Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Léon DE GREEFarchitect1924

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36668
lees meer

Beschrijving

Opbrengstwoning met art deco-invloeden en met commerciële benedenverdieping n.o.v. architect Léon De Greef, 1924.

Gevel van vier bouwlagen en één enkele traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. Bewaarde pui op marmeren sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en tussen dito pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Vitrine bestaande uit groot guillotineraamHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam. naar gebombeerdGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. etalagevenster. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met toegang naar winkel en appartementen. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met bewaarde roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. in ruitvorm en houten hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. op laterale consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en smallen gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. ter hoogte van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  van de verdiepingen en deur vervangen.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 4126 (1906), 8331 (1924).