Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Paul PICQUETarchitect1909

Juridisch statuut

Beschermd sinds 30 augustus 2012

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36857
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Albertlaan, opmerkelijk herenhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de neo-Italiaanse renaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., toegeschreven aan architect Paul Picquet, 1909.

Opstand van twee bouwlagen die het beeld van een Florentijns renaissancepaleis oproepen: vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Molièrelaan, een gebogen hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Albertlaan. Gevels bekleed met witsteen, op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. versierd met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; benedenverdieping versierd met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). in panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Gekoppelde rondboogvensters met invloed van de Florentijnse renaissancestijl. Verdieping geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., dubbele ter hoogte van de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en van de twee uitspringende zijtraveeën. Borstweringen met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Mansardedak verlicht door oeils-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.; op de hoek, koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. bekroond door een bolvormige acroterie.

Aan de Molièrelaan, gevel links geflankeerd door een volume van één bouwlaag bekroond door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters., met een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… rondbogige inrijpoort onder een dakterras afgesloten door een metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Aan deze zijde, achteruitbouwstrook ingenomen door een tuintje en afgesloten door een hardstenen muurtje rond smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk.

Interieur. De inrijpoort geeft toegang tot een monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. marmeren trap die oorspronkelijk door een daklicht werd verlicht, met in elk van de twee bouwlagen een enfilade van vertrekken in L-vorm. De salons op de benedenverdieping hebben een rijk en verzorgd decor, bewaard (schoorstenen in gekleurd marmer, parket, lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in bewerkt hout, terracottabeelden met Bacchus als thema, enz.).

Beschermd 30.08.2012


Bronnen

Archieven
GAV/DS 4840 (1909), 5664 (1911), 22541.

Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., De Molièrelaan en de Berkendaalwijk, GOB, Brussel, 2002 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 33). 29.