wintertuin, verlicht door een ronde glazen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met okergeel glas-in-lood; de muren zijn bekleed met bijzonder verfijnde chinoiserieën, geïnspireerd door de eerste chinoiserieën die in de loop van de 18e eeuw in het westen verschenen. De stijl is verwant aan die van Christophe Huet (1700-1759), een schilder die in die tijd in Frankrijk gespecialiseerd was in muurschilderingen in Chinese stijl en singeries (GRUBER, A., 1992, pp. 278-281). In een decor met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., acanthusbladeren, bloemen en pauwen tronen personages van hoge Chinese afkomst onder een elegant paviljoen; ze zijn vergezeld van rijkelijk geklede apen.
Op de hoek van de tweede verdieping bevindt zich een salon in Lodewijk- XVI-stijl.
Brugmannlaan nr. 178. Huis met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
Hoge hardstenen en witstenen sokkel. Gevel in cremekleurige baksteen met hardstenen elementen en tal van elementen in ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. met gelijkaardige soepele lijnen als die van twee andere gevels. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren leuning. In tweede bouwlaag doorlopend balkon op grootse hardstenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op verdiepingen bovenkant van muurdammen met witstenen bas-reliëf met plantenmotieven in art-nouveaustijl. Sierlijke smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dubbele houten deur met gesculpteerde stenen omlijsting, bekroond met gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Uitspringende houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in frontonvorm. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Leistenen dak. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Molièrelaan nr. 179 (Vorst). Huis in eclectische stijl met art-nouveau- en Beaux-Artsinvloeden.
Drie bouwlagen en twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Hardstenen sokkel. Gevel in witte baksteen geritmeerd door hardstenen omlijstingen van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vloeiende lijnen in art-nouveaustijl. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In tweede bouwlaag doorlopend balkon met verfijnde smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-nouveau. Leistenen dak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Voortuin met smeedijzeren hekwerk in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession..
Beschermd op 28.06.2001.
Drie gebouwen in eclectische stijl met art-nouveauelementen: Huis Vandenbroeck met aan weerszijden een burgerwoning.
Alleen Brugmannlaan nr. 178 bevindt zich op Elsene.
Met nr.177 Molièrelaan begint , op grondgebied Vorst, een opmerkelijke huizenrij die eindigt op nr.187.
Het geheel is opmerkelijk omwille van zijn compositie. Het herenhuis op de hoek werd door de architect in het stedelijk landschap geïntegreerd dankzij de twee aanpalende huizen waarvan de gevel is aangepast aan de dominerende stijl in hun respectieve lanen. Tegelijk creëerde hij een verbinding tussen de gevels door middel van het verwante ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Tuin voor herenhuis op de hoek (Brugmannlaan nr. 176 – Molièrelaan nr. 177, Vorst) aan Molièrelaan omgeven door smeedijzeren hek tussen gesculpteerde witstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession..
Drie bouwlagen onder hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Molièrelaan, drie hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in Brugmannlaan. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van onregelmatige breedte, maar met regelmatige, vaak per drie gegroepeerde ordonnantie waarbij twee smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) een bredere flankeren.
Gevel representatief voor evenwicht tussen Frans classicisme en art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Witstenen gevel met getoogde of korfboogvensters onder groot mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met op de hoek een tentdak, dat typisch is voor het werk van P. Vizzavona, en decoratieve art-nouveauelementen.
Op benedenverdieping van gevel in Molièrestraat smeedijzeren dubbele deur. Op tweede verdieping van hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. stenen balkon.
Hoektraveeën in vorm van halve toren, bekroond met hoog tentdak; deze constructie accentueert risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. van gevel in Brugmannlaan. Smeedijzeren deur.
Decoratieve elementen geïnspireerd door de stijl van Victor Horta, in wiens atelier Vizzavona als tekenaar werkte: o.m. vensteromlijstingen met vloeiende lijnen, bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling op de eerste verdieping, bijzondere borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de balkons op de tweede verdieping.
Leistenen dak met elegante witstenen dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Interieur. De art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. beperkt zich tot de gevel. Zowel het grondplan als de aankleding van het interieur refereert aan de Franse architectuur. Dit was een gangbare praktijk vóór 1914, toen de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. onder invloed van de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. vaak gecombineerd werd met een eclectische aankleding geïnspireerd door de Franse 18e eeuw.
