Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Joseph MERTENSarchitect, landmeter / meetkundig schatter1912

Victor MERTENSarchitect1912

H. POPLEMONaannemer1931-1935

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2019

id

Urban : 39710
lees meer

Beschrijving

Schoolinstelling in eclectische stijl, in 1912 ontworpen door de architecten Victor en Joseph Mertens en vergroot tijdens de eerste helft jaren 1930 (aannemer H.Poplemon).

Geschiedenis

De school ligt op een onregelmatig perceel binnen het huizenblok. Architect Victor Mertens ontwierp aan de steenweg een omheiningsmuur met ingang rechts, evenals een volume met klaslokalen van twee bouwlagen, haaks op de weg, achter nr. 1021 en 1023. Joseph Mertens ontwierp de conciërgewoning, inspringend t.o.v. de omheiningsmuur, tegen de rechter gemeenschappelijke muur. In 1931 werd deze muur vervangen door een modernistisch gebouw met een overdekte doorgang en achteraan een buitentrappenhuis. Het werd wellicht ontworpen door aannemer H. Poplemon, die het in 1935 uitbreidde met een tweede verdieping met klaslokalen. In 1949 werd een L-vormig sanitair blok gebouwd achter het volume met klaslokalen binnen het huizenblok (architect Lucien Coulon); dit is ondertussen verbouwd. In 1957 werd de granito voorgevel van het gebouw aan de steenweg bekleed met een parementGevel- of muurbekleding. van bruine simili-baksteen, terwijl de trap achteraan werd vervangen door een nieuw betonnen trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. dat tegen de conciërgewoning werd aangebouwd (n.o.v. architect M. J. Claes). In 1979 werd de school gemengd en omgedoopt tot Institut Marie Immaculée na haar integratie in de school aan de Resedastraat.

Beschrijving

Aan de steenweg, modernistisch gebouw uit de eerste helft van de jaren 1930, met drie bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel bekleed met simili-baksteen in 1949. Boven de ingang, hardstenen bas-reliëf met de voorstelling van de heilige Jozef en het Kind Jezus. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
Koetsdoorgang langs een refter. Twee klaslokalen per verdieping. Trappenhuis met treden, lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en volle leuningen in granito; zwarte mozaïekboord op de overlopen en bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap..

Haaks op de steenweg, conciërgewoning in eclectische stijl, met twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Bakstenen gevels met elementen in gele baksteen en in hardsteen. Getoogde muuropeningen. Symmetrische zijgevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale met de ingang, onder een blindZonder opening; blind venster, schijnopening. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Achtergevel van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), voorzien van een bijgebouw op de benedenverdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen (volgens oorspronkelijk plan met korbelen). Twee klimmende dakkappelen op het oorspronkelijk plan. Oud schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met aan weerszijden één vertrek.

Achteraan, langwerpig volume met klaslokalen van twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Blinde bakstenen puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is.. Lange gevel in rode baksteen, met elementen in gele baksteen en in hardsteen. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Elk gevat in een steekboogarcade, negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met muuropeningen met dezelfde boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., deuren een-op-twee, de meeste T-vormig. De laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) is smaller en verlicht het trappenhuis. Op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., kleine nis op de vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een beeld van de heilige Jozef. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
Vanaf de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) loopt langs de verdieping een galerij met metalen balken en een smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., volgens oorspronkelijk plan op metalen korbelen, beglaasd met “dalles marines” en afgesloten, met een houten borstwering en een beglaasde bovenbouw; ze wordt thans beschermd door een hellende metalen structuur bedekt met golfplaten. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), buitentrap van latere datum naar de galerij en een nieuw dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Langs de benedenverdieping, overdekte speelplaats van latere datum (gedeeltelijk afgesloten), met zuilen onder een afdak van golfplaten.
Op de benedenverdieping, oorspronkelijk, patronaatszaal met zes traveeën vooraan en een kleedkamer van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) achteraan. Plafond met gewelfbogen. Op de verdieping, onderling met elkaar verbonden, vier klaslokalen elk verlicht door twee muuropeningen. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. oorspronkelijk in metaal, thans in beton.

Vóór de buitentrap bevindt zich een klein lokaal gebruikt als kantoor, in dezelfde stijl. Oorspronkelijk werden hier de toiletten gepland, maar uiteindelijk werden ze in het verlengde van de woning geplaatst; ze zijn thans verdwenen.


Bronnen

Archieven
GAA/DS 13706 (1913), 23577 (05.1931), 27315 (06.08.1935), 33381 (22.03.1949), 38706 (11.03.1958), 38716 (11.03.1958), 45851bis (14.02.1983), 47770 (28.04.1998).