Palmerstonlaan 5, 7, 9-9b, 11, 13, 15, 17, 19, 21, 23, 25, 27
Ambiorixsquare 46, 47, 48
Karel Martelstraat 52, 54, 56, 58, 60, 62-64
Boduognatusstraat 19, 21, 23
Typologie(ën)
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Émile JANLET – architect – 1893-1898
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Alle in opdracht van aannemer Louis De Waele, met uitzondering van nr. 9 en 11 van de Palmerstonlaan, die werden gebouwd voor individiuele opdrachtgevers, die profiteerden van de financiële voordelen van een dergelijke grote onderneming (HEYMANS, V., 1994, p. 327).
Bakstenen gevels met elementen in steen, meestal witsteen, met uitzondering van nr. nr. 9 en 11 in witsteen met hardstenen elementen. Behalve hoekgebouwen, gevels met drie bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. grotendeels bewaard.
Palmerstonlaan nr. 7 tot 25 en Ambiorixsquare nr. 46 tot 48. 46 tot 48. Verzorgde analoge gevels. Muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. of stenen latei met ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., sommige met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Sommige deuren onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., meerdere voorafgegaan door enkele traptreden. Op benedenverdieping, eerste verdieping en soms tweede verdieping van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Soms vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op eerste verdieping van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. soms uitkragend of met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. of dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. of vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal., vleugelstukken, schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant. of topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt..
Nr. 7 tot 25 in Palmerstonlaan van in begin twee muuropeningen in souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. – vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en deur van hetzelfde formaat met traliewerk – bekroond door brede glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat., samen met toegangsdeur onder gemeenschappelijke I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In plaats van deze glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. had Janlet een muuropening zonder schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... voorzien voor een kleine loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw., wat echter nooit werd uitgevoerd (HEYMANS, V., 1994, p. 149). Bovendien plande de architect voor de inkom een ‘overdekt toegangsbordes [dat] de gevels een pittoresk aspect zou geven, beter passend bij de ligging van de wijk'. Dit bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. werd echter geweigerd.
Palmerstonlaan nr. 7. Gevel in 1928 verbouwd door architect Léon Govaerts en Alexandre Van Vaerenberg: similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in tweede bouwlaag en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. in derde. Centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. vereenvoudigd. Garage in sokkel van latere datum. Tuinhek verwijderd.
Nr. 9. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. op latere datum voorzien van glas-in-loodraam met jaartal ‘1910'.
Nr. 11. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam. Garage in sokkel van latere datum. Op benedenverdieping polychroom decor van plafonds deels bewaard.
Nr. 13. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam.
Nr. 15. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op platform van balkon van 1907. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam met zwaanmotief. Hek voor souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. vervangen door houten deur.
Nr. 17. Op verdiepingen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op eerste verdieping en tuinhek verwijderd.
Nr. 19. Tuinhek verwijderd.
Nr. 21. Gevel gewijzigd in 1901 door schrijnwerker-aannemer Camille Deporter. In twee eerste bouwlagen van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. houten afgeronde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. bijna tot op de grond en laterale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gebogen en met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Verhoogd met verdieping geritmeerd door stenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., sgraffitofries en hoge houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Smeedijzeren leuningen.
Nr. 23. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van tweede verdieping en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... van benedenverdieping vervangen; hekwerk van souterraindeur verwijderd.
Nr. 25. Deur van sokkel verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en tuinhek verwijderd.
Ambiorixsquare nr. 47. Souterrainvenster verbouwd tot deur, bereikbaar via diensttrap uitgegraven in voortuin.
Ambiorixsquare nr. 48. Interieur met talrijke glas-in-loodramen. Dat van impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. van deur met motief van papegaai op achtergrond met zon en dat van vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van salon met bloemmotieven. In souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. twee vertrekken van elkaar gescheiden door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-lood met vrouwelijke personages. Ook badkamer en trapbordes met glas-in-loodramen.
Palmerstonlaan nr. 5. Op hoek met Boduognatusstraat. Huis met drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Palmerstonlaan, waarvan eerste toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., bekroond met links onderbroken trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.; op tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In Boduognatusstraat twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van elkaar gescheiden door brede schouw op boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. waarin twee blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en bekroond met schouw tussen trappen. Koetspoort in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) leidde oorspronkelijk naar kleine stalling.
