Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Henri VAN MASSENHOVEarchitect1895

INCONNU - ONBEKEND1905

INCONNU - ONBEKEND1922

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 18019
lees meer

Beschrijving

Twee huizen in eclectische stijl. Nr. 13 n.o.v. architect Henri Van Massenhove, 1895. Nr. 12 van 1905 vervangt huis met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van 1897. Ontworpen als uitbreiding in dezelfde stijl als nr. 13. Interieurs volledig verbouwd in 1922. In 1954 kreeg nr. 12 een inkom aan straatzijde en werden beide gebouwen van elkaar gescheiden.

Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Witstenen gevels met hardstenen elementen. Rechthoekige muuropeningen. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met sgraffiti, die van nr. 13 slecht bewaard, die van nr. 12 gerenoveerd. Bewaarde tuinhekken.

Ambiorixsquare 12 (foto 2007).

Nr. 12. Symmetrische gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op benedenverdieping oorspronkelijk drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. In 1954 balkon gesloopt en linkervenster verbouwd tot impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. voor nieuwe toegangsdeur en voorzien van glas-in-loodraam. Drie verzorgde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak en bolvormige bekroning. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels bewaard. Op verdieping bewaarde rolluikkasten.

Ambiorixsquare 13 (foto 2007).

Nr. 13. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Deur onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met vleugelstukken en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. onder bekroning. Op benedenverdieping borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Rond balkon op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en centrale gesculpteerde lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.; ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen kunstig bewerkte postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waaronder jaartal ‘1895' in uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Bewaarde deur; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

In 1905 werd souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. van nr. 12 ingericht als biljartzaal en benedenverdieping als grote rooksalon. In mansarde vier dienstbodenkamers.

Ambiorixsquare 12 en 13, grondplan van de benedenverdieping, SAB/OW 27684 (1922).

In 1922 werd centrale ruimte van nr. 13 verbouwd tot grote hal, waarin vierkante eretrap vertrekt, met achteraan hieraan aangrenzende diensttrap. De achterkamer en een deel van de binnenplaats werden verbouwd tot eetkamer met in de richting van de tuin van nr. 12 een polygonaal vooruitstekend gedeelte. Boven deze eetkamer op eerste verdieping, atelier met hetzelfde grondplan. De ‘kamer van mijnheer' op de eerste verdieping vooraan, communiceert met die ‘van mevrouw' op nr. 12 achteraan.

Ambiorixsquare 13, benedenverdieping, eetkamer in de richting van de tuin (foto 2009).

Interieur van 1920, in voor die tijd erg late neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. op nr. 13 bewaard. Inkomvestibule met korfboogvormig gewelf; impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. van deur met glas-in-lood met gewelfd motief en met vleugelstukken. In hal tegen linkermuur houten arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; vroeger vormde deze de, thans dicht gemetselde doorgang naar nr. 12. Eretrap volledig in hout; toegang naar kelders via nis met halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. In eetzaal achteraan, indrukwekkende bewaarde schouw; schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. versierd met atlant en kariatideOndersteuning in de vorm van een vrouwenfiguur, hetzij met onderlichaam, hetzij met taps toelopende pijler of pilaster (herme).; boezemHet boven de stookplaats uitspringende en rookopvangende gedeelte van een schouw; of ook, het boven de schoorsteenmantel opgaande gedeelte van een schoorsteen tot aan de zoldering. versierd met geschilderd tafereel. Kunstig bewerkte houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-loodramen. In rood en goud beschilderd casettenplafond. In atelier op eerste verdieping marmeren schouw met Ionische getorsteGedraaid, gewrongen. zuilen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 6628 (1905), 63142 (1954); 12: 6634 (1897); 13: 6631 (1895), 27684 (1922).