Het herenhuis bezit talrijke ruime vertrekken. Hoewel de interne organisatie deels gewijzigd is, is in talrijke vertrekken de oorspronkelijke aankleding bewaard. Centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met witmarmeren trap zenitaal verlicht door glazen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis..
Op de eerste verdieping meerdere bewaarde salons in Lodewijk-XVI-stijl: lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … vaak geritmeerd door Corinthische pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., muurschilderingen, plafonds met sierlijsten in stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer., marmeren schouwen, verguldsel, enz.
Op de tweede verdieping aan tuinzijde bevindt zich een bijzondere, drielobbige wintertuin, verlicht door een ronde glazen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met okergeel glas-in-lood; de muren zijn bekleed met bijzonder verfijnde chinoiserieën, geïnspireerd door de eerste chinoiserieën die in de loop van de 18e eeuw in het westen verschenen. De stijl is verwant aan die van Christophe Huet (1700-1759), een schilder die in die tijd in Frankrijk gespecialiseerd was in muurschilderingen in Chinese stijl en singeries (GRUBER, A., 1992, pp. 278-281). In een decor met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., acanthusbladeren, bloemen en pauwen tronen personages van hoge Chinese afkomst onder een elegant paviljoen; ze zijn vergezeld van rijkelijk geklede apen.
Op de hoek van de tweede verdieping bevindt zich een salon in Lodewijk- XVI-stijl.
Brugmannlaan nr. 178. Huis met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
Hoge hardstenen en witstenen sokkel. Gevel in cremekleurige baksteen met hardstenen elementen en tal van elementen in ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. met gelijkaardige soepele lijnen als die van twee andere gevels. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren leuning. In tweede bouwlaag doorlopend balkon op grootse hardstenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op verdiepingen bovenkant van muurdammen met witstenen bas-reliëf met plantenmotieven in art-nouveaustijl. Sierlijke smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dubbele houten deur met gesculpteerde stenen omlijsting, bekroond met gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Uitspringende houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in frontonvorm. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Leistenen dak. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Molièrelaan nr. 179 (Vorst). Huis in eclectische stijl met art-nouveau- en Beaux-Artsinvloeden.
Drie bouwlagen en twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Hardstenen sokkel. Gevel in witte baksteen geritmeerd door hardstenen omlijstingen van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vloeiende lijnen in art-nouveaustijl. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In tweede bouwlaag doorlopend balkon met verfijnde smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-nouveau. Leistenen dak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Voortuin met smeedijzeren hekwerk in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession..
Beschermd op 28.06.2001.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 51-176-178.
GAV/DS 4557 (1908).
Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, trad. fr. J.-M. Van der Meerschen, 2e ed., Mark Vokaer éd., Brussel, 1992, (Collection Europe 1900), pp. 171-172.
CULOT, M., VAN LOO, A., Musée des Archives d'Architecture Moderne, AAM, Brussel, 1986, p. 390.
GRUBER, A., (dir.), L'Art décoratif en Europe. Classique et Baroque, éd. Citadelles & Mazenod, Parijs, 1992, pp. 240-242, 278, 280, 281.
LOZE, P. & F., Belgique Art Nouveau. De Victor Horta à Antoine Pompe, éd. Eiffel, Brussel, 1991, pp. 187-188.
Monuments et sites protégés, éd. La Renaissance du Livre, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2003, p. 118.
GAE/DS 51-176-178.
GAV/DS 4557 (1908).
Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, trad. fr. J.-M. Van der Meerschen, 2e ed., Mark Vokaer éd., Brussel, 1992, (Collection Europe 1900), pp. 171-172.
CULOT, M., VAN LOO, A., Musée des Archives d'Architecture Moderne, AAM, Brussel, 1986, p. 390.
GRUBER, A., (dir.), L'Art décoratif en Europe. Classique et Baroque, éd. Citadelles & Mazenod, Parijs, 1992, pp. 240-242, 278, 280, 281.
LOZE, P. & F., Belgique Art Nouveau. De Victor Horta à Antoine Pompe, éd. Eiffel, Brussel, 1991, pp. 187-188.
Monuments et sites protégés, éd. La Renaissance du Livre, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2003, p. 118.