In 1908 verkocht Louis De Waele het huis aan Fernand Dugniolle, bureauchef op het ministerie van Justitie, die het interieur volledig opnieuw liet inrichten (HEYMANS, V., 1994, p. 344). Hij liet een decor aanbrengen met referenties aan het recht en aan de schilderkunst, muziek en filosofie, naast glas-in-loodramen in het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met een stamboom en verschillende voorstellingen van Jeanne d'Arc, patroonheilige van zijn moeder. In de vestibule liet hij een mozaïek met zijn initialen aanbrengen. In het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. zijn de onderkanten van de trapdelen en de plafonds beschilderd met florale motieven of engeltjes. De plafonds van de eetkamer op de benedenverdieping en van de grote kamer op de eerste verdieping, zijn eveneens versierd met een polychroom decor. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de kamers op de tweede verdieping zijn versierd met glas-in-loodramen, waarvan sommige met personages.
Palmerstonlaan nr. 27. Indrukwekkend hoekhuis met drie bouwlagen. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de Ambiorixsquare, waarvan eerste breder en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Palmerstonlaan, waarvan tweede toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en met verspringende bouwlagen. Twee gevels op hoek met elkaar verbonden door van souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. vertrekkende monumentale toren. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de meeste met moneelStenen vensterstijl. en/of tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., onder boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Metalen deur in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.; daarboven glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. ZadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met vier dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. Toren met vier bouwlagen, in eerste drie polygonaal, in laatste vierkantig; in twee eerste bouwlagen glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., die van eerste bouwlaag geflankeerd door twee smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Toren bekroond met opmerkelijk uidak met kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak en een hoge makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant..
In Karel Martelstraat en Boduognatusstraat, twee secondaire straten, zijn de gevels eenvoudiger.
Karel Martelstraat nr. 52 tot 60. Gevels een op twee identiek. Die van nr. 52, 56 en 60 bovendien identiek aan nr. nr. 19 tot 23 in Boduognatusstraat.
Alle zes met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en hardstenen elementen. Die van nr. 54 en 58 alleen maar met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. In tweede bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., die van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. voor balkon.
Karel Martelstraat nr. 52, 56 en 60 en Boduognatusstraat nr. 19 tot 23. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van benedenverdieping onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., die van verdiepingen onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. Hoekkettingen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van eerste verdieping onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Kartel Martelstraat nr. 52, getraliede deur in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. van latere datum en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met glas-in-loodraam; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Nr. 56, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van balkon en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Nr. 60, impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op eerste verdieping vervangen. Boduognatusstraat nr. 21, thans beschilderde gevel; centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak met twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Karel Martelstraat nr. 62-64, opbrengsthuis op hoek met handelsruimte op benedenverdieping; vier bouwlagen waarvan één tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Gevel in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Eén traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Ambiorixsquare, met deur en in derde bouwlaag balkon. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Karel Martelstraat, waarvan eerste toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen. Twee volgende met uitstalraam met deur in rechtertravee; van elkaar gescheiden door op verdiepingen blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en in derde bouwlaag met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Muuropeningen op benedenverdieping onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., die op verdiepingen onder stenen latei of steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. In Karel Martelstraat huis oorspronkelijk geflankeerd door tuin met omheiningmuur met centrale ingang. Later verbouwd tot garage en nog later tot handelsruimte.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Palmerstonlaan nr. 5 tot 19, Boduognatusstraat nr. 19 tot 23: 18570 (1893); Palmerstonlaan nr. 11: 18573 (1893),59489 (1950); Palmerstonlaan nr. 23 tot 27, Ambiorixsquare nr. 46 tot 48, Karel Martelstraat nr. 60 en 64: 4320 (1894); Karel Martelstraat nr. 52 tot 58: 8751 (1898); Palmerstonlaan nr. 7: 34565 (1928), 71500 (1949); Palmerstonlaan nr. 15: 18575 (1907); Palmerstonlaan nr. 21: 18576 (1901); Karel Martelstraat nr. 58: 36257 (1930); Karel Martelstraat nr. 62-64: 27580 (1921).
Publicaties en studies
HEYMANS, V., Architecture et Habitants. Les intérieurs privés de la bourgeoisie à la fin du XIXe siècle (Bruxelles, quartier Léopold – extension nord-est) (proefschrift voor het behalen van een doctorsgraad in de kunstgeschiedenis), Université libre de Bruxelles, Brussel, 1994, pp. 149, 153, 327, 344, fiche 228.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid