Typologie(ën)

herenhuis
burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30175
lees meer

Beschrijving

Grote Zavel 12. Oorspronkelijk diephuis met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. waarin dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., uit de 17e-18e eeuw; volgens bouwaanvraag van 1856 verhoogd met vierde bouwlaag en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met rechte dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. lijstgevel met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie; bewaarde muurankers op derde bouwlaag. Tot 1910 enkelhuisopstand met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en deur met imposten onder doorgetrokken waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Aangepast, cf. pui en rondboogvensters van tweede bouwlaag in 1951-1955. Vlak omlijste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede - met bijkomende waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. - en derde bouwlaag. Lage vierde bouwlaag met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en tandlijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met leeuwenkopvulling.


Grote Zavel 12A-13. Neoclassicistisch breedhuis met vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uit ca. 1800-1825.

Eertijds lijstgevel met dubbelhuisopstand - sinds 1833 met winkelraam -, rechthoekige deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. volgens verkleinende ordonnantie, met lekdrempels. Pseudo-mansardedak ter vervanging van zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. sinds 1927. Huidig uitzicht, onder meer gevel- en dakbekleding, ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., luiken en leuningen, n.o.v. architect F. Delcourt van 1965.



Sint-Annastraat 11-13. Herenhuis in neoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl met vier bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., 1825.

Gebouwd ter vervanging van traditioneelBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). pand met brede midden- en smallere zijtrapgevels, minstens opklimmend tot de 17e eeuw. Restauratie n.o.v. architect F. Delcourt van 1965.
BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. voorgevel met vermoedelijk oorspronkelijke zandstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., voorzien van getraliede keldergaten. Benedenverdieping met rondboogvensters; neo-Lodewijk XlV-deuromlijsting en korfboogpoort (1965). Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen met luiken, haast vierkant in hoogste bouwlaag, met lekdrempels en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..

Bronnen

Archieven
SAB/OW Sint-Annastraat 11-13: 21762 (1825), 75504 (1965); Grote Zavel 12: 11857 (1856), 5520 (1910), 64253 (1951-1955); 12a-13: 11887 (1833), 33722 (1927), 75504 (1965).