Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1875

Alfred DANNEELarchitect1930

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 37078
lees meer

Beschrijving

Oud herenhuis in neoclassicistische stijl, in 1875 ontworpen voor een zekere Ectors, misschien de notaris die zijn woning op nr. 62 liet bouwen (zie dit nummer). In 1930 werd het gebouw met drie bouwlagen verhoogd door architect Alfred Danneel.

Gebouw van zes bouwlagen onder plat dak. Symmetrische gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Hardstenen benedenverdieping geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Inrijpoort links. Bepleisterde verdiepingen met imitatievoegen en met elementen in harsteen. Drie middentraveeën in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., de centrale met extra risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en vroeger met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de eerste twee verdiepingen. Op de eerste verdieping, doorlopend centraal balkon op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. (waarvan verscheidene balusters ontbreken). Op de middentravee op de tweede verdieping, balkon met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. traliewerk. De laatste bouwlaag is behandeld als attiek, achter een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. De gevel wordt bekroond door een aan de zijkanten opengewerkt attiekmuurtje met centrale gewelfde bekroning. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
Centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met secundair trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan.

Bronnen

Archieven
GAA/DS 950 (20.05.1875), 22450 (31.01.1930).