Typologie(ën)

tramstelplaats

Ontwerper(s)

L. DARTEVELLEingenieur1913

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme met pittoresk karakter

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 37102
lees meer

Beschrijving

Industrieel geheel in eclectische stijl met pittoreske inslag, in 1913 ontworpen door L. Dartevelle, provinciaal ingenieur van de Maatschappij. Vandaag is dit een depot voor de autobussen van De Lijn.

Geschiedenis

De NMVB werd op 28.05.1884 opgericht om buurtspoorwegen aan te leggen en te exploiteren. Lichte treinen of trams, oorspronkelijk op stoom en sommige elektrisch vanaf 1894, doorkruisten snel de voorsteden en het platteland, onder de verantwoordelijkheid van aannemersbedrijven, althans vóór de Eerste Wereldoorlog. Gezien de geringe rentabiliteit van de concessies nam de Maatschappij de meeste exploitaties na de oorlog voor eigen rekening over.
Nog vóór 1900 beschikte de NMVB voor de buurtspoorweglijn van Brussel naar Edingen over infrastructuren aan de Bergensesteenweg (zie nr. 625 tot 627a), op de hoek met de Blijdschapstraat, verbonden met de Société pour l’Exploitation des Voies Ferrées en Belgique (site van de huidige Brandweerkazerne). In 1909 liet de Maatschappij op deze site een voorlopige remise voor 15 voertuigen bouwen.
Op 06.04.1914 werd een aanvraag ingediend voor de bouw, verderop aan de steenweg, van een nieuw depot voor de lijnen Brussel-Edingen en Brussel-Halle, in het gehucht Het Rad. Het ging om een uitgestrekt gebogen terrein op de hoek met de toekomstige Pierrardstraat, begrensd door de Lenniksebaan in het westen en de Klaverstraat in het zuiden. Het plan voorzag, langs een sporenbundel, in een “gebouw met woonruimte, wachtzaal, kantoor en magazijn”, een “gebouw met schrijnwerkatelier”, een “gebouw met schilderatelier”, een “gebouw met werkplaats, magazijn, smidse en opwikkelruimte”, een “gebouw met voertuigenremise”, en een “gebouw met lampen- en zandmagazijn”. De bouwvergunning werd op 22.12.1914 afgeleverd.
Nadat de trams zich geleidelijk uit het goederentransport hadden terugtrokken, werden ze vanaf de jaren 1960 vervangen door autobussen, en een tijdlang ook door trolleybussen. De Maatschappij werd op 26.06.1990 ontbonden, en bij de verdeling van de lijnen tussen twee gewestelijke organismen werd het depot van Het Rad toegewezen aan de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM), onder de handelsnaam De Lijn. De spoorlijnen van de site zijn verdwenen, maar de vloeren zijn nog grotendeels geplaveid. In het midden van de toegang tot de site werd het L-vormige gebouw voor lampen- en zandopslag tussen 2004 en 2012 verwijderd.

Beschrijving

Het depot vormt een homogeen geheel van gebouwen in baksteen en hardsteen. De opstanden worden geritmeerd door (hoek)pilasters die doorlopen in een bakstenen fries op de gootmuren en de aandaken van de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. De meeste muuropeningen worden opgedeeld door afgekante monelenStenen vensterstijl., dwarsregelsEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. of kruiskozijnen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. De stijlen zijn verstevigd met een of meer stenen. Veel van het houten of metalen raamwerk met ijzeren roedeverdeling is nog oorspronkelijk, de rest stamt uit eerdere verbouwingen.

Oud station

Inspringend en schuin ingeplant t.o.v. de Bergensesteenweg, gebouw met drie volumes met ongelijke afmetingen. Oorspronkelijk bevatte het eerste volume, met één bouwlaag, de kantoren en een magazijn, het tweede, met twee bouwlagen, de wachtzaal en de woning van de stationschef, en het derde, kleiner en tegen een afgesloten binnenplaats aangebouwd, een wasruimte en de toiletten.
De opstanden worden belijnd door stenen banden die bijna alle muuropeningen verbinden.
Het eerste volume, dat langer is dan oorspronkelijk gepland, heeft op de gevel een centrale deur en twee paren venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., links het resultaat van de verbouwing van één vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met drie monelenStenen vensterstijl.. Op de linkerflank bevinden zich een tot deur verbouwd vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. naast een tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verbouwde deur, en achteraan drie vensters en een deur. Het leien dak, met houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., wordt afgesneden door een dakschild met drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Het centrale volume is een asymmetrisch dubbel volume met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de middelste smal en risaliterend. Vooraan, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.: centrale deur bekroond door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met kruiskozijn, de overige vensters met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. De middentravee mondt uit in een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder puntgevel en bevat de ingang, onder opeenvolgend een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met kruiskozijn, een zoldervenster met twee monelenStenen vensterstijl. en, in de geveltop, een paar smalle blinde ramen. Op de rechtertravee, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met dubbel kruisraam.
De achtergevel is eenvoudiger uitgewerkt: op de zijtraveeën, per twee of drie gekoppelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. zonder verdelingen, centrale deur met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. onder een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een klein raam met moneelStenen vensterstijl., voor het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Op de rechter geveltop omsluiten twee bakstenen lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl. en stenen omlijsting.
Het leien zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. springt breed uit en wordt belijnd door twee houten kroonlijsten met brede koof geritmeerd door consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met art-nouveau-accenten. Oorspronkelijk rustte de uitsprong van de geveltoppen op een zichtbare dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten).. Van het zadeldak van de geveltop, in dezelfde stijl als het dak zelf, is de zichtbare dakstoel bewaard gebleven. Op elk dakvlak, drie kleine houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van hetzelfde type als dat van het eerste volume.
Derde volume, onder zinken schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met op de gevel een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneel en, rechts daarvan, een deur en een klein hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., allebei van latere datum, gebouwd onder de latei van de oude dubbele ingang van de toiletten. De achterliggende binnenplaats is thans overdekt.
Achter het station ligt een kleine tuin, die sinds 1931 wordt afgesloten door een smeedijzeren hek dat op een gecementeerdMet portlandcement bestrijken. muurtje rust en is bevestigd aan pijlers met dezelfde afwerking.

