Typologie(ën)
herenhuis
vrijmetselaarsloge
vrijmetselaarsloge
Ontwerper(s)
Paul BONDUELLE – architect – 1909
INCONNU - ONBEKEND – 1832
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32657
Beschrijving
Breed herenhuis met enkelhuisopstand in neoclassicistische stijl,
waarvoor bouwaanvraag van 1832; souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., vier bouwlagen en vijf traveeën
onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Opgetrokken ter plaatse van een ouder, minstens 18e-eeuws herenhuis
met twee bouwlagen. Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel,
heden gecementeerdMet portlandcement bestrijken. op een natuurstenen sokkel waarin getraliede keldermonden.
Verkleinende gevelordonnantie met gemarkeerde horizontale registersVensterstrook in een topgevel.. Rechter
risaliet met monumentale inrijpoort tussen hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., aansluitend
bij een in de puilijst doorlopend balkon met voluutconsoles, vóór een
deurvenster met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Vlakke verdiepte hoekpenanten. Rechthoekige
vensters op kordonvormende lekdrempels. Eerste twee verdiepingen verrijkt met
geriemde omlijstingen. Bovenste verdieping opgevat als een hoge mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst.,
belijnd door de gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en de houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en
aansluitend profiel; nog enkele ijzeren leuningen met dubbele krul. Latere
houten vleugeldeur, tralies voor de benedenvensters en gietijzeren
balkonleuning (derde kwart 19e eeuw).
Interieur. Maçonniek tempelcomplex van Les Vrais Amis de l’Union et du Progrès Réunis, naar ontwerp van architect P. Bonduelle, waarvoor bouwaanvraag en eerstesteenlegging in 1909, inwijding in 1910. De plattegrond omvat een voorhal, de Kleine en de Midden tempel op de begane grond, de Grote tempel op de bovenverdieping, verbonden door een monumentaal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Onderkelderde constructie onder Polonceauspant, opgetrokken ter plaatse van de vroegere tuin. Rechthoekige tempels in Egyptiserende stijl met gedeeltelijk gepolychromeerd en verguld stucdecor, verwerkt met marmer en verzorgd houtwerk; telkens met toegangspoort in het westen en geaccentueerde troon van de Achtbare Meester in het symbolische oosten. Terugkerende holkeellijsten, Hathorpilasters, cobramotieven, gevleugelde zonneschijven, dubbele adelaars, Khekhernfriezen en maçonnieke attributen. Verfijnde Kleine tempel met gestoelte, textielbekleding en sterrenhemel. Midden- en majestatische Grote tempel met meer plastische, driedimensionale behandeling, met papyrusbundelvormige zuilen - halfvrijstaand, gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en bekroond met rammen in de Grote tempel - en respectievelijk sterrenhemel in de Midden-, caissonzoldering met markante dierenriem met Isis- en Horusfiguren in de Grote tempel. Glas-in-loodramen in het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en allegorische schilderingen op doek in de Grote tempel afkomstig van de vroegere tempel in de Ursulinenstraat van 1898-1899, die in gebruik was tot 1908.
Interieur. Maçonniek tempelcomplex van Les Vrais Amis de l’Union et du Progrès Réunis, naar ontwerp van architect P. Bonduelle, waarvoor bouwaanvraag en eerstesteenlegging in 1909, inwijding in 1910. De plattegrond omvat een voorhal, de Kleine en de Midden tempel op de begane grond, de Grote tempel op de bovenverdieping, verbonden door een monumentaal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Onderkelderde constructie onder Polonceauspant, opgetrokken ter plaatse van de vroegere tuin. Rechthoekige tempels in Egyptiserende stijl met gedeeltelijk gepolychromeerd en verguld stucdecor, verwerkt met marmer en verzorgd houtwerk; telkens met toegangspoort in het westen en geaccentueerde troon van de Achtbare Meester in het symbolische oosten. Terugkerende holkeellijsten, Hathorpilasters, cobramotieven, gevleugelde zonneschijven, dubbele adelaars, Khekhernfriezen en maçonnieke attributen. Verfijnde Kleine tempel met gestoelte, textielbekleding en sterrenhemel. Midden- en majestatische Grote tempel met meer plastische, driedimensionale behandeling, met papyrusbundelvormige zuilen - halfvrijstaand, gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en bekroond met rammen in de Grote tempel - en respectievelijk sterrenhemel in de Midden-, caissonzoldering met markante dierenriem met Isis- en Horusfiguren in de Grote tempel. Glas-in-loodramen in het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en allegorische schilderingen op doek in de Grote tempel afkomstig van de vroegere tempel in de Ursulinenstraat van 1898-1899, die in gebruik was tot 1908.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 13304 (1832), 13309 (1909).
Tijdschriften
CELIS M.M., De egyptiserende maçonnieke tempels van de Brusselse loges «Les Amis Philantropes» en «Les Vrais Amis de l’Union et du Progrès Réunis» (M & L, 1984, 3, pp. 25-41).