Voormalig rationalistisch weeshuis van Vorst
Marconistraat 203-205-207
Alsembergse Steenweg 346
Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1903
INCONNU - ONBEKEND – 1895
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
De oprichting van een “rationalistisch weeshuis” in België was een initiatief van de Ligue de l’Enseignement na het Congrès National des Libres Penseurs dat de Fédération nationale des Sociétés de Libre Pensée in april 1890 in Jolimont had georganiseerd. Het project inspireerde zich op het Franse model van het Orphelinat Joseph-Gabriel Prévost in Cempuis (Oise), dat in 1871 was gesticht en werd geleid door de rationalistische pedagoog Paul Robin. Het comité dat werd opgericht om het Brusselse project tot een goed einde te brengen bestond uit belangrijke figuren als Alexis Sluys, Hector Denis en Paul Janson. Het sociaal fonds van de coöperatieve vennootschap van het weeshuis werd gevormd via intekeningen en collectes, en in 1895 opende de instelling haar deuren in een gebouw in neoclassicistische stijl op nr.346 van de Alsembergsesteenweg.
Het rationalistisch weeshuis van Vorst was de eerste volledig gemengde instelling van België. Het moest zowel het neutrale karakter van het onderwijs verzekeren als de aan hun lot overgelaten kinderen en wezen helpen die door geen enkele wet tegen economische uitbuiting werden beschermd. De toegepaste pedagogie wou vernieuwend zijn en streefde ernaar alle facetten van de persoonlijkheid van het kind te ontwikkelen.
In 1895 werd Adolphe Deluc (1811-1900), een voormalig Frans volksvertegenwoordiger die uit zijn land was gevlucht na de poging tot staatsgreep van 1851, de eerste directeur van het weeshuis, alsook de eerste voorzitter van zijn raad van bestuur. Toen het aantal kostgangers vanaf 1896 geleidelijk toenam, moesten de lokalen worden uitgebreid, en daartoe werd een intekening gelanceerd. Twee jaar later werd de bouw van een nieuw gebouw noodzakelijk. Architect Victor Horta stelde aan A. Deluc de plannen voor het toekomstige gebouw voor, maar die bleven helaas zonder gevolg.
Isabelle Gatti de Gamond (1839-1905), de oprichtster in België van het middelbaar onderwijs voor meisjes, nam de leiding van de instelling over na de dood van A. Deluc in 1900. Ze bleef deze functie uitoefenen tot haar dood in 1905. Ze richtte de lagere school van het weeshuis op en liet in 1903 het huidige gebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl in de Marconistraat optrekken. Nadien werd het weeshuis nog verder uitgebreid, tot het de gehele huizenblok innam tussen de Alsembergsesteenweg en de Marconistraat. Het omvatte slaapzalen, een ziekenzaal, een refter, diverse werkplaatsen en klaslokalen.
In 1963 sloot het weeshuis officieel zijn deuren bij gebrek aan kostgangers. Tussen 1981 en 1990 huisvestten de gebouwen de Fondation Rationaliste en een school voor buitengewoon onderwijs, Les Cailloux. In 1973 werd het deel aan de Marconistraat verkocht en tweemaal uitgebreid. Het gebouw is thans eigendom van de vzw “Le Droit Humain” en bevat seminarie- en vergaderzalen (2002-2003).
Het gebouw aan de Alsembergsesteenweg wordt nu ingenomen door een van de drie vestigingen van de gesubsidieerde niet-confessionele basisschool Nos Enfants.
Beschrijving
Alsembergsesteenweg nr.346, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. opstand van twee bouwlagen met negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien van rechthoekige muuropeningen. Het gebouw bestond oorspronkelijk uit twee volumes, het eerste onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. loodrecht op de laan (de eerste drie traveeën), het tweede onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. evenwijdig met de steenweg (van de vijfde tot de negende travee). Deze twee gebouwen werden met elkaar verbonden door de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarin zich de toegang bevond en die oorspronkelijk slechts één bouwlaag had; deur beklemtoond door een hardstenen omlijsting met classicistische inslag, toegevoegd in de loop van de eerste helft van de 20e eeuw. De lokalen werden in de loop der jaren verscheidene malen aangepast om in te spelen op de veranderende behoeften van de instelling, en in de loop van de jaren 1970 en 1990 werden achteraan diverse bijgebouwen toegevoegd. Het volume van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) dat rechts naast het gebouw staat, is een bijgebouw uit 1999. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Kant Marconistraat nr. 203-205-207, opstand van drie bouwlagen bestaande uit twee volumes: het eerste heeft drie traveeën voorzien van steekboogvensters, de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen (en dichtgemetselde vensters); het tweede, hogere volume heeft slechts één travee bekroond door een imposante geveltop onder een lichtjes hoefijzerboogvormige boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. onder pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen monelen, timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met sgraffiti. Bakstenen gevels, gedeeltelijk gestreept met donkere geverniste bakstenen en versierd met elementen in gehouwen steen. Trapgevels aan de zijkant. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Eerste volume links geflankeerd door een laag bijgebouw in roodgekleurde baksteen met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. gevel, toegevoegd in 1973. Rechts werd het gebouw in 2003 uitgebreid met een gebouw in eigentijdse stijl, op nr.203-205 (bureau CERAU).
Bronnen
Archieven
Alsembergsesteenweg 346: GAV/DS 90 (1870), 581 (1888), 1248 (1897), 1255
(1897), 16203, 20002 (1975), 20051 (1976).
Marconistraat 203-205-207: GAV/DS 92
(1871), 3299, 4006, 7904, 19878 (1973), 20922 (1988), 21005 (1989), 21773
(1994-95), 23159 (2003-2004),24876 (2010-2013).
Publicaties en studies
GOLDBERG, M., PIRLOT, A., 346 chaussée d’Alsemberg: histoire de
l’orphelinat rationaliste de Forest, Brussel, 1996.
GOSLAR,
M., Victor Horta 1861-1947. Leven-Werk-Art
nouveau,
Brussel, 2012, pp. 284, 285.
L’Orphelinat rationaliste (1895-1900),
s.l., n.d. [1900-1905].
ROBBRECHT R. (red.), Alexis Sluys et son époque. Une
vie d’engagements au service de l’enseignement officiel en Belgique (2e
moitié du XIXe siècle - 1re moitié du XXe
siècle), Brussel, 2014.
DELFOSSE, P., “Orphelinats
rationalistes”, Dictionnaire historique
de la laïcité en Belgique, Brussel, 2005, pp. 220-222.
Tijdschriften
LAURENT, G.,
“Alexis Sluys: un pédagogue engagé au service de l’enseignement officiel en
België”, Cahiers Bruxellois - Brusselse Cahiers
1/2015 (XLVII), pp.74-106. URL: www.cairn.info/revue-cahiers-bruxellois-2015-1-page-74.htm