Typologie(ën)

werkplaats (ambachtelijk)
tramstelplaats

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1869

INCONNU - ONBEKEND1900

W. VAN HOVEarchitect1941

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33166
lees meer

Beschrijving

Herstellingsatelier van de MIVB doorlopend in Gierstraat nr. 77. Oorspronkelijk stelplaats voor paardentrams, gebouwd door de «Compagnie des Omnibus de Bruxelles» of «Belgian Street Railway & Omnibus Company, Ltd.» cf. bouwaanvraag van 1869.

Wederopgebouwd en uitgebreid tot de huidige werkplaatsen door «Les Tramways Bruxellois S.A.», cf. bouwaanvraag van 1900. Oorspronkelijk constructie met ijzeren structuur onder Polonceauspanten met dakruiter1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten., onder meer omvattend verf- en montage-ateliers, zweefbruggen en magazijn. Ingrijpend verbouwd voornamelijk aan de Gierstraat, naar ontwerp van architect W. Van Hove, in 1941.

Gevel in baksteenbouw verwerkt met hardsteenlagen, met drie bouwlagen en zeventien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., rollaagLaag van op hun kant gemetselde (bak)stenen. en lekdrempel op de eerste twee bouwlagen, rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. steekboogveld boven een doorlopend  cordon en drieledige sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. op de lagere bovenste verdieping; ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met kleine metalen roedenverdeling. Gevelbeëindiging voorheen door een eenvoudige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; heden rollaagLaag van op hun kant gemetselde (bak)stenen. na de aanpassing met een plat dak. Deur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), in 1927 verbrede inrijpoort in de dertiende tot vijftiende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Fraai gesmede sierankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief.; ijzeren venstertralies op de begane grond.

Interieur met troggewelven op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., voorts beton.



Bronnen

Archieven
SAB/OW10088 (1869), 23904 (1900), 33705 (1927).