Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Tilman-François SUYSarchitect1843

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30437
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Kleine Zavel. MonumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. herenhuis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl naar een ontwerp van architect Tilman François Suys, 1843, gebouwd in opdracht van hertog Prosper-Louis d’Arenberg.

Drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en respectievelijk acht en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel, met gebruik van natuursteen voor de benedenverdieping in afgevlakte bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en de hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel., hardsteen voor de geprofileerde plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., kordonsUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en vensteromlijstingen.
De vier rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Karmelietenstraat, heden met doorlopende  gevelbehandeling, komen in het ontwerp met een vlakke, onversierde gevelbehandeling voor. Geleding in horizontale registersVensterstrook in een topgevel., aan de uiteinden gemarkeerd door hoekkettingenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., verdiept op de benedenverdieping, in geriemde omlijsting op de eerste - met doorgetrokken lekdrempels - en op de lagere tweede verdieping. Centrale rondboogpoort voorzien van schamppalen. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. gevormd door een kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., panelenfries en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Huidige attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., opgevat als balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., toegevoegd in 1926- 1927, bij een grondige inwendige verbouwing, zie ook de insteekverdieping in de drie rechter traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder leiding van architect E. Jaspar, i.o.v. het Comité Spécial du Kantanga.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 19274 (1843), 34378 (1926-1927).