Typologie(ën)

woning
herenhuis

Ontwerper(s)

Arthur VERHELLEarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 18024
lees meer

Beschrijving

Geheel in eclectische stijl met elementen van Vlaamse renaissance, bestaande uit herenhuis op hoek en twee huizen, n.o.v. architect Arthur Verhelle, 1906.

Drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevels in baksteen met elementen in Euvillesteen en hardsteen. Sokkel in rustica. Muuropeningen onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. of latei, sommige onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. In tweede bouwlaag op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., geometrische decors van polychrome baksteenmetselwerk. Gevels bekroond met trapgevels en toppilastersOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel.. In Palmerstonlaan nr. 26 en Ambiorixsquare nr. 49a, voorbouw en erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak, thans zonder bolvormige bekroning. Tuinhek grotendeels bewaard.

Ambiorixsquare 49, 49a en Palmerstonlaan 26 ([i]L’Émulation[/i], 3, 1914, pl. XIII).

Palmerstonlaan nr. 26. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Palmerstonlaan, hoektoren met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Ambiorixsquare. Op eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van Palmerstonlaan trapezoïdale voorbouw van drie bouwlagen, onder terras voor in- en uitzwenkende getrapte topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping vervangt koetspoort naar op ontwerp voorzien ‘koetshuis voor automobiel'; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in tweede bouwlaag uitgevend op ‘Vlaamse kamer'. In tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) toegangsdeur geflankeerd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en onder balkon. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Ambiorixsquare met rechthoekige voorbouw van twee bouwlagen onder drieledig dak; op benedenverdieping oorspronkelijk dienstingang, geflankeerd door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. voor wasserij, allebei in 1958 vervangen door garagepoort. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder tentdak. Hoektoren met vier bouwlagen onder hoog tentdak met opengewerkte daklantaarn onder smeedijzeren piron; drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan centrale in twee hoogste bouwlagen met balkon; laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoogste bouwlaag met tussenstijl; dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door twee kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering., die van tweede bouwlaag van toren eveneens met ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. Beglaasde metalen deur.
Interieur van toren: op benedenverdieping keuken en op eerste verdieping grote salon.
Trappenhuis onder ovaal bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met glas-in-loodraam. Smeedijzeren trapleuning met kunstig bewerkte trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.. Aan tuinzijde naast hoofdtrap, diensttrap en links lift van 1958.

Ambiorixsquare 49 en 49a (foto 2008).

Ambiorixsquare nr. 49 en 49a. Benedenverdieping in witsteen met deur en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. voor eetkamer. Analoge grondplannen: op benedenverdieping centrale hal over hele breedte van perceel; hierin vertrekt trap, die lateraal is op nr. 49a en gecentreerd onder lichtkoepel op nr. 49. Op eerste verdieping vooraan één vertrek gebruikt als salon.
Ambiorixsquare nr. 49. Symmetrische verdiepingen onder grote topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en balkons met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Op twee rechtertraveeën van tweede bouwlaag doorlopend  balkon. In derde bouwlaag centraal balkon. Deze verdieping is geritmeerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Deze zijn met elkaar verbonden door ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. van laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en door die van grootste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van centrale topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Aandaken met trappen en daarna ojiefvormig, onder rechthoekige bekroning met anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met stijl, geflankeerd door twee kleinere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en bekroond met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met gezicht.
Ambiorixsquare nr. 49a. In tweede bouwlaag trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder drieledig dak. In derde bouwlaag drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waarvan twee linkse gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd., door korte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. verbonden met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 1617 (1906); Palmerstonlaan 26: 66987 (1958).

Tijdschriften
L'Émulation, 3, 1914, p. 22, pl. XIII.