Technische gebouwen

Aan de Klaverstraat, gebouwen met een of twee bouwlagen, rustend op een lage afgeschuinde stenen sokkel. Hun steunberen hebben een of twee insprongen met een stenen gootlijst. Alle gebinten zijn in metaal en de zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. waren oorspronkelijk uitspringend.

Voormalige schrijnwerk- en schilderateliers en tussenliggende werkplaats

Het schrijnwerkatelier aan de oostkant en het schilderatelier aan de westkant, haaks op de Klaverstraat, waren oorspronkelijk identiek, het tweede één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langer en breder. Ze stonden evenwijdig aan en los van elkaar maar werden wellicht al vrij snel, en in elk geval vóór 1930, verenigd door een derde werkplaats die hun tegenover elkaar liggende muuropeningen deed verdwijnen. Hun twee vrije gootmuren hebben nog altijd respectievelijk vier en vijf vensters met moneelStenen vensterstijl..
In hun topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. aan de kant van het station bevonden zich respectievelijk een ingang voor voertuigen en twee ingangen. De tegenoverliggende muur, aan straatzijde, moest worden voorzien van respectievelijk twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en één breder vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Drie van de vier topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. zijn nog opengewerkt met een oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster..
De twee gebouwen werden op onbepaalde tijdstippen gewijzigd. De ingang van het schrijnwerkatelier werd verbreed en de puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. achteraan werd herbouwd, met één breder vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Het schilderatelier werd verbouwd tot kantoor en een woonruimte in een nieuwe zolderRuimte onder het dak.. De ingangen werden gedicht en door twee brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. vervangen, rechts van een nieuwe deur. Aan straatzijde werd de oorspronkelijke muuropening ingesloten door twee minder brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en door drie kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. ter hoogte van de zolderRuimte onder het dak.. Het pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. van de eerste werkplaats, met houten kroonlijst, is oorspronkelijk; het dak van de tweede werkplaats werd vernieuwd en kreeg een zinken bedekking.
De derde werkplaats heeft vooraan drie grote inrijpoorten, kennelijk van latere datum, en aan straatzijde vier hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl.. Het dak is een vierledig pannen sheddak.

Voormalige werkplaats met magazijn, smidse en opwikkelruimte

Ten noordoosten van het schrijnwerkatelier en het schilderatelier, bijna rechthoekig gebouw met drie hoofdvolumes met verschillende afmetingen. Alle daken zijn thans met zink bedekt.
De werkplaats zelf ligt in noordwestelijke richting. Aan deze zijde is de gootmuur voorzien van zes grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl.; op de toegangsgevel in het zuidoosten en op de ertegenover liggende gevel zijn de oorspronkelijke muuropeningen aanzienlijk vergroot. Zesledig sheddak.
Het tweede volume is een oud magazijn dat de werkplaats in de zuidelijke hoek flankeert, met anderhalve bouwlaag onder een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. dat vroeger uitspringend was. Voorste topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met een poort (dichtgemaakt) links en een groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl.; twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping, die worden hernomen in de tweede bouwlaag van de rechter gootmuur, waarvan de kleine deur en het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl. rechts ervan niet op het plan stonden.
Achter het magazijn bevinden zich, onder eenzelfde zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., de voormalige smidse en de opwikkelruimte, verlicht door drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met monelenStenen vensterstijl. en vandaag toegankelijk via een deur op de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. die in een vierde en zelfde vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. is ingewerkt. In de hoek van de twee vorige volumes bevindt zich een sanitair blok onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak., aansluitend bij het geheel en gevolgd door een bijgebouw van latere datum met een lang glazen dak.

Voertuigenremise

Haaks op de Klaverstraat, grote remise onder vijf transversale zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken.. Via de ingang op de gootmuur aan de kant van het station kwamen – tussen fijne (stalen?) pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) onder een doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel. – acht met onderhoudskuilen uitgeruste sporen binnen. Thans kunnen de autobussen via vier brede ingangen binnenrijden. De gootmuur achteraan wordt door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. gemarkeerd en moest volgens het plan blindZonder opening; blind venster, schijnopening. zijn. Thans is hij rechts voorzien van een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. van muuropeningen met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. dat een ingewerkt hoeklokaal verlicht dat over een binnenplaatsje onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. beschikt. De lange gevels waren oorspronkelijk blind, met in het midden van de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., tussen de verlenging van de pilasters, drie imitatie verlichtingsspleten. De met pannen bedekte zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. zijn opengewerkt met een daklicht.


Bronnen

Archieven
GAA/DS 12355 (19.10.1909), 14367 (23.12.1914), 23460 (03.03.1931).

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 2. In
ventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 171.