Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Victor BOELENSarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28881
lees meer

Beschrijving

Opbrengstwoning met commerciële benedenverdieping in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. architect Victor Boelens, 1911.

Gevel van vier bouwlagen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en witstenen elementen. Benedenverdieping met smeedijzeren inrijpoort en deur tussen versierde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en puien met vitrine en portiekingang, het geheel onder getand entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Tussenverdieping met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en smeedijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. In twee hoogste bouwlagen gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met guirlandes en festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden., in laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balkons met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. of hekwerk tussen postamenten, eveneens omgeven door guirlandes en/of festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. in zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. of pilasters. In zijtraveeën oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. omgeven door neuten en guirlande. Houten kroonlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., gebogen ter hoogte van zijtraveeën. Schrijnwerk vervangen.


Achteraan perceel groot atelier voor ‘artistiek ijzerwerk’ van een bouwlaag met inrijpoort en onder sheddak met vier dakschilden n.o.v. architect Victor Boelens.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 5708 (1911), 5709 (1911).