Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Laurent-Benoit DEWEZ1789-1799

Juridisch statuut

Beschermd sinds 13 februari 1992

Stijlen

Classicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32655
lees meer

Beschrijving

Voormalige eigen woning van architect Laurent-Benoit Dewez. Complex herenhuis in classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, door de architect ontworpen en gebouwd in de jaren 1760-1770. Laurent-Benoit Dewez (1731-1812) behoort tot de wegbereiders en belangrijkste vertegenwoordigers van het classicisme in België. Hij vestigde zich naar verluidt in 1760 te Brussel, na architectuurstudies te Luik en Rome, onder meer bij L. Vanvitelli en R. Adam, en een kort verblijf te London. Tot zijn belangrijkste werken behoren de talrijke opdrachten vanwege de geestelijkheid, onder meer de wederopbouw van de abdijen van Orval, Gembloux, Heylissem en Vlierbeek; het kasteel van Seneffe vormt één van zijn markantste burgerlijke werken. Benoemd tot hofarchitect van Karel van Lotharingen in 1767, werd hij onder meer belast met de bouw van de gevangenis van Vilvoorde en het “Château Charles” te Tervuren. Dewez’ eigen woning is te dateren tussen de jaren 1789 en 1799.

Halfvrijstaand herenhuis (hoek Vander Elststraat) op L-vormige plattegrond. Opgetrokken ter plaatse van een oudere constructie, waarvan sporadisch zandsteenelementen werden hergebruikt. Latere stallingen, vermoedelijk uit begin 19e eeuw, aan de oostzijde van de binnenplaats. Heden opgesplitst in twee panden.

Markant gevelfront met dubbelhuisopstand aan de Lakensestraat, met twee bouwlagen en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en één inspringende linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel; drie linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) heden op de begane grond ontpleisterd - baksteen met natuurstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. - en op de bovenverdiepingen gecementeerdMet portlandcement bestrijken.. Klassiek symmetrische opbouw met gemarkeerde horizontale registersVensterstrook in een topgevel. en geaccentueerd middenrisaliet. Op de begane grond een rondboogpoort met geprofileerde booglijst op gelede imposten verbonden door een gestrekte tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., gegroefde voluutsleutel en spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., geflankeerd door vlakke pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met neuten en kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met schijvenEen wiel waarvan de velg een of meer kabels draagt om beweging over te brengen. De aan de lieras bevestigde tractieschijf (of grijpschijf) brengt de kracht van de motor over op de tractiekabels van de liftkooi en het tegengewicht. Het afleidwiel wordt gebruikt om de kabels in lijn met de liftschacht en/of het tegengewicht af te buigen. De keerschijven boven de schacht ondersteunen de tractiekabels wanneer de machinerie beneden is geplaatst. en drop, onder de geprofileerde gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. die doorloopt in de puilijst. Vernieuwde vleugeldeur onder een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… radiale waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Op de bovenverdieping rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en gegroefde voluutsleutel waarvoor een ondiep smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… balkon, geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met spiegel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. met rozetRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood. onder een geprofileerd driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. dat doorloopt in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. In de zijtraveeën rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. respectievelijk vanaf de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. - met getraliede keldermonden - en de puilijst; in de rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de bovenverdieping met zelfde smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Verdiepte panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  onder de sterk geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. AttiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met casementen, in de zijtraveeën geopend door ronde oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; aflijnende waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. waarop de bases van verdwenen topstukken, vermoedelijk acanthusappels. Begane grond van twee rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verbouwd tot winkelraam. Inspringende linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met lagere rondboogdeur met geprofileerde booglijst op gelede imposten, sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en schijvenEen wiel waarvan de velg een of meer kabels draagt om beweging over te brengen. De aan de lieras bevestigde tractieschijf (of grijpschijf) brengt de kracht van de motor over op de tractiekabels van de liftkooi en het tegengewicht. Het afleidwiel wordt gebruikt om de kabels in lijn met de liftschacht en/of het tegengewicht af te buigen. De keerschijven boven de schacht ondersteunen de tractiekabels wanneer de machinerie beneden is geplaatst. in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is.. Ordonnantie van de bovenverdiepingen gewijzigd in 1834, door inbreng van een insteekverdieping; kleine rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Vrijwel blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijgevel (Vander Elststraat), heden van baksteen met zandsteenelementen en resten van pleisterwerk onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.; gedichte rondboogdeur ter hoogte van het vroegere koetshuis (cf. infra).

Vlak behandelde achtergevels met zelfde voorkomen aan de west- en zuidzijde van de binnenplaats; twee bouwlagen en respectievelijk twee en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Regelmatige ordonnantie van verkleinende rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., belijnd door de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met getraliede keldermonden en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Brede korfboogpoort in geriemde omlijsting met neuten, orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., doorhangende guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  en voluutsleutel met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en drop, in de westvleugel. Vier linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de zuidelijke vleugel met gedichte dubbele steekboogpoort, deur en entresolvensters, wijzend op een oorspronkelijke functie als koethuis en paardestal, cf. ook de keienbevloering die bij recent archeologisch onderzoek werd blootgelegd; houten steekbogige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden.

Interieur gedomineerd door het ruim bemeten trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., met monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. eiken eretrap voorzien van een trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap. met guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  en een fraaie smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… Lodewijk XVI-leuning met geschakelde ringen, evoluerend boven de centrale koetsdoorgang; bescheiden diensttrap achter de inspringende linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Voorts gewone indeling met vertrekken in
enfilade, met nog resterende eenvoudige stucplafonds. Latere stallingen aan de oostzijde van de binnenplaats, één bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door vlakke rechthoekige lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). en rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en blindZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). waarin oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..


Bronnen

Archieven
SAB/OW 13303 (1834).
KIK 104784 A.

Publicaties en studies
DUQUENNE X., Le Château de Seneffe, Brussel, 1978.
MATHEEUSSEN C. (o.l.v.), Rondom 
Laurent-Benoît Dewez, Dilbeek-Brussel, 1986.

Tijdschriften
DEWEZ L., Laurent-Benoît Dewez, premier architecte de la Cour de Bruxelles sous Charles de Lorraine (ASRAB, dl. 35, 1930, p. 65